وه‌رگێڕانی ماناكانی قورئانی پیرۆز - وەرگێڕاوی هۆڵەندی * - پێڕستی وه‌رگێڕاوه‌كان

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

وه‌رگێڕانی ماناكان سوره‌تی: سورەتی الأحقاف   ئایه‌تی:

Soerat Al-Ahqaaf (Bochtige Zandpaden)

حمٓ
1. Ha Miem.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
تَنزِيلُ ٱلۡكِتَٰبِ مِنَ ٱللَّهِ ٱلۡعَزِيزِ ٱلۡحَكِيمِ
2. De openbaring van het boek is van Allah, de Almachtige, de Alwijze.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
مَا خَلَقۡنَا ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ وَمَا بَيۡنَهُمَآ إِلَّا بِٱلۡحَقِّ وَأَجَلٖ مُّسَمّٗىۚ وَٱلَّذِينَ كَفَرُواْ عَمَّآ أُنذِرُواْ مُعۡرِضُونَ
3. Wij hebben de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is niet anders geschapen dan in waarheid en voor een vastgestelde termijn. Maar de ongelovigen keren zich van dat waarvoor zij gewaarschuwd zijn af.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قُلۡ أَرَءَيۡتُم مَّا تَدۡعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ أَرُونِي مَاذَا خَلَقُواْ مِنَ ٱلۡأَرۡضِ أَمۡ لَهُمۡ شِرۡكٞ فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِۖ ٱئۡتُونِي بِكِتَٰبٖ مِّن قَبۡلِ هَٰذَآ أَوۡ أَثَٰرَةٖ مِّنۡ عِلۡمٍ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
4. Zeg (o, Mohammed): Vertel mij over datgene wat jullie naast Allah aanroepen! Wat hebben zij van de aarde geschapen? Of wat is hun deel (in de schepping) van de hemelen? Breng mij een boek met wat kennis, als jullie waarachtig zijn!
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَمَنۡ أَضَلُّ مِمَّن يَدۡعُواْ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَن لَّا يَسۡتَجِيبُ لَهُۥٓ إِلَىٰ يَوۡمِ ٱلۡقِيَٰمَةِ وَهُمۡ عَن دُعَآئِهِمۡ غَٰفِلُونَ
5. En wie is er verder afgedwaald dan degene die anderen naast Allah (aanroept), die hem niet antwoorden tot de dag der opstanding, en die zich (zelfs) niet bewust zijn van hun aanroepingen (tot hen).
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَإِذَا حُشِرَ ٱلنَّاسُ كَانُواْ لَهُمۡ أَعۡدَآءٗ وَكَانُواْ بِعِبَادَتِهِمۡ كَٰفِرِينَ
6. En als de mensheid verzameld is worden zij vijanden voor hen en zij zullen hun aanbidding ontkennen.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَإِذَا تُتۡلَىٰ عَلَيۡهِمۡ ءَايَٰتُنَا بَيِّنَٰتٖ قَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لِلۡحَقِّ لَمَّا جَآءَهُمۡ هَٰذَا سِحۡرٞ مُّبِينٌ
7. En als Onze duidelijke verzen voor hen gereciteerd worden, zeggen de ongelovigen over de waarheid als die hen bereikt: “Dit is duidelijke toverij!”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
أَمۡ يَقُولُونَ ٱفۡتَرَىٰهُۖ قُلۡ إِنِ ٱفۡتَرَيۡتُهُۥ فَلَا تَمۡلِكُونَ لِي مِنَ ٱللَّهِ شَيۡـًٔاۖ هُوَ أَعۡلَمُ بِمَا تُفِيضُونَ فِيهِۚ كَفَىٰ بِهِۦ شَهِيدَۢا بَيۡنِي وَبَيۡنَكُمۡۖ وَهُوَ ٱلۡغَفُورُ ٱلرَّحِيمُ
8. Of zij zeggen: “Hij (Mohammed) heeft het verzonnen.” Zeg (o, Mohammed) “Als ik het verzonnen had dan zouden jullie geen macht hebben om mij tegen bestraffing te helpen. Hij is als getuige tussen jullie en mij voldoende! En Hij is de Meest Vergevende, de Meest Barmhartige.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قُلۡ مَا كُنتُ بِدۡعٗا مِّنَ ٱلرُّسُلِ وَمَآ أَدۡرِي مَا يُفۡعَلُ بِي وَلَا بِكُمۡۖ إِنۡ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَيَّ وَمَآ أَنَا۠ إِلَّا نَذِيرٞ مُّبِينٞ
9. Zeg: “Ik ben niet de eerste onder de boodschappers noch weet ik wat er met mij of jullie zal gebeuren. Ik volg slechts wat aan mij geopenbaard is, en ik ben niets anders dan een duidelijke waarschuwer.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قُلۡ أَرَءَيۡتُمۡ إِن كَانَ مِنۡ عِندِ ٱللَّهِ وَكَفَرۡتُم بِهِۦ وَشَهِدَ شَاهِدٞ مِّنۢ بَنِيٓ إِسۡرَٰٓءِيلَ عَلَىٰ مِثۡلِهِۦ فَـَٔامَنَ وَٱسۡتَكۡبَرۡتُمۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَهۡدِي ٱلۡقَوۡمَ ٱلظَّٰلِمِينَ
10. Zeg (o Mohammed): “Vertel mij! Als dit (de Koran)van Allah is, en jullie het ontkennen, en een getuige van de kinderen van Israël verklaart dat deze Koran van Allah is zoals, dus hij geloofde terwijl jullie te hoogmoedig zijn.” Waarlijk! Allah leidt niet het volk dat onrechtvaardig is.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لِلَّذِينَ ءَامَنُواْ لَوۡ كَانَ خَيۡرٗا مَّا سَبَقُونَآ إِلَيۡهِۚ وَإِذۡ لَمۡ يَهۡتَدُواْ بِهِۦ فَسَيَقُولُونَ هَٰذَآ إِفۡكٞ قَدِيمٞ
11. En degenen die ongelovig zijn zeggen tegen degenen die geloven: “Als het (de Koran) iets goeds geweest was, zouden zij ons hierin niet zijn voorgegaan! En omdat zij zich daardoor niet hebben laten leiden zullen zij zeggen: “Dit is slechts een oude leugen!”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَمِن قَبۡلِهِۦ كِتَٰبُ مُوسَىٰٓ إِمَامٗا وَرَحۡمَةٗۚ وَهَٰذَا كِتَٰبٞ مُّصَدِّقٞ لِّسَانًا عَرَبِيّٗا لِّيُنذِرَ ٱلَّذِينَ ظَلَمُواْ وَبُشۡرَىٰ لِلۡمُحۡسِنِينَ
12. En hiervoor was het boek van Moesa als een leiding en een genade. En dit (de Koran) is een bevestiging van de eerdere boeken en is geopenbaard in Arabische taal om degenen die zondigen te waarschuwen en goede berichten te brengen aan de weldoeners.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
إِنَّ ٱلَّذِينَ قَالُواْ رَبُّنَا ٱللَّهُ ثُمَّ ٱسۡتَقَٰمُواْ فَلَا خَوۡفٌ عَلَيۡهِمۡ وَلَا هُمۡ يَحۡزَنُونَ
13. Waarlijk, degenen die zeggen: “Onze Heer is (slechts) Allah,” en daarna standvastig blijven, voor hen zal er geen angst zijn, noch zullen zij bedroefd zijn.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
أُوْلَٰٓئِكَ أَصۡحَٰبُ ٱلۡجَنَّةِ خَٰلِدِينَ فِيهَا جَزَآءَۢ بِمَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ
14. Dat zullen de bewoners van het paradijs zijn, daarin (altijd) verblijvend, - een beloning voor wat zij gedaan hebben.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَوَصَّيۡنَا ٱلۡإِنسَٰنَ بِوَٰلِدَيۡهِ إِحۡسَٰنًاۖ حَمَلَتۡهُ أُمُّهُۥ كُرۡهٗا وَوَضَعَتۡهُ كُرۡهٗاۖ وَحَمۡلُهُۥ وَفِصَٰلُهُۥ ثَلَٰثُونَ شَهۡرًاۚ حَتَّىٰٓ إِذَا بَلَغَ أَشُدَّهُۥ وَبَلَغَ أَرۡبَعِينَ سَنَةٗ قَالَ رَبِّ أَوۡزِعۡنِيٓ أَنۡ أَشۡكُرَ نِعۡمَتَكَ ٱلَّتِيٓ أَنۡعَمۡتَ عَلَيَّ وَعَلَىٰ وَٰلِدَيَّ وَأَنۡ أَعۡمَلَ صَٰلِحٗا تَرۡضَىٰهُ وَأَصۡلِحۡ لِي فِي ذُرِّيَّتِيٓۖ إِنِّي تُبۡتُ إِلَيۡكَ وَإِنِّي مِنَ ٱلۡمُسۡلِمِينَ
15. En Wij hebben de mens opgelegd om goed voor zijn ouders te zijn. Zijn moeder draagt hem in pijn en brengt hem voort in pijn en de zwangerschap van hem en het zogen van hem is dertig maanden; als hij de volledige kracht heeft en veertig jaar is geworden, zegt hij: “Mijn Heer! Geef mij de kracht en de mogelijkheid om dankbaar te zijn voor Uw gunsten die U mij en mijn ouders heeft gegeven, Zodat ik goede daden mag verrichten die U genoegen doen en maak mijn nageslacht rechtschapen. Waarlijk, ik keer mij vol berouw tot U, (want) ik behoor tot één van de moslims.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
أُوْلَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ نَتَقَبَّلُ عَنۡهُمۡ أَحۡسَنَ مَا عَمِلُواْ وَنَتَجَاوَزُ عَن سَيِّـَٔاتِهِمۡ فِيٓ أَصۡحَٰبِ ٱلۡجَنَّةِۖ وَعۡدَ ٱلصِّدۡقِ ٱلَّذِي كَانُواْ يُوعَدُونَ
16. Dat zijn degenen van wie Wij het beste van hun daden aannemen en hun slechte daden vergeven (negeren). (Zij zullen) onder de bewoners van het paradijs zijn, een belofte in waarheid, wat hen beloofd is.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَٱلَّذِي قَالَ لِوَٰلِدَيۡهِ أُفّٖ لَّكُمَآ أَتَعِدَانِنِيٓ أَنۡ أُخۡرَجَ وَقَدۡ خَلَتِ ٱلۡقُرُونُ مِن قَبۡلِي وَهُمَا يَسۡتَغِيثَانِ ٱللَّهَ وَيۡلَكَ ءَامِنۡ إِنَّ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقّٞ فَيَقُولُ مَا هَٰذَآ إِلَّآ أَسَٰطِيرُ ٱلۡأَوَّلِينَ
17. Maar degene die tegen zijn ouders zegt: “Oeff(een uiting van weinig respect net als het zuchten, boos kijken,terugpraten enz dat zijn vormen van oeqoeq.dus het zondig zijn tegenover de ouders dat behoort tot de grote zondes!) Houden jullie je aan de belofte vast dat ik (weer) opgewekt zal worden terwijl generaties voor mij overleden zijn. Dan roepen zij Allah aan voor hulp: “Wee voor jouw, geloof toch! Waarlijk de belofte van Allah is waar.” Maar hij zegt: “Dit is niets anders dan verhalen van de ouden.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
أُوْلَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ حَقَّ عَلَيۡهِمُ ٱلۡقَوۡلُ فِيٓ أُمَمٖ قَدۡ خَلَتۡ مِن قَبۡلِهِم مِّنَ ٱلۡجِنِّ وَٱلۡإِنسِۖ إِنَّهُمۡ كَانُواْ خَٰسِرِينَ
18. Dat zijn degenen waarvoor het woord gerechtvaardigd is onder de voorafgaande generaties van djinn en mensen. Waarlijk! Zij zijn de verliezers.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَلِكُلّٖ دَرَجَٰتٞ مِّمَّا عَمِلُواْۖ وَلِيُوَفِّيَهُمۡ أَعۡمَٰلَهُمۡ وَهُمۡ لَا يُظۡلَمُونَ
19. En voor allen zullen er gradaties zijn in overeenstemming met hun daden. Zodat (Allah) hen volledig voor hun daden zal vergoeden, zonder dat hen daarbij onrecht wordt aangedaan.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَيَوۡمَ يُعۡرَضُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ عَلَى ٱلنَّارِ أَذۡهَبۡتُمۡ طَيِّبَٰتِكُمۡ فِي حَيَاتِكُمُ ٱلدُّنۡيَا وَٱسۡتَمۡتَعۡتُم بِهَا فَٱلۡيَوۡمَ تُجۡزَوۡنَ عَذَابَ ٱلۡهُونِ بِمَا كُنتُمۡ تَسۡتَكۡبِرُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِ بِغَيۡرِ ٱلۡحَقِّ وَبِمَا كُنتُمۡ تَفۡسُقُونَ
20. De dag waarop zij die ongelovig waren, aan het vuur zullen blootgesteld worden. (Hun zal gezegd worden): “Jullie verbruikten jullie goede dingen tijdens jullie wereldse leven. Bovendien hebben jullie ervan genoten! Op deze dag zullen jullie vergoed worden met een vernederende bestraffing, want jullie liepen onterecht hoogmoedig over het land en (daarenboven) leefden jullie in zonde en losbandigheid.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
۞ وَٱذۡكُرۡ أَخَا عَادٍ إِذۡ أَنذَرَ قَوۡمَهُۥ بِٱلۡأَحۡقَافِ وَقَدۡ خَلَتِ ٱلنُّذُرُ مِنۢ بَيۡنِ يَدَيۡهِ وَمِنۡ خَلۡفِهِۦٓ أَلَّا تَعۡبُدُوٓاْ إِلَّا ٱللَّهَ إِنِّيٓ أَخَافُ عَلَيۡكُمۡ عَذَابَ يَوۡمٍ عَظِيمٖ
21. En gedenk de broeder van ‘Ad, toen hij zijn volk in de zandduinen in het zuidelijke gedeelte van het Arabisch Schiereiland waarschuwde. En zeker, voor hem zijn reeds waarschuwers gekomen en na hem (zeggende): “Aanbid niemand anders dan Allah; waarlijk, ik vrees voor jullie de bestraffing van de geweldige dag.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قَالُوٓاْ أَجِئۡتَنَا لِتَأۡفِكَنَا عَنۡ ءَالِهَتِنَا فَأۡتِنَا بِمَا تَعِدُنَآ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّٰدِقِينَ
22. Zij zeiden: “Ben jij tot ons gekomen om ons van onze goden te laten afkeren? Breng ons dan datgene waarmee je ons bedreigt, als je één van de waarachtigen bent!”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قَالَ إِنَّمَا ٱلۡعِلۡمُ عِندَ ٱللَّهِ وَأُبَلِّغُكُم مَّآ أُرۡسِلۡتُ بِهِۦ وَلَٰكِنِّيٓ أَرَىٰكُمۡ قَوۡمٗا تَجۡهَلُونَ
23. Hij zei: “De kennis is alleen bij Allah, en ik verkondig jullie datgene waarmee ik gestuurd ben, maar ik zie dat jullie een volk zijn dat aan de onwetendheid is gegeven!”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
فَلَمَّا رَأَوۡهُ عَارِضٗا مُّسۡتَقۡبِلَ أَوۡدِيَتِهِمۡ قَالُواْ هَٰذَا عَارِضٞ مُّمۡطِرُنَاۚ بَلۡ هُوَ مَا ٱسۡتَعۡجَلۡتُم بِهِۦۖ رِيحٞ فِيهَا عَذَابٌ أَلِيمٞ
24. Toen, wanneer zij het als een zachte wolk zagen die naar hun dalen kwam, zeiden zei: “Dit is een wolk die regen brengt!” Welnee, maar dit is datgene (de bestraffing) waarvan jullie hebben gevraagd om haar te bespoedigen! – een wind met daarin een pijnlijke bestraffing!
تەفسیرە عەرەبیەکان:
تُدَمِّرُ كُلَّ شَيۡءِۭ بِأَمۡرِ رَبِّهَا فَأَصۡبَحُواْ لَا يُرَىٰٓ إِلَّا مَسَٰكِنُهُمۡۚ كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡقَوۡمَ ٱلۡمُجۡرِمِينَ
25. Alles vernietigend door het bevel van haar Heer! Zo werden zij degenen waarvan niets meer te zien was, behalve hun woningen! Zo vergoeden Wij het volk dat misdadig is.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَلَقَدۡ مَكَّنَّٰهُمۡ فِيمَآ إِن مَّكَّنَّٰكُمۡ فِيهِ وَجَعَلۡنَا لَهُمۡ سَمۡعٗا وَأَبۡصَٰرٗا وَأَفۡـِٔدَةٗ فَمَآ أَغۡنَىٰ عَنۡهُمۡ سَمۡعُهُمۡ وَلَآ أَبۡصَٰرُهُمۡ وَلَآ أَفۡـِٔدَتُهُم مِّن شَيۡءٍ إِذۡ كَانُواْ يَجۡحَدُونَ بِـَٔايَٰتِ ٱللَّهِ وَحَاقَ بِهِم مَّا كَانُواْ بِهِۦ يَسۡتَهۡزِءُونَ
26. En voorwaar, Wij hebben hen zeker datgene (macht) gegeven wat Wij jullie niet hebben gegeven! En Wij voorzagen hen met gehoor, zicht, en harten. Toch baatten hun gehoor, hun zicht en hun harten hun niet, Doordat zij de tekenen van Allah ontkenden, en zij waren volledig omringd door datgene wat zij plachten te bespotten!
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَلَقَدۡ أَهۡلَكۡنَا مَا حَوۡلَكُم مِّنَ ٱلۡقُرَىٰ وَصَرَّفۡنَا ٱلۡأٓيَٰتِ لَعَلَّهُمۡ يَرۡجِعُونَ
27. En voorwaar Wij hebben steden om jullie heen vernietigd en Wij hebben de tekenen op verschillende manieren getoond zodat zij mogen terugkeren.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
فَلَوۡلَا نَصَرَهُمُ ٱلَّذِينَ ٱتَّخَذُواْ مِن دُونِ ٱللَّهِ قُرۡبَانًا ءَالِهَةَۢۖ بَلۡ ضَلُّواْ عَنۡهُمۡۚ وَذَٰلِكَ إِفۡكُهُمۡ وَمَا كَانُواْ يَفۡتَرُونَ
28. Waarom hebben degenen die zij naast Allah als goden hebben aangenomen, als een manier (om Allah) te benaderen) hen niet geholpen? Welnee, maar zij zijn volledig van hen verdwenen. En dat was hun leugen, en hun bedenkingen die zij bedacht hadden.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَإِذۡ صَرَفۡنَآ إِلَيۡكَ نَفَرٗا مِّنَ ٱلۡجِنِّ يَسۡتَمِعُونَ ٱلۡقُرۡءَانَ فَلَمَّا حَضَرُوهُ قَالُوٓاْ أَنصِتُواْۖ فَلَمَّا قُضِيَ وَلَّوۡاْ إِلَىٰ قَوۡمِهِم مُّنذِرِينَ
29. En (gedenk) toen Wij een aantal jinns naar jouw (o, Mohammed) richting stuurden. Zij luisterden naar de Koran tijdens hun aanwezigheid (bij de fadjr-recitatie van Mohammed), waarop zij (onderling) zeiden: “Luister aandachtig!” Na afloop keerden zij (vervuld met vrees voor de bestraffing) terug als waarschuwers voor hun volk.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
قَالُواْ يَٰقَوۡمَنَآ إِنَّا سَمِعۡنَا كِتَٰبًا أُنزِلَ مِنۢ بَعۡدِ مُوسَىٰ مُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيۡهِ يَهۡدِيٓ إِلَى ٱلۡحَقِّ وَإِلَىٰ طَرِيقٖ مُّسۡتَقِيمٖ
30. Zij zeiden: “O volk van ons! Waarlijk, wij hebben een boek (de Koran) gehoord dat ná (de Thaura van) Moesa is neergedaald, ter bevestiging van wat daarvoor was. Het leidt naar de waarheid en naar het rechte pad.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
يَٰقَوۡمَنَآ أَجِيبُواْ دَاعِيَ ٱللَّهِ وَءَامِنُواْ بِهِۦ يَغۡفِرۡ لَكُم مِّن ذُنُوبِكُمۡ وَيُجِرۡكُم مِّنۡ عَذَابٍ أَلِيمٖ
31. O volk van ons! Geef gehoor aan Allahs oproeper (Mohammed) en geloof in hem. Hij (Allah) zal jullie jullie zonden vergeven en jullie van een pijnlijke bestraffing (in de hel) redden."
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَمَن لَّا يُجِبۡ دَاعِيَ ٱللَّهِ فَلَيۡسَ بِمُعۡجِزٖ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَلَيۡسَ لَهُۥ مِن دُونِهِۦٓ أَوۡلِيَآءُۚ أُوْلَٰٓئِكَ فِي ضَلَٰلٖ مُّبِينٍ
32. (Maar) zij die geen gehoor geven aan Allah's oproep, zullen niet in staat zijn om op aarde (of elders aan Hem) te ontsnappen, noch zullen er (buiten Hem) awliyaa` (helpers, beschermers) zijn (tegen Allah's bestraffing). Dat zijn degenen die in een duidelijke dwaling verkeren.”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
أَوَلَمۡ يَرَوۡاْ أَنَّ ٱللَّهَ ٱلَّذِي خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ وَلَمۡ يَعۡيَ بِخَلۡقِهِنَّ بِقَٰدِرٍ عَلَىٰٓ أَن يُحۡـِۧيَ ٱلۡمَوۡتَىٰۚ بَلَىٰٓۚ إِنَّهُۥ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ
33. Zien zij dan niet dat Allah, Die de hemelen en de aarde geschapen heeft en door hun schepping niet vermoeid geworden is, in staat is om het leven aan de doden te geven? Welzeker, Hij is zeker tot alles in staat.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
وَيَوۡمَ يُعۡرَضُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ عَلَى ٱلنَّارِ أَلَيۡسَ هَٰذَا بِٱلۡحَقِّۖ قَالُواْ بَلَىٰ وَرَبِّنَاۚ قَالَ فَذُوقُواْ ٱلۡعَذَابَ بِمَا كُنتُمۡ تَكۡفُرُونَ
34. En op de dag dat degenen die ongelovig waren aan het vuur worden blootgesteld (zal er tegen hen gezegd worden): “Is dit niet de waarheid?” Zij zullen zeggen: “Jazeker, bij Onze Heer!” Hij zal zeggen: “Proef dan de bestraffing van het vuur omdat jullie ongelovig waren!”
تەفسیرە عەرەبیەکان:
فَٱصۡبِرۡ كَمَا صَبَرَ أُوْلُواْ ٱلۡعَزۡمِ مِنَ ٱلرُّسُلِ وَلَا تَسۡتَعۡجِل لَّهُمۡۚ كَأَنَّهُمۡ يَوۡمَ يَرَوۡنَ مَا يُوعَدُونَ لَمۡ يَلۡبَثُوٓاْ إِلَّا سَاعَةٗ مِّن نَّهَارِۭۚ بَلَٰغٞۚ فَهَلۡ يُهۡلَكُ إِلَّا ٱلۡقَوۡمُ ٱلۡفَٰسِقُونَ
35. Wees daarom geduldig zoals de bezitters (boodschappers)van de sterke wil. En vraag geen bespoediging voor hen. Op de dag dat zij (de ernst van de bestraffing) zien die hen was beloofd, (bekruipt hen het gevoel) dat ze niet langer dan een uur van de dag (op aarde) hebben doorgebracht. (Deze Koran is voldoende als) duidelijke boodschap. Maar niemand anders zal vernietigd worden behalve het volk dat verdorven is.
تەفسیرە عەرەبیەکان:
 
وه‌رگێڕانی ماناكان سوره‌تی: سورەتی الأحقاف
پێڕستی سوره‌ته‌كان ژمارەی پەڕە
 
وه‌رگێڕانی ماناكانی قورئانی پیرۆز - وەرگێڕاوی هۆڵەندی - پێڕستی وه‌رگێڕاوه‌كان

وەرگێڕاوی ماناکانی قورئانی پیرۆز بۆ زمانی هۆڵەندی، وەرگێڕان: ناوەندی ئیسلامی هۆڵەندی، کارکردن لەسەری بەردەوامە.

داخستن