1. O mensheid! vrees jullie heer, die jullie uit één enkele ziel heeft geschapen en (vervolgens) daaruit zijn vrouwelijke wederhelft schiep. En uit hen beiden heeft Hij vele mannen en vrouwen voortgebracht. En vrees Allah omwille van Wie jullie jullie wederzijdse (behulpzaamheid) vragen en (verbreek) de bloedverwantschap niet. Voorzeker, Allah is altijd en overal oplettend over jullie (daden).
2. En geef de wezen hun bezittingen en vervang (jullie) slechte zaken niet door (hun) goede zaken, en verslind hun spullen niet door het bij jullie spullen te voegen. Zeker, dit is een grote zonde.
3. En als jullie vrezen, dat jullie niet rechtvaardig met de wezenmeisjes kunnen handelen, trouw dan (andere) vrouwen naar keuze, twee of drie of vier, maar als jullie vrezen dat jullie niet rechtvaardig (met hen) kunnen handelen dan slechts één of wat jullie rechterhand bezit. Zo kunnen jullie beter voorkomen onrechtvaardig te handelen.
4. En geef de vrouwen (die jullie trouwen) hun bruidsschat als verplichte gift, maar als zij voor hun eigen genoegen, jou daar een deel van kwijtschelden [1], neem het dan en geniet er zonder vrees of kwaad.
[1]de man binnen de Islam mag de bruidschat niet terugvragen of vragen aan zijn vrouw direct of indirect of ze het kan kwijtschelden, omdat dit gezien wordt als een verboden vorm van druk op de vrouw. Helaas dat sommige mannen de Islam niet naleven jegens hun vrouwen, waardoor dit soms wel gebeurt.
5. En geef jullie eigendommen, die Allah als middel om jullie te onderhouden heeft gemaakt, niet aan de zwakzinnigen, maar voed en kleed hen daarmee en spreek vriendelijke en rechtvaardige woorden tot hen.
6. Beproef de wezen als zij de huwbare leeftijd hebben bereikt, als jullie ontdekken dat zij goed kunnen oordelen, geef hen dan hun eigendommen, maar verspil het niet in haast, opdat zij op zullen groeien. En wie onder hun voogden rijk is, moet geen loon nemen, maar als hij arm is, moet hij voor zichzelf nemen wat rechtvaardig en redelijk is. En als jullie hun eigendommen aan hen teruggeven, zorg dan dat er getuigen in hun aanwezigheid zijn. En Allah is voldoende in het vereffenen van de rekening.
7. Er is een deel voor de mannen en een deel voor de vrouwen van wat door de ouders en degenen die het naast verwant zijn worden achtergelaten, of hun eigendommen nu groot of klein zijn, een wettig deel horen te krijgen.
8. En als de verwanten en de wezen en de armen aanwezig zijn ten tijde van de verdeling, geef het van de eigendommen en spreek vriendelijke en rechtvaardige woorden tegen hen.
10. Waarlijk, degenen die onrechtmatig de eigendommen van de wezen eten, eten slechts tot er vuur in hun buiken komt en zij zullen verbrand worden in een laaiend vuur!
11. Allah beveelt jullie met betrekking tot de (erfenis) van de kinderen, voor een jongen een deel dat gelijk is aan dat van twee meisjes [1] ls er slechts dochters zijn, twee of meer, dan delen zij tweederde van de erfenis; als er slechts één is dan is haar deel de helft. Voor de ouders is er voor elk een zesde deel van de erfenis van de kinderen; als er geen kinderen zijn en de ouders zijn (de enige) erfgenamen dan krijgt de moeder eenderde; als de overledenen broers of (zusters) nalaat, krijgt de moeder een zesde. (De verdeling is in alle gevallen) na het uitbetalen van legaten die hij bezit of schulden. Jullie weten niet wie van hen, of jullie ouders of jullie kinderen jullie tot meer nut zijn, (deze vastgestelde bedragen) zijn door Allah bevolen. En Allah is voor altijd Alwetend, Alwijs.
[1]vaak wordt dit punt verkeerd begrepen. Het is binnen de Islam zo dat de jongen twee keer zoveel erft als zijn zus. Dit omdat de vrouw in algemeen vaker erft dan de man, en omdat de man meer verantwoordelijkheden heeft richting de vrouw, zij ontvangt een volle bruidsschat en de man niet, Dus laat je niet gek maken door de media en volg hun vergif niet.
12. Datgene wat jullie echtgenotes achterlaten, is jullie deel de helft, als zij geen kinderen achterlaten; maar als zij een kind heeft is jullie deel een kwart van wat zij achterlaten na het betalen van legaten die zij bezitten of schulden. Datgene wat jij achterlaat, is hun deel (van jullie vrouwen) een kwart, als jullie geen kind achterlaten, maar als jullie een kind hebben, krijgen zij één achtste van wat jij achterlaat na betaling van legaten en schulden. Als de man of vrouw over wiens erfenis we het hebben geen ouders of kinderen nalaat, maar een broeder of een zuster nalaat, dan krijgt ieder van de twee een zesde, maar als het er meer dan twee zijn dan delen zij eenderde, na de betaling van legaten die hij (of zij) heeft en de schulden, zodat (niemand) enig verlies lijdt. Dit is een bevel van Allah; en Allah is voor altijd Alwetend, Genadevol.
13. Dit zijn de grenzen die door Allah (geplaatst) zijn en iedereen die Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, zal naar de tuinen waar rivieren onderdoor stromen, verwezen worden om daarin te verblijven en dat zal een groot succes zijn.
14. En iedereen die ongehoorzaam is aan Allah en Zijn boodschapper en Zijn grenzen overtreedt, zal naar het vuur verbannen worden, om daarin te verblijven; en hij zal een vernederende bestraffing hebben.
15. En degenen van jullie vrouwen die overspel plegen, neem voor het bewijs vier getuigen onder jullie tegen hen; en als zij hen schuldig verklaren, sluit hen dan in hun huizen op tot de dood tot hen komt of Allah voor hen een (andere) weg bevolen heeft [1].
[1]het oordeel is gelijk tussen de mannen en de vrouwen, maar omdat dit vers over de de rechten van de vrouw gaat, gaat het nu over een strafoordeel dat geldt voor beiden zowel de mannen als de vrouwen.
16. En de twee personen onder jullie die overspel plegen, straf hen beiden. En als zij berouw tonen en goede daden verrichten, laat hen dan alleen. Waarlijk, Allah is altijd degene Die berouw accepteert (en Hij is) de Barmhartigste.
17. En Allah accepteert slechts het berouw van degenen die in onwetendheid of in dwaasheid zondigen en snel daarna berouw vertonen; hen zal Allah vergeven, en Allah is voor altijd de Alwetende, de Alwijze.
18. En geen resultaat heeft het berouw van degenen die doorgaan met zondigen tot één van hen de dood in de ogen kijkt en zegt: “Nu heb ik berouw” noch van degenen die sterven terwijl zij ongelovig zijn. Voor hen hebben Wij een pijnlijke bestraffing voorbereid.
19. O jullie die geloven! Jullie is het verboden om vrouwen tegen hun wil te erven en jullie mogen hen niet wreed behandelen, dat jullie een deel van de bruidsschat wegnemen, die jullie hun zelf gegeven hebben, tenzij zij openlijk overspel plegen. En leef eerbaar met hen. Als jullie niet van hen houden dan kan het zijn dat jullie van iets niet houden waarin Allah veel goeds heeft gelegd.
20. Maar als jullie een vrouw door een andere vrouw willen vervangen (hier wordt de scheiding mee bedoeld) en jullie geven haar een erg groot bedrag als bruidsschat, neem daar helemaal niks van terug; Zullen jullie het onrechtmatig nemen zonder recht en een grote zonde plegen [1]?
[1]tegen over jullie vrouwen ook al zijn zij jullie ex-partners vergeet niet de goede tijden.
21. En hoe kunnen jullie het terugnemen, terwijl jullie tot elkaar zijn gekomen en van jullie een sterk verdrag [1].
[1]In het verdrag staat vast dat zij goed voor elkaar dienen te zijn, de Profeet Mohammed vrede zij met hem leert ons nadrukkelijk dat we goed dienen te zijn tegenover de vrouw, dit zei hij zelfs op zijn sterfbed. De Profeet Mohammed vrede zij met hem was de eerste die kwam met vrouwenbescherming, maar ook dierenbescherming en kinderbescherming. Hoe onrechtvaardig is het dan ook dat er zoveel over de Islam en de profeet wordt gelogen.
22. En trouw niet de vrouwen die jullie vaders getrouwd hebben, behalve wat reeds gebeurd is; waarlijk het is een schande en iets wat het meest gehaat is en een kwade weg.
23. Verboden voor jullie zijn (voor een huwelijk): jullie moeders, jullie dochters, jullie zusters, jullie vaders zusters, jullie moeders zusters, jullie broeders dochters, jullie zusters dochters, jullie moeder die jullie gezoogd heeft, jullie melkzusters, jullie schoonmoeders, jullie stiefdochters die onder jullie voogdij vallen als en met wier moeders jullie gemeenschap mee hebben gehad binnen huwelijk – maar er is geen zonde voor jullie als jullie niet tot hen zijn gekomen middels gemeenschap en het huwelijk eindigt en ook verboden zijn voor jullie, jullie schoondochters van zonen die uit jullie lendenen voortkomen, en het tegelijkertijd huwen van twee zusters, behalve als dit reeds gebeurd is; waarlijk, Allah is de Vaak-Vergevende, de Genadevolle
24. Ook (verboden) zijn vrouwen die reeds gehuwd zijn, behalve die, die uw rechterhand bezitten. Zo heeft Allah het voor jullie bepaald. Alle anderen zijn wettig, mits jullie hen met de bruidsschat uit jullie bezittingen ten huwelijk vragen, kuisheid wensen en geen onwettige geslachtsgemeenschap hebben. Dus met degenen met wie jullie geslachtsgemeenschap hebben genoten, moeten jullie hen de bruidsschat zoals voorgeschreven, geven, maar nadat er een bruidsschat bepaald is en jullie beiden besluiten rust daar geen kwaad in. Zeker, Allah is de Altijd Wetende, de Alwijze.
25. En degenen onder jullie die niet de middelen hebben om vrije gelovige vrouwen te huwen, die mogen gelovige niet vrije gelovigen vrouwen huwen, die hun rechterhand bezit en Allah heeft de volledige kennis over jullie geloof, jullie zijn van elkaar. Huw hen met de toestemming van hun eigen familie en geef hen de bruidsschat die aan redelijke voorwaarden voldoet; zij moeten kuis zijn, niet overspelig of mannelijke vrienden hebben. En, nadat zij gehuwd zijn en overspel plegen is hun straf gelijk aan de helft van die van vrije vrouwen. Dit geldt voor degenen die vreest voor ontucht te doen; maar als jullie geduldig zijn is dat beter voor jullie en Allah is de Vaak-Vergevende, de Genadevolle.
26. Allah wenst het duidelijk voor jullie te maken en jullie de wegen te laten zien van degenen vóór jullie en jullie berouw te accepteren en Allah is Alwetend, Alwijs.
29.O jullie die geloven! Eet jullie eigendommen niet onrechtmatig op, behalve als het handel met wederzijdse overeenstemming onder jullie is. En dood jezelf niet. Zeker, Allah is de Genadevolste voor jullie.
31. Als jullie de grote zonden, die jullie verboden zijn te plegen, vermijden, dan zullen Wij jullie zonden vergeven en jullie naar een edele ingang verwijzen.
32. En verlang niet naar die zaken waarmee Allah sommigen van jullie heeft laten uitblinken boven anderen. Voor mannen is er een beloning voor wat zij verdiend hebben en voor vrouwen ook. En vraag Allah om Zijn overvloed. Zeker, Allah is de altijd Wetende van alle zaken.
33. En voor iedereen hebben Wij erfgenamen aangewezen voor wat (eigendommen) wordt achtergelaten door ouders en verwanten. Ook voor degenen waarmee jullie een eed (broederschap) hebben afgelegd, moet een gepast gedeelte (worden achtergelaten). Waarlijk, Allah is de getuige van alle dingen.
34. Mannen zijn de beschermers en onderhouders van vrouwen, omdat Allah de ene van hen boven de ander heeft gesteld en omdat zij uitgeven uit hun middelen. Daarom zijn de goede vrouwen vroom en gehoorzaam en in afwezigheid van hun man waken zij over wat Allah hen bevolen heeft te bewaken. En als die vrouwen zich slecht gedragen, waarschuw hen (eerst), weiger (vervolgens) het bed met hen te delen, (en) sla [1] hen (tenslotte) maar als zij weer gehoorzaam zijn, zoek dan niets tegen hen. Waarlijk, Allah is de Altijd Allerhoogste, de Allergrootste.
[1]dit onderwerp wordt ook vaak uit context gehaald door mensen die haten wat zij niet snappen of niet willen snappen, Allah leert ons dat hij de Profeet gestuurd heeft om de Koran te verduidelijken als genade voor de schepselen , zodat niemand het naar zijn eigen hand gaat zetten dus om de Koran juist te begrijpen volgen we de Profeet in zijn handelingen of uitspraken en betreft deze vers leert de profeet ons dat hij de vrouwen altijd verdedigden, hun rechte gaf en zelf extra zelf tijdens de hadj preek vergat hij de recht van de vrouwen niet zelf op zijn sterfbed gaf hij het advies om het beste te zijn met de vrouw wetende dat de profeet vrede zij met hem nooit een vrouw nog een kind nog een slaaf heeft geslagen. En de handelingen van onze geliefde Profeet Mohammed vrede en zegeningen zij met hem is de interpretatie hoe de moslim de Koran moet interpreteren en niet via eigen inbreng of culturele instellingen.
35. Als jullie een breuk tussen hen vrezen, wijs dan bemiddelaars aan, één van zijn familie en de andere van haar familie; als zij beiden vrede wensen, Allah zal hun verzoening verzorgen. Waarlijk, Allah is voor altijd Alwetend, Goed bekend met alle zaken.
36. Aanbid Allah en ken Hem geen deelgenoten toe en behandel jullie ouders, jullie verwanten, wezen, armen die bedelen, de buur die verwant is, de buur die een vreemde is, de metgezel aan jullie zijde, de reiziger en degenen die jullie rechterhand bezit, goed. Waarlijk, Allah houdt niet van de hoogmoedigen die anderen de ogen uitsteken (met hun bezit).
37. Degenen die gierig zijn en bij andere mensen gierigheid aansporen en verbergen wat Allah hen van Zijn overvloed heeft gegeven. Voor die ongelovigen hebben Wij een vernederende bestraffing bereid!
38. En (ook) voor degenen die omwille van het aanzien bij de mensen geld uitgeven en niet in Allah en de Laatste Dag geloven en iedereen die Shaytaan als een vertrouweling neemt; wat heeft hij dan voor een vreselijke vertrouweling!
39. En wat voor verlies zouden zij hebben gehad als zij in Allah geloofd hadden en in de laatste dag en uitgegeven zouden hebben van wat Allah hen voor onderhoud gegeven had? En Allah is de altijd wetende over hen.
40. Zeker! Allah doet zelfs geen kwaad ter grootte van een atoom, maar als er iets goeds (gedaan is) verdubbelt Hij het en geeft Hij een grote beloning.
42. Op die dag zullen degenen die niet in de boodschapper geloofden en hem ongehoorzaam waren, wensen dat zij in de aarde begraven waren, maar zij zullen nooit in staat zijn om maar een enkel feit voor Allah verborgen te houden.
43. O jullie die geloven! Nader het gebed niet wanneer jullie in een dronken staat verkeren (of het verstand beneveld is), totdat jullie (nuchter zijn en) weer begrijpen wat jullie zeggen, noch wanneer jullie in de toestand van seksuele onreinheid verkeren en nog geen bad hebben genomen, tenzij jullie over de weg reizen (en geen water kunnen vinden), tot jullie het hele lichaam gewassen hebben. En als jullie ziek zijn, of op reis, of één van jullie zijn behoefte gedaan heeft, of jullie hebben contact met vrouwen gehad en jullie kunnen geen water vinden, neem dan voor jullie zelf schone aarde en wrijf daar jullie gezichten en jullie handen mee. Waarlijk, Allah is de Altijd Begenadigde en Vaak-Vergevende!
46. Onder degenen die joods zijn, zijn er een paar die de woorden verplaatsen van hun juiste plaats en zeggen: “Wij hoorden jouw woord en waren ongehoorzaam,” en “Hoor en laten jou, niets horen.” [1] met een draai van hun tongen als bespotting op de godsdienst. En als zij maar gezegd hadden: “Wij horen en (gehoorzamen)”, en “Laat ons begrijpen” zou het beter voor hen geweest zijn en gepaster, maar Allah heeft hen voor hun ongeloof vervloekt, dus zij geloven niet, behalve een paar.
[1]En Ra’ina (in het Arabisch betekent dit: Wees voorzichtig, luister naar ons
En in het Hebreeuws betekent dit: een belediging.
47. O jullie die het boek is gegeven! Geloof in wat Wij hebben geopenbaard, bevestigend wat (reeds) bij jullie is, hiervoor hebben Wij gezichten uitgewist en hen naar achteren gekeerd en hen vervloekt zoals Wij de verbrekers van de sabbat hebben vervloekt. En de Bevelen van Allah worden altijd uitgevoerd.
48. Waarlijk, Allah vergeeft het niet als er met Hem deelgenoten worden aanbeden, maar behalve dat vergeeft Hij wat Hij wil, en iedereen die Allah deelgenoten toekent, heeft zeker een afschuwelijke zonde begaan.
49. Heb jij niet diegenen gezien die heiligheid voor zichzelf toeëigenen? Nee – maar Allah reinigt degenen die Hij wil en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden, zelfs niet gelijk de omvang van een een vezeltje op een dadelpit.
51. Heb jij degenen dan niet gezien die een gedeelte van de Schrift werd gegeven (verwijzend naar de joden)? Want zij geloven in de djibt en de taaghoet (in tovenarij en alles wat naast Allah wordt aanbeden) en zeggen tegen de ongelovigen dat zij beter geleid zijn dan de gelovigen.
54. Of zijn zij jaloers op mannen vanwege wat Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven? Dan hadden Wij de familie van Ibraahiem al het boek, de wijsheid en een groot koninkrijk geschonken.
55. Van hen waren er (enigen) die in hem geloofd hebben en van hen waren (enigen) die hun gezicht van hem afkeerden; en de hel is voldoende om hen te verbranden.
56. Zeker! Degenen die niet in Onze tekenen geloven, zullen Wij in het vuur verbranden en iedere keer als hun huid geroosterd is, zullen Wij hun huid vervangen, zodat zij de bestraffing zullen proeven. Waarlijk, Allah is de altijd allermachtigste, de Alwijze.
57. Maar degenen die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij naar de Tuinen verwijzen waar rivieren onder door stromen, daarin voor altijd verblijvend. Daar zullen zij reine vrouwen hebben en Wij zullen hen schaduwen geven die wijds en diep zijn.
58. Waarlijk! Allah heeft jullie bevolen de onderpanden, die jullie zijn toevertrouwd, terug te geven aan de rechtmatige eigenaren. En als jullie tussen de mensen oordelen, oordeel dan rechtvaardig. Waarlijk, hoe uitmuntend is het onderricht dat Hij jullie geeft! Waarlijk, Allah is de altijd Horende, Alziende.
59. O jullie die geloven! Gehoorzaam Allah en gehoorzaam de boodschapper en degenen van jullie die een gezagspositie hebben. (En) als jullie in iets van mening verschillen, keer dan terug tot Allah en Zijn boodschapper, als jullie in Allah en de laatste dag geloven. Dat is beter en gepaster voor de laatste bepaling.
60. Hebben jullie degenen gezien, die beweren dat zij in datgene wat naar beneden is gestuurd aan jou, geloven en zij een oordeel wensen (in hun geschillen) van (de taaghoet) de valse rechters (die niet de wetten van Allah hanteren), terwijl hun bevolen is deze te verwerpen, Maar Shaytaan wenst hen ver af te laten dwalen.
61. En wanneer tegen hen wordt gezegd: “Kom tot wat Allah neer heeft gezonden aan de boodschapper”, zie jij dat de hypocrieten zich weerzinnig van je afkeren (omdat de hypocrieten niet van het wetsoordeel van Allah en de Profeet houden door twijfel in hun zwarte harten).
62. Hoe kan het dan, wanneer een ramp hen getroffen heeft, dat datgene wat hun handen vooruit hebben gestuurd, zij tot jou komen en bij Allah zweren: “Wij hadden niets anders dan het goede en verzoening voor ogen!”
63. Dat zijn degenen waarvan Allah weet wat in hun harten is; keer je dus van hen af en waarschuw hen en spreek tegen hen in doeltreffende woorden om hun binnenste te treffen.
64. We hebben een boodschapper gestuurd die met Allah Zijn toestemming gehoorzaamd moet worden. Als zij, nadat zij onrechtvaardig voor zichzelf waren, tot jou komen (dit mag niet na de dood van de profeet vrede zij met hem omdat het zal leiden naar shirk) en om Allah Zijn vergiffenis gesmeekt hadden en de Boodschapper voor hen gesmeekt heeft (dus de Profeet smeekt Allah dat Allah de moslims vergeeft en niet dat de moslim de Profeet aanbidt), dan zouden zij Allah zeker als de Alvergevende vinden, de Genadevolle.
65. Maar nee, bij jullie Heer, zij kunnen geen geloof hebben tot zij jou voor al hun geschillen tot hun rechter maken en bij zichzelf geen weerstand voelen in jouw beslissingen en (die) volledig accepteren.
66. En als Wij hen hadden bevolen (zeggende): “Dood jullie zelf of verlaat jullie huizen,” dan zouden slechts weinig van hen dat gedaan hebben; maar als zij gedaan zouden hebben wat hun gezegd is, dan zou dat beter voor hen zijn geweest en het zou hun geloof gesterkt hebben.
69. En degenen die Allah en de boodschapper gehoorzamen, zullen dan in het gezelschap verkeren van degenen aan Wie Allah Zijn gunst heeft verleend, van de Profeten, de oprechten, de martelaren en de rechtvaardigen. En uitmuntend zijn deze metgezellen.
72. Er is zeker iemand onder jullie die achterblijft. Als een ongeluk jullie treft zegt hij: “Waarlijk, Allah heeft mij begunstigd, zodat ik niet bij hen aanwezig was.”
73. Maar als een overvloed tot jullie van Allah komt, zou hij zeker zeggen – alsof er nooit vriendschapsbanden tussen jullie en hem bestonden – “O, ik wenste dat ik bij hen was; dan zou ik een groot succes hebben behaald.”
74. Laat die (gelovigen) die hun leven van deze wereld verkopen voor het hiernamaals voor de zaak van Allah vechten en degenen die voor de zaak van Allah vechten en gedood worden of de overwinning behalen die zullen Wij een grote beloning geven.
75. En wat is er mis met jullie dat jullie niet voor de zaak van Allah vechten en voor die zwakke, slecht behandelden en onderdrukten onder de mannen, vrouwen en kinderen die roepen: “Onze Heer! Red ons van deze stad wiens bewoners onderdrukkers zijn; en laat van ons degenen verrijzen die U wilt beschermen, en laat van ons degenen verrijzen die U wilt helpen.”
76. Degenen die geloven, vechten op de weg van Allah en degenen die niet geloven, vechten op de weg van de taaghoet. Bestrijd dan de handlangers van Shaytaan! Want waarlijk, de samenzweringen van Shaytaan (tegen de gelovigen) zijn altijd zwak.
77. Hebben jullie niet degenen gezien, die gezegd waren om hun handen af te houden. Maar toen het vechten hun bevolen was, zie! Een deel van hen vreesden de mensen, zoals zij Allah vreesden of zelfs nog meer. Zij zeiden: “Onze Heer! Waarom heeft U ons bevolen te vechten? Kunt U ons niet een korte tijd uitstel verlenen?” Zeg: “Kort is het vermaak in deze wereld. Het hiernamaals is veel beter voor degene die Allah vreest en jullie zullen zelfs niet zo onrechtvaardig behandeld worden gelijk aan een vezelige draad aan de lange kant van een dadelpit.
78. “Waar jullie ook zijn, de dood zal jullie overmannen, zelfs al hebben jullie een machtig en hoog fort gebouwd!” En als hen wat goeds overkomt, zeggen zij: “Dit is van Allah,” maar als hen wat slechts gebeurt zeggen zij: “Dit komt van jou.” Zeg: “Alle zaken komen van Allah,” wat is er dus met deze mensen mis dat ze het woord maar niet willen begrijpen?
79. Al het goede dat jullie bereikt heeft, is van Allah, maar het kwaad dat jullie bereikt, komt van jullie zelf. En Wij hebben jou als een boodschapper voor de mensheid gestuurd, en Allah is als getuige voldoende.
80. Hij, die de boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker Allah gehoorzaamd, maar degene die zich afkeert, hebben Wij niet jou als toezichthouder voor hem gestuurd.
81. Zij zeggen: “Wij zijn gehoorzaam,” maar als zij bij jou weggaan, brengt een deel van hen de nacht door in het maken van plannen over andere zaken dan dat jij besproken hebt. Maar Allah noteert hun nachtelijke (samenzweringen). Keer je dus van hen af en leg jullie vertrouwen in Allah. En Allah is altijd voldoende als Regelaar van zaken (voor degenen die op Hem vertrouwen).
82. Bekijken zij de Qor’aan dan niet nauwkeurig? Als het niet van een ander dan van Allah was geweest, hadden zij daar zeker veel tegenstrijdigheden in gevonden.
83. Als er tot hen een zaak komt die de (openbare) veiligheid of angst betreft, zouden zij het zeker bekend hebben gemaakt, als zij het maar bij de Boodschapper of de gezagsdragers onder hen te berde hadden gebracht, zouden de juiste onderzoekers het begrepen hebben. Als het niet voor de gunsten en genade van Allah voor jullie geweest was, dan zouden jullie Shaytaan gevolgd hebben, enkelen uitgezonderd.
84. Vecht dan voor de zaak van Allah, je bent niet verantwoordelijk behalve voor jezelf en moedig de gelovigen aan. Het zou kunnen zijn dat Allah de kwade macht van de ongelovigen aan banden zal leggen. En Allah is sterker in macht en sterker in de bestraffing.
85. Iedereen die voor een goede zaak bemiddelt, zal daar een beloning voor hebben en iedereen die voor een slechte zaak bemiddelt zal een deel in de last daarvan hebben. En Allah is altijd tot alles in staat.
86. Als je met een groet gegroet wordt, groet dan terug met een groet die beter is of met een gelijkwaardige. Zeker Allah is altijd een nauwkeurige berekenaar van alle zaken.
87. Allah! Er is geen die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij. Zeker, Hij zal jullie op de dag der opstanding, waarover geen twijfel is, verzamelen. En wie is er waarachtiger in Zijn uitspraken dan Allah.
88. Wat scheelt jullie dat jullie over de hypocrieten in twee partijen verdeeld zijn? Allah heeft hen teruggeworpen vanwege wat zij verdiend hebben. Willen jullie degene leiden die Allah heeft doen dwalen? En hij die Allah doet dwalen, daar kunnen jullie nooit een weg voor vinden.
89. Zij willen dat jullie het geloof verwerpen, zoals zij (het geloof) verwerpen en dat jullie gelijk worden. Neem hen dus niet tot bondgenoten, totdat zij op de weg van Allah zijn gekomen. Maar als zij zich (van de Islam) afkeren, houd hen dan (tegen) en dood hen waar jullie hen kunnen vinden en neem nooit bondgenoten van hen noch helpers [1].
[1] Vaak worden de zelfverdedigingsverzen uit context gehaald, terwijl de algemeenheid van harmonie met de moslims wordt vergeten. Ook de Islam kent rechten toe aan de ongelovigen, hieronder valt bijvoorbeeld het betalen van djizjah, dat gedaan wordt door de ongelovigen.
90. Behalve degenen onder jullie die een groep vormen en met wie een (vredes)verdrag is, of degenen die jullie benaderen met hun harten, afkerig van het strijden tegen jullie of hun eigen mensen. Als Allah het gewild had, zou Hij zeker hen macht over jullie gegeven hebben en zij zouden jullie bevochten hebben. Als zij zich dus van jullie terugtrekken en niet tegen jullie vechten bied hen dan vrede aan, dan heeft Allah geen weg voor jullie tegen hen geopend.
91. Jullie zullen anderen vinden die zekerheid van jullie wensen en zekerheid van hun eigen volk. Elke keer als zij in verleiding worden gebracht, zwichten zij daarvoor. Als zij zich niet van jullie terugtrekken of jullie vrede aanbieden en hun handen niet van jullie aftrekken, neem hen dan (gevangen) en dood hen waar jullie hen ook kunnen vinden. In hun geval hebben Wij jullie voorzien van een duidelijke vrijgeleide tegen hen.
92. Het is niet voor een gelovige om een gelovige te doden behalve per vergissing en iedereen die per ongeluk een gelovige doodt (is bevolen om) een gelovige slaaf te bevrijden en compensatie te betalen aan de familie van de overledene, tenzij zij daarvan afzien. Als de overledene tot een volk behoort, waar jullie mee in oorlog zijn en hij een gelovige was, dan is het bevrijden van een gelovige slaaf (voorgeschreven) en als hij tot een volk behoort waar jullie een verdrag mee hebben, dan moet de compensatie aan zijn familie worden betaald en een gelovige slaaf moet bevrijd worden. En degene waarvoor (de straf van het bevrijden van een slaaf) te duur is, moet twee aaneengesloten maanden vasten om zo berouw jegens Allah te verkrijgen. En Allah is de Alwetende, de Alwijze.
93. En iedereen die bewust een gelovige doodt, zijn vergoeding is de hel om daarin te verblijven en de woede en de vloek van Allah is over hem en een grote bestraffing wordt voor hem voorbereid.
94. O jullie die geloven! Wanneer jullie gaan (vechten) voor de zaak van Allah, controleer dan (de waarheid) en vertel niemand wie jullie groet (door moslim te worden): jij bent geen gelovige, (door) het zoeken naar vergankelijke goederen van het wereldse leven. Er zijn veel meer voordelen en goederen bij Allah. Zoals hij nu is, waren jullie vroeger ook, tot Allah Zijn gunsten over jullie heeft uitgestort, wees daarom voorzichtig in het onderscheid. Allah is zich altijd bewust van wat jullie doen.
95. De (thuis) blijvers onder de gelovigen (m.b.t. de djihaad) – behalve degenen die daartoe niet in staat zijn – zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun levens hard streven en vechten voor de zaak van Allah. Allah heeft degenen die met hun rijkdommen en hun levens hard streven en vechten (volgens graad van intentie) bevoorrecht boven de (thuis) blijvers. En een ieder heeft Allah het goede beloofd, maar Allah begunstigt degenen die hard streven en vechten boven de (thuis) blijvers met een geweldige beloning.
96. (Waardige verblijfplaatsen) van Hem volgens niveau, alsook vergeving en genade. En Allah is de Vaak-Vergevende (voor Zijn helpers), de Genadevolle (voor de gehoorzamen).
97. Waarlijk! Voor degenen die de engelen nemen, terwijl zij zichzelf onrecht hebben aangedaan, zeggen zij (de engelen) (tegen hen): “In wat voor een situatie waren jullie?” Zij antwoordden: “Wij waren zwak en onderdrukt op aarde.” Zij (de engelen) zeggen: “Was de aarde van Allah niet wijds genoeg voor jullie om te verhuizen? Zulke mensen vinden hun verblijfplaats in de hel – wat een kwade bestemming!
100. Hij die voor de zaak van Allah emigreert zal op de aarde veel verblijfplaatsen vinden en een overvloed om van te leven. En iedereen die zijn huis voor Allah en Zijn boodschapper verlaat en de dood overmant hem (daarna), zijn beloning is zeker bij Allah. En Allah is de Vaak-vergevende, de Genadevolle.
101. En als jullie (moslims) door het land reizen rust er voor jullie geen zonde op wanneer jullie het gebed verkorten als jullie bang zijn dat de ongelovigen jullie kunnen aanvallen, waarlijk, de ongelovigen zijn altijd een openlijke vijand voor jullie.
102. Als jij bij hen bent en hen in het gebed leidt, laat dan een deel van hen bij jou staan (in gebed) en hun wapens meenemend; als zij met hun knielingen klaar zijn, laat zij dan achter plaatsnemen en laat de andere groep naar voren komen die nog niet gebeden heeft, en laat hen dan met jou bidden en als voorzorgsmaatregelen de wapens dragend. De ongelovigen wensen dat jullie, je wapens en bagage onbeheerd achterlaten, om jullie in een storm aan te vallen, maar het is geen zonde voor jullie als jullie je wapens afleggen omdat het ongemakkelijk is door de regen of omdat jullie ziek zijn, maar neem jullie voorzorgsmaatregelen voor jezelf. Waarlijk, Allah heeft een vernederende bestraffing voor de ongelovigen voorbereid.
103. Als jullie met het gebed klaar zijn, gedenkt Allah dan staand, zittend en liggend op jullie zijden, maar als jullie buiten gevaar zijn, verricht de gebeden dan correct. Waarlijk, het gebed is de gelovigen op verplichte tijden opgelegd.
104. En verslap niet in het vervolgen van de vijand – als jullie moeilijkheden hebben, hebben zij zeker (ook) moeilijkheden zoals jullie die hebben; maar jullie koesteren hoop (op de hulp en beloning) van Allah, waar zij geen hoop op hebben. En Allah is de Alwetende, de Alwijze.
105. Zeker, Wij hebben aan jou het boek (deze Koran) in waarheid gestuurd, zodat jij tussen de mensen kunt oordelen door wat Allah jou heeft laten zien, wees dus geen pleitbezorger voor de verraders.
107. En redetwist niet met degenen die zichzelf bedriegen. Waarlijk, Allah houdt niet van iemand die een verrader van Zijn onderpand is, en zich met misdaden bezig houdt.
108. Zij kunnen (hun misdaden) voor de mensen verbergen, maar zij kunnen (het) niet voor Allah verbergen, want Hij is bij hen wanneer zij in de nacht samenzweren met woorden die Hij niet kan goedkeuren. En Allah bevat altijd wat zij doen.
109. Zie! Jullie zijn degenen die voor hen spreken in het leven van deze wereld, maar wie zal voor hen spreken op de dag der opstanding tegen Allah, of wie zal hun verdediger zijn?
110. En iedereen die kwaad doet of zichzelf onrecht aandoet en daarna Allah Zijn vergiffenis zoekt, zal Allah de Vaak-Vergevende, de Genadevolle vinden.
112. En iedereen die een fout of een zonde begaat en het daarna aan een onschuldige toeschrijft, heeft zichzelf zeker een valsheid en een duidelijke zonde opgelegd.
113. En ware het niet vanwege de Gunst van Allah en Zijn Genade voor jou, dan had een deel van hen zeker het besluit genomen om jou te misleiden, maar (eigenlijk) misleiden zij niemand behalve zichzelf en zij zullen jullie nog het minste kwaad doen. Allah heeft aan jullie het boek gestuurd en wijsheid en onderwees jou wat jij niet wist. En de gunst van Allah is altijd groot voor jou.
114. Er is geen goeds in het meeste van hun geheime gesprekken, behalve (bij) degene die de liefdadigheid in Allah Zijn naam beveelt of het goede of verzoening tussen de mensheid, en degene die dit doet, het genoegen van Allah zoekend, zullen Wij een grote beloning geven.
115. En al wie de Boodschapper dwarsboomt (door hem tegen te spreken of tegen te werken), nadat hem met zonneklare bewijzen werd aangetoond (dat hij de ware boodschapper is) die met de leiding is gekomen – en een ander pad opgaat dan de gelovigen [1]– zullen Wij op het spoor houden waarvoor hij zelf heeft gekozen. Vervolgens doen Wij hem branden in de (kwellende) hel – wat een grimmig lot en kwade bestemming!
[1]dit is één van de bewijzen dat het verplicht is om de Koran en de Soennah te interpreteren zoals de metgezellen van de geliefde Profeet Mohammed vrede en zegeningen zij met hem dat ook hebben gedaan
Dit vers bewijst ook dat het niet toegestaan is om As-Soennah wal Djamaa’ah te verlaten, om vervolgens een eigen sekte of groepering te beginnen.
116. Waarlijk! Allah vergeeft niet dat Hem deelgenoten toegekend worden maar Hij vergeeft daarbuiten degene die Hij wil en die andere zonden gepleegd heeft en iedereen die deelgenoten aan Allah toekent is zeker ver afgedwaald.
117. Zij (de polytheïsten) roepen niets anders dan vrouwelijke afgodsbeelden (m.n. Laat, ‘Oezza en Manaat) naast (Allah) aan. En zij roepen (onlogischerwijs) niemand anders dan (de misleidende) Shaytaan aan (hun gezworen vijand en) volhardende opstandeling!
118. (En omdat) Allah hem (Zijn genade heeft ontzegd en) heeft vervloekt, zei (Shaytaan): “Ik zal een bepaald deel van Uw dienaren (voor mezelf) reserveren (door hen naar mijn gehoorzaamheid te leiden).” Of (en nadat Iblies weigerde om voor Adam te buigen) heeft Allah hem vervloekt (en uit Zijn genade verstoten). (Daarop zwoer Iblies een dure eed) en zei: “Ik zal een (groot) aangewezen deel van Uw dienaren (mee in de hel) sleuren (door hen van Uw aanbidding af te houden).
119. Waarlijk, ik (de duivel) zal hen (onafgebroken) misleiden (en doen afdwalen van het rechte pad). En ik zal hen dwarsbomen en valse verlangens bij hen opwekken. En ik zal hen bevelen om in de oren van het vee te snijden (tegen de wetten van Allah in). En voorwaar, ik zal hen bevelen om Allah Zijn schepping te veranderen (en geweld aan te doen).” En al wie Shaytaan (blindelings en gehoorzaam) als beschermheer verkiest boven Allah, heeft zeker (en ongetwijfeld) een duidelijk verlies geleden (zowel in dit leven als in het hiernamaals).
120. (Sjaitaan) belooft hen (meer levensjaren) en roept bij hen valse hoop op (om rijkdommen te verkrijgen waardoor ze de opstanding en de afrekening ontkennen). (Weet dat) deze (waardeloze) beloftes van Shaytaan slechts bedrog zijn.
122. Maar degenen die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij naar de tuinen verwijzen waar rivieren onderdoor stromen om daarin voor altijd te verblijven. De belofte van Allah is de waarheid en welke woorden kunnen waarachtiger zijn dan die van Allah?
123. Het zal niet volgens jullie wensen zijn, noch van die van de mensen van het boek, iedereen die kwaad doet zal daarvoor gestraft worden en hij zal geen beschermer of helper vinden naast Allah.
124. En iedereen die goede daden verricht, of hij nu een man of vrouw is en een ware gelovige is, zal het paradijs binnentreden en hen zal niet de kleinste onrechtvaardigheid ter grootte van een vlekje op de achterkant van een dadelpit gedaan worden.
125. En wie heeft er een betere godsdienst dan degene die zijn gezicht (zuiver en alléén) aan Allah onderwerpt, de (oprechte) weldoener en de godsdienst van Ibraahiem ‘Hanifa’ volgt. En Allah heeft Ibraahiem als boezemvriend genomen.
127. Zij vragen jouw oordeel te geven over de vrouwen, zeg: “Allah instrueert jullie wat in het boek is gereciteerd over de weesmeisjes die jullie niet het aangewezen recht hebben gegeven en over hen die jullie toch willen huwen, en (over) de kinderen die zwak en onderdrukt zijn en dat jullie ferm voor de rechtvaardigheid voor wezen staan. En al het goede dat jullie doen is Allah altijd goed bewust van.
128. En als een vrouw wreedheid of verwaarlozing van haar man vreest, is er geen zonde voor hen als zij beiden tot voorwaarden voor vrede tussen hen komen; en vredestichten is beter. En de aard van de mens is geneigd tot hebzucht. Maar als jullie het goede verrichten en van het kwade wegblijven, waarlijk Allah is altijd Goed-Bekend van wat jullie doen.
129. Jullie zullen nooit volmaakt rechtvaardig tussen jullie vrouwen kunnen handelen al is dit jullie diepste wens, hang dus niet teveel aan één van hen (door haar meer van je tijd en je onderhoud te geven) en de andere aan haar lot over te laten (noch gescheiden, noch getrouwd). En als jullie rechtvaardig zijn en alles doen wat juist is en Allah vrezen door weg te blijven van wat verkeerd is, dan is Allah de altijd Vaak-Vergevende, de Genadevolle.
130. Maar als jullie scheiden (door echtscheiding) verzorgt Allah voldoende onderhoud voor elk van hen van Zijn overvloed. En Allah is altijd Voldoende voor de noden van Zijn schepselen, Alwijs.
131. En aan Allah behoort alles wat in de hemelen is en alles wat op aarde is. En waarlijk, Wij hebben de mensen van het Boek vóór jullie aangeraden om Allah te vrezen en jullie plichten ten opzichte van Hem na te komen. Maar als jullie ongelovig zijn, dan behoort aan Allah alles wat in de hemelen is en alles wat op aarde is. En Allah is altijd rijk, waard om geprezen te worden.
134. Iedereen die een beloning in dit leven wenst, dat is met Allah de beloning voor dit wereldse leven en van het hiernamaals. En Allah is de altijd Alhorende, Alziende.
135. O jullie die geloven! Wees standvastig met betrekking tot de rechtvaardigheid als getuigen van Allah. Zelfs tegenover julliezelf, jullie ouders of jullie verwanten; of hij nu rijk of arm is. Allah heeft voorkeur over hun. Volg dus de lusten niet anders zouden jullie de rechtvaardigheid misschien mijden, en als jullie jullie getuigenis verdraaien of weigeren te getuigen, waarlijk, Allah is altijd welbekend van wat jullie doen!
136. O jullie die geloven! Geloof in Allah en Zijn boodschapper, en het boek dat Hij aan Zijn boodschapper neer heeft gezonden, en in het boek dat Hij aan degenen voor (hem) heeft neergezonden, en iedereen die niet in Allah gelooft en Zijn engelen, Zijn boeken, Zijn boodschappers en de laatste dag, is zeker ver afgedwaald.
137. Waarlijk, degenen die geloven, daarna niet geloven en dan (weer) geloven en dan niet meer geloven, en zo door gaan, daarvan neemt het ongeloof toe; Allah zal hen niet vergeven, noch hen op de rechte weg leiden.
140. En het is al tot jullie geopenbaard in het boek: als jullie horen dat de verzen van Allah ontkend worden en bespot, zit dan niet met hen, tot zij over andere zaken spreken, anders zullen jullie in dat geval zeker zoals hen zijn. Zeker, Allah zal de hypocrieten en ongelovigen allen in de hel verzamelen.
141. Die (hypocrieten) die afwachten en jullie observeren, zeggen als jullie een overwinning van Allah behalen: “Waren wij niet bij jou”, maar als de ongelovigen een succes behalen, zeggen zij tegen hen: “Hebben wij geen heerschappij over jullie gewonnen en hebben wij jullie niet tegen de gelovigen beschermd?” Allah zal over jullie (allen) op de dag der opstanding oordelen. En nooit zal Allah de ongelovigen een weg geven over de gelovigen.
142. Waarlijk, de hypocrieten proberen Allah te bedriegen, maar Hij is het Die hen bedriegt. En wanneer zij opstaan voor het gebed, staan zij lui op om door de mensen gezien te worden en zij gedenken Allah maar weinig.
144. O, jullie die geloven. Neem niet de ongelovigen tot bondgenoten in plaats van gelovigen. Willen jullie bij Allah een duidelijk bewijs tegen jullie zelf geven?
146. Behalve degenen die berouw hebben, goede daden verrichten, zich aan Allah vasthouden en hun godsdienst voor Allah zuiveren (als dit het geval is) zullen met de gelovigen zijn. En Allah zal aan de gelovigen een grote beloning geven.
147. Wat heeft Allah er aan om jullie te straffen als jullie (hem) danken en in Hem geloven. En Allah is de altijd waarderende (van het goede), Alwetende.
148. Allah houdt er niet van dat het kwaad in het openbaar uitgesproken wordt, behalve door hem die onrecht is aangedaan. En Allah is altijd Alhorend, Alwetend.
149. Als jullie (de mensheid) een goede daad bekend maken of het verbergen of iets kwaads vergeven, waarlijk, Allah is altijd Vaak-Vergevend, de Almachtige.
150. Waarlijk, degenen die niet in Allah geloven en Zijn boodschapper en een onderscheid wensen te maken tussen Allah en Zijn boodschappers zeggende: “Wij geloven in een paar en verwerpen anderen” en wij zoeken een middenweg.
152. En (voor) degenen die in Allah en Zijn boodschappers geloven en geen onderscheid tussen hen maken, zullen Wij hen hun beloning geven, en Allah is de Altijd Vaak-vergevende, de Genadevolle.
153. De mensen van het boek vragen jou voor hen uit de hemel een boek neer te laten dalen. Voorwaar, Moesa hebben zij zelfs om iets groters dan dat gevraagd, toen zij zeiden: “Laat ons Allah zien,” maar zij werden met donder en bliksem voor hun slechtheid geslagen. Daarna aanbaden zij het kalf, zelfs nadat duidelijke bewijzen en tekenen tot hen gekomen waren. Zelfs toen vergaven Wij hen; en gaven Moesa een duidelijk bewijs van gezag.
154. En voor hun verbond lieten Wij voor hen een berg verrijzen, Wij zeiden: “Ga de poort nederig buigend binnen.” En Wij bevalen hen: “Verbreek de sabbat niet. En Wij hebben van hen een duidelijk verbond afgenomen.
155. Vanwege het verbreken van het verbond en voor het verwerpen van de tekenen van Allah en voor het onrechtmatig doden van de profeten en hun uitspraken: “Onze harten zijn bedekt.” – Nee, Allah heeft een zegel op hen gelegd vanwege hun ongeloof, zo geloven zij niet het minste.
157. En voor hun uitspraak: “Wij hebben de Messias, Isa de zoon van Maryam (aleihi salaam) gedood – maar zij hebben hem niet gedood, noch hem gekruisigd, maar de gelijkenis van Isa werd op een andere man gelegd, en degenen die daarin van mening verschillen zitten vol twijfel met geen kennis, zij volgen niets anders dan gissingen voor een zekerheid, zij doodden hem niet.
159. En er is geen van de mensen van het Boek, behalve die in hem geloven als slechts een boodschapper van Allah en een mens voor zijn dood. En op de dag der opstanding zal hij tegen hen getuigen.
160. Door de zonden van de joden hebben Wij bepaalde soorten goed voedsel onwettig gemaakt, die wettig voor hen waren, en voor het tegenhouden van velen op het pad van Allah.
161. En omdat zij rente hebben genomen, hoewel het hen verboden was en door hun onwettig verslinden van de provisie van de mens. En Wij hebben voor de ongelovigen onder hen een pijnlijke bestraffing voorbereid.
162. Maar degenen onder hen die een grondige kennis hebben en de gelovigen, die geloven in wat aan jou naar beneden is gestuurd en wat vóór jou naar beneden is gestuurd, en degenen die hun gebeden volmaakt verrichten en zakaat geven en in Allah en de laatste dag geloven, aan hen zullen Wij een grote beloning geven.
163. Wij hebben (ook) Ibraahiem geïnspireerd en Ismaël en Isaac en Yacoeb, en de stammen, Isa, Job, Joenah, Haaroen en Soeleiman, en aan Dawoed gaven Wij de psalmen.
165. Boodschappers zijn dragers van goed nieuws en van waarschuwingen om te zorgen dat de mensheid niet tegen Allah pleit, nadat de Boodschappers (gekomen zijn). En Allah is altijd Almachtig, Alwijs.
166. Maar Allah getuigt voor wat Hij naar beneden heeft gestuurd voor jou, Hij heeft het met Zijn kennis naar beneden gestuurd, en de engelen getuigen. En Allah is voldoende als getuige.
170. O Mensheid! Waarlijk, tot jullie is een boodschapper gekomen met de waarheid van jullie Heer, geloof hem dus, het is beter voor jullie. Maar als jullie ongelovig zijn, dan is het zeker dat aan Allah, alles wat in de hemel en de aarde is, toebehoort. En Allah is altijd Alwetend, Alwijs.
171. O Mensen van het boek, overdrijf niet in jullie godsdienst, noch zeg over Allah niks anders dan de waarheid. De messias Isa, de zoon van Maryam was (niets meer) dan een boodschapper van Allah en Zijn woord (wees en het is) wat Hij Maryam heeft gegeven en de geest die door hem geschapen is; geloof dus in Allah en Zijn Boodschappers. Zeg niet: “Drie!” Stop! (Het is) beter voor jullie. Want Allah is (de enige) de Ene God, Verheerlijkt zij Hij (ver verheven is Hij) boven het hebben van een zoon. Aan Hem behoort alles wat in de hemelen is en alles wat op aarde is. En Allah is Voldoende voor de regeling van zaken.
172. De Messiah zal nooit zo trots zijn om te ontkennen dat hij een slaaf van Allah is, noch de engelen die in de nabijheid (van Allah) zijn. En iedereen die Zijn aanbidding verwerpt en trots is, die zal Hij allen tezamen tot Hemzelf verzamelen.
173. Dus, voor degenen die geloven en goede daden verricht hebben, geeft Hij hun (verdiende) beloning en meer uit Zijn overvloed. Maar degenen die Zijn aanbidding weigeren en trots zijn, zal Hij met een pijnlijke bestraffing straffen. En zij zullen voor zichzelf naast Allah geen beschermer of helper vinden.
174. O Mensheid! Waarlijk, tot jullie is een overtuigend bewijs gekomen van jullie Heer en Wij hebben tot jullie een duidelijk licht naar beneden gestuurd.
175. Dus voor degenen die in Allah geloven en zich aan Hem vasthouden, zal Hij hen Zijn genade en gunst geven en hen naar Zichzelf leiden door het rechte pad.
176. Zij zullen je om een geldige uitspraak vragen. Zeg: “Allah geeft (dus) aanwijzingen over degenen die geen nageslacht of ouders als erfgenamen hebben. Als het een man is die overlijdt, die een zuster nalaat, maar geen kind, dan krijgt zij de helft van zijn erfenis. Als (de overledene) een vrouw is, die geen kind nalaat (dan neemt haar broer de erfenis). Als er twee zusters zijn, dan zullen zij tweederde van de erfenis hebben, de man zal tweemaal het deel van een vrouw krijgen. (Dus) heeft Allah het voor jullie duidelijk gemaakt, zodat jullie niet afdwalen. En Allah is de Alwetende van alles.
Contents of the translations can be downloaded and re-published, with the following terms and conditions:
1. No modification, addition, or deletion of the content.
2. Clearly referring to the publisher and the source (QuranEnc.com).
3. Mentioning the version number when re-publishing the translation.
4. Keeping the transcript information inside the document.
5. Notifying the source (QuranEnc.com) of any note on the translation.
6. Updating the translation according to the latest version issued from the source (QuranEnc.com).
7. Inappropriate advertisements must not be included when displaying translations of the meanings of the Noble Quran.
Risultati della ricerca:
API specs
Endpoints:
Sura translation
GET / https://quranenc.com/api/v1/translation/sura/{translation_key}/{sura_number} description: get the specified translation (by its translation_key) for the speicified sura (by its number)
Parameters: translation_key: (the key of the currently selected translation) sura_number: [1-114] (Sura number in the mosshaf which should be between 1 and 114)
Returns:
json object containing array of objects, each object contains the "sura", "aya", "translation" and "footnotes".
GET / https://quranenc.com/api/v1/translation/aya/{translation_key}/{sura_number}/{aya_number} description: get the specified translation (by its translation_key) for the speicified aya (by its number sura_number and aya_number)
Parameters: translation_key: (the key of the currently selected translation) sura_number: [1-114] (Sura number in the mosshaf which should be between 1 and 114) aya_number: [1-...] (Aya number in the sura)
Returns:
json object containing the "sura", "aya", "translation" and "footnotes".