Terjemahan makna Surah An-Naḥl - Terjemahan Berbahasa Belanda - Pusat Terjemah Ruwwād - Nomor Halaman 269 - Ensiklopedia Alquran Alkarim

Ayah: 15

وَأَلۡقَىٰ فِي ٱلۡأَرۡضِ رَوَٰسِيَ أَن تَمِيدَ بِكُمۡ وَأَنۡهَٰرٗا وَسُبُلٗا لَّعَلَّكُمۡ تَهۡتَدُونَ

15. En Hij heeft op de aarde bergen vastgezet die stevig staan zodat jullie niet door elkaar worden geschud en rivieren en wegen zodat jullie geleid zullen worden.

Ayah: 16

وَعَلَٰمَٰتٖۚ وَبِٱلنَّجۡمِ هُمۡ يَهۡتَدُونَ

16. En (Allah maakte) tekenen en door middel sterren, zo worden zij geleid (de weg te wijzen).

Ayah: 17

أَفَمَن يَخۡلُقُ كَمَن لَّا يَخۡلُقُۚ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ

17. Is degene die schept gelijk aan degene die niet schept? Zullen jullie niet nadenken dan?

Ayah: 18

وَإِن تَعُدُّواْ نِعۡمَةَ ٱللَّهِ لَا تُحۡصُوهَآۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَغَفُورٞ رَّحِيمٞ

18. En als jullie de gunsten van Allah willen tellen, jullie zullen nooit in staat zijn hen te tellen. Waarlijk! Allah is meest Vergevend, meest Genadevol.

Ayah: 19

وَٱللَّهُ يَعۡلَمُ مَا تُسِرُّونَ وَمَا تُعۡلِنُونَ

19. En Allah weet wat jullie verbergen en wat jullie tonen.

Ayah: 20

وَٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ لَا يَخۡلُقُونَ شَيۡـٔٗا وَهُمۡ يُخۡلَقُونَ

20. Degenen die zij aanroepen naast Allah hebben niets geschapen, maar zij zijn zelf geschapen.

Ayah: 21

أَمۡوَٰتٌ غَيۡرُ أَحۡيَآءٖۖ وَمَا يَشۡعُرُونَ أَيَّانَ يُبۡعَثُونَ

21. (Zij zijn) dood, levenloos en zij weten niet wanneer zij zullen herrijzen.

Ayah: 22

إِلَٰهُكُمۡ إِلَٰهٞ وَٰحِدٞۚ فَٱلَّذِينَ لَا يُؤۡمِنُونَ بِٱلۡأٓخِرَةِ قُلُوبُهُم مُّنكِرَةٞ وَهُم مُّسۡتَكۡبِرُونَ

22. Jullie god is één God. Geen heeft het recht aanbeden te worden behalve Hij. Maar degenen die niet in het hiernamaals geloven, hun harten ontkennen en zij zijn hoogmoedig.

Ayah: 23

لَا جَرَمَ أَنَّ ٱللَّهَ يَعۡلَمُ مَا يُسِرُّونَ وَمَا يُعۡلِنُونَۚ إِنَّهُۥ لَا يُحِبُّ ٱلۡمُسۡتَكۡبِرِينَ

23. Zeker, Allah weet wat zij verbergen en wat zij tonen. Waarlijk, Hij houdt niet van de hoogmoedigen.

Ayah: 24

وَإِذَا قِيلَ لَهُم مَّاذَآ أَنزَلَ رَبُّكُمۡ قَالُوٓاْ أَسَٰطِيرُ ٱلۡأَوَّلِينَ

24. En als er tegen hen gezegd wordt: “Wat is het dat jullie Heer neer heeft gezonden?” Zeggen zij: “Legendes van de ouderen!”

Ayah: 25

لِيَحۡمِلُوٓاْ أَوۡزَارَهُمۡ كَامِلَةٗ يَوۡمَ ٱلۡقِيَٰمَةِ وَمِنۡ أَوۡزَارِ ٱلَّذِينَ يُضِلُّونَهُم بِغَيۡرِ عِلۡمٍۗ أَلَا سَآءَ مَا يَزِرُونَ

25. Zij zullen op de Dag der Opstanding hun eigen last volledig dragen en ook de last van degenen die zij zonder kennis misleiden. Slecht is het zeker wat zij zullen dragen!

Ayah: 26

قَدۡ مَكَرَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ فَأَتَى ٱللَّهُ بُنۡيَٰنَهُم مِّنَ ٱلۡقَوَاعِدِ فَخَرَّ عَلَيۡهِمُ ٱلسَّقۡفُ مِن فَوۡقِهِمۡ وَأَتَىٰهُمُ ٱلۡعَذَابُ مِنۡ حَيۡثُ لَا يَشۡعُرُونَ

26. Zij voor hen hebben zeker samengespannen, maar Allah heeft de fundering van hun gebouw verwoest en toen viel het dak op hen, van boven hen en de bestraffing kwam over hen maar zij beseften het niet.