ߞߎ߬ߙߣߊ߬ ߞߟߊߒߞߋ ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߤߏߟߊ߲ߘߌߞߊ߲ ߘߟߊߡߌߘߊ * - ߘߟߊߡߌߘߊ ߟߎ߫ ߦߌ߬ߘߊ߬ߥߟߊ

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌ߬ߘߊ߬ߟߌ ߝߐߘߊ ߘߏ߫: ߟߏ߲߫ ߞߍߕߊ ߝߐߘߊ   ߟߝߊߙߌ ߘߏ߫:

Soerat Al-Waaqiah (De Onoverkomelijke Gebeurtenis)

إِذَا وَقَعَتِ ٱلۡوَاقِعَةُ
1. Wanneer de gebeurtenis (de dag des oordeels) plaatsvindt.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَيۡسَ لِوَقۡعَتِهَا كَاذِبَةٌ
2. Er is geen ontkenning van deze plaatsvinding.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
خَافِضَةٞ رَّافِعَةٌ
3. Het zal (sommigen) naar beneden halen; (en anderen) zullen verheven worden;
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِذَا رُجَّتِ ٱلۡأَرۡضُ رَجّٗا
4. Wanneer de aarde met een vreselijke beweging geschud zal worden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَبُسَّتِ ٱلۡجِبَالُ بَسّٗا
5. En de bergen verpulverd zullen worden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَكَانَتۡ هَبَآءٗ مُّنۢبَثّٗا
6. Zodat het zwevende stofdeeltjes worden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَكُنتُمۡ أَزۡوَٰجٗا ثَلَٰثَةٗ
7. En jullie in drie soorten zullen zijn.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَأَصۡحَٰبُ ٱلۡمَيۡمَنَةِ مَآ أَصۡحَٰبُ ٱلۡمَيۡمَنَةِ
8. Aldus degenen aan de rechterzijde, wie zullen degene van de rechterzijde zij?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَصۡحَٰبُ ٱلۡمَشۡـَٔمَةِ مَآ أَصۡحَٰبُ ٱلۡمَشۡـَٔمَةِ
9. En degenen aan de linkerzijde – wie zullen degenen zijn aan de linkerzijde (mensen van het vuur)?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَٱلسَّٰبِقُونَ ٱلسَّٰبِقُونَ
10. En de eersten in het goede (de metgezellen en die hun eerlijk volgen) zij zullen de eersten zijn (die slagen).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أُوْلَٰٓئِكَ ٱلۡمُقَرَّبُونَ
11. Zij zullen degenen zijn die het dichtst in de nabijheid van Allah zijn.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فِي جَنَّٰتِ ٱلنَّعِيمِ
12. In de tuinen der vreugde.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ثُلَّةٞ مِّنَ ٱلۡأَوَّلِينَ
13. Een groot aantal van hen zullen van de eerste generaties zijn.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَقَلِيلٞ مِّنَ ٱلۡأٓخِرِينَ
14. En weinig van hen zullen uit latere generaties komen (dus hoe hard hebben wij het nodig om sterk te blijven in de Islam en om kans te maken op het eeuwige en zelfs tijdelijke succes).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
عَلَىٰ سُرُرٖ مَّوۡضُونَةٖ
15. Zij zullen op bedden zijn geweefd met goud en kostbare stenen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
مُّتَّكِـِٔينَ عَلَيۡهَا مُتَقَٰبِلِينَ
16. Daarin rustend, elkaar aankijkend.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
يَطُوفُ عَلَيۡهِمۡ وِلۡدَٰنٞ مُّخَلَّدُونَ
17. Zij zullen door onsterfelijke knapen bediend worden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
بِأَكۡوَابٖ وَأَبَارِيقَ وَكَأۡسٖ مِّن مَّعِينٖ
18. Met bekers en kannen en een glas van de stromende wijn.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَّا يُصَدَّعُونَ عَنۡهَا وَلَا يُنزِفُونَ
19. Waarvan zij noch hoofdpijn krijgen, noch bedwelmd raken.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَفَٰكِهَةٖ مِّمَّا يَتَخَيَّرُونَ
20. En fruit, dat zij mogen uitkiezen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَلَحۡمِ طَيۡرٖ مِّمَّا يَشۡتَهُونَ
21. En vlees van vogels die zij wensen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَحُورٌ عِينٞ
22. En (er zullen) mooie, goede vrouwen zijn met wijde, liefelijke ogen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
كَأَمۡثَٰلِ ٱللُّؤۡلُوِٕ ٱلۡمَكۡنُونِ
23. Zoals bewaarde parels.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
جَزَآءَۢ بِمَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ
24. Een beloning voor wat zij gedaan hebben.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَا يَسۡمَعُونَ فِيهَا لَغۡوٗا وَلَا تَأۡثِيمًا
25. Zij zullen daar geen nutteloos gepraat horen noch zondige spraak (denk aan muziek en roddelen, vooral over de geleerden en degenen die uitnodigen naar de Islam).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِلَّا قِيلٗا سَلَٰمٗا سَلَٰمٗا
26. Maar slechts het zeggen van: “Vrede! Vrede!”
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَصۡحَٰبُ ٱلۡيَمِينِ مَآ أَصۡحَٰبُ ٱلۡيَمِينِ
27. En degenen aan de rechterzijde, wie zullen degenen zijn aan de rechterzijde zijn?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فِي سِدۡرٖ مَّخۡضُودٖ
28. (Zij zullen zijn) tussen doornloze lotusbomen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَطَلۡحٖ مَّنضُودٖ
29. Tussen bananenbomen met fruit boven elkaar gestapeld.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَظِلّٖ مَّمۡدُودٖ
30. In uitgestrekte schaduw.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَمَآءٖ مَّسۡكُوبٖ
31. Bij voortdurend stromend water.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَفَٰكِهَةٖ كَثِيرَةٖ
32. En een overvloed aan fruit.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَّا مَقۡطُوعَةٖ وَلَا مَمۡنُوعَةٖ
33. Waarvan het seizoen niet beperkt is, en hun toevoer zal niet afgesneden worden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَفُرُشٖ مَّرۡفُوعَةٍ
34. En op banken hoog verheven.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِنَّآ أَنشَأۡنَٰهُنَّ إِنشَآءٗ
35. Waarlijk, Wij hebben hen (de vrouwen van het paradijs) geschapen in een speciale schoonheid.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَجَعَلۡنَٰهُنَّ أَبۡكَارًا
36. En hen tot maagden gemaakt.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
عُرُبًا أَتۡرَابٗا
37. (Slechts hun echtgenoten) lief te hebben, aan leeftijd gelijk.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لِّأَصۡحَٰبِ ٱلۡيَمِينِ
38. Voor degenen aan de rechterzijde.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ثُلَّةٞ مِّنَ ٱلۡأَوَّلِينَ
39. Een groot aantal van degenen uit de eerste generatie.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَثُلَّةٞ مِّنَ ٱلۡأٓخِرِينَ
40. En een klein aantal van degenen van de latere generaties.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَصۡحَٰبُ ٱلشِّمَالِ مَآ أَصۡحَٰبُ ٱلشِّمَالِ
41. En degenen aan de linkerzijde– wie zullen degenen zijn van de linkerzijde?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فِي سَمُومٖ وَحَمِيمٖ
42. In harde, hete wind en kokend water,
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَظِلّٖ مِّن يَحۡمُومٖ
43. En schaduw van zwarte rook.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَّا بَارِدٖ وَلَا كَرِيمٍ
44. (Die schaduw) noch koel, noch aangenaam.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِنَّهُمۡ كَانُواْ قَبۡلَ ذَٰلِكَ مُتۡرَفِينَ
45. Waarlijk, hiervoor zwelgden zij in luxe.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَكَانُواْ يُصِرُّونَ عَلَى ٱلۡحِنثِ ٱلۡعَظِيمِ
46. En volhardden in grote zonden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَكَانُواْ يَقُولُونَ أَئِذَا مِتۡنَا وَكُنَّا تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَءِنَّا لَمَبۡعُوثُونَ
47. En zij plachten te zeggen: “Als wij sterven en tot stof en beenderen geworden zijn, zullen wij dan inderdaad herrijzen?”
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَوَءَابَآؤُنَا ٱلۡأَوَّلُونَ
48. En ook onze voorvaders?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
قُلۡ إِنَّ ٱلۡأَوَّلِينَ وَٱلۡأٓخِرِينَ
49. Zeg : “Jazeker de eersten en degenen van latere tijd.”
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَمَجۡمُوعُونَ إِلَىٰ مِيقَٰتِ يَوۡمٖ مَّعۡلُومٖ
50. Allen zullen zeker samen gebracht worden voor de vastgestelde ontmoeting van een bekende dag.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ثُمَّ إِنَّكُمۡ أَيُّهَا ٱلضَّآلُّونَ ٱلۡمُكَذِّبُونَ
51. Waarlijk, vervolgens zullen jullie, o afgedwaalde verloochenaars.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَأٓكِلُونَ مِن شَجَرٖ مِّن زَقُّومٖ
52. Zeker van de boom van Zaqqoem eten (die in de hel groeit).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَمَالِـُٔونَ مِنۡهَا ٱلۡبُطُونَ
53. Dan zullen jullie je buiken daarmee vullen.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَشَٰرِبُونَ عَلَيۡهِ مِنَ ٱلۡحَمِيمِ
54. En daar bovenop het kokende water drinken.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَشَٰرِبُونَ شُرۡبَ ٱلۡهِيمِ
55. Aldus zullen jullie (dat) drinken als dorstige kamelen!”
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
هَٰذَا نُزُلُهُمۡ يَوۡمَ ٱلدِّينِ
56. Dat zal hun verblijfplaats zijn op de dag der vergelding!
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
نَحۡنُ خَلَقۡنَٰكُمۡ فَلَوۡلَا تُصَدِّقُونَ
57. Wij schiepen jullie, waarom geloofden jullie ons dan niet?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَفَرَءَيۡتُم مَّا تُمۡنُونَ
58. Hebben jullie het menselijke zaad gezien wat jullie afscheiden?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ءَأَنتُمۡ تَخۡلُقُونَهُۥٓ أَمۡ نَحۡنُ ٱلۡخَٰلِقُونَ
59. Zijn jullie het die het geschapen hebben of zijn Wij de Schepper?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
نَحۡنُ قَدَّرۡنَا بَيۡنَكُمُ ٱلۡمَوۡتَ وَمَا نَحۡنُ بِمَسۡبُوقِينَ
60. Wij hebben voor jullie allen de dood bepaald en Wij zijn vol in macht.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
عَلَىٰٓ أَن نُّبَدِّلَ أَمۡثَٰلَكُمۡ وَنُنشِئَكُمۡ فِي مَا لَا تَعۡلَمُونَ
61. Om jullie te vervangen door andere die gelijk aan jullie zijn en jullie op te wekken in wat jullie niet weten.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَلَقَدۡ عَلِمۡتُمُ ٱلنَّشۡأَةَ ٱلۡأُولَىٰ فَلَوۡلَا تَذَكَّرُونَ
62. En voorwaar, jullie hebben de eerste schepping leren kennen, waarom trekken jullie daar dan geen lering uit?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَفَرَءَيۡتُم مَّا تَحۡرُثُونَ
63. Zien jullie het zaad dat jullie in de grond gezaaid hebben.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ءَأَنتُمۡ تَزۡرَعُونَهُۥٓ أَمۡ نَحۡنُ ٱلزَّٰرِعُونَ
64. Zijn jullie het die het laten groeien of laten wij het groeien?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَوۡ نَشَآءُ لَجَعَلۡنَٰهُ حُطَٰمٗا فَظَلۡتُمۡ تَفَكَّهُونَ
65. Als het Onze wil was geweest zouden Wij het tot droge stukken kunnen laten inkrimpen, en jullie zouden er dan spijt van hebben.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِنَّا لَمُغۡرَمُونَ
66. (Zeggende): “Wij zijn zeker gestraft.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
بَلۡ نَحۡنُ مَحۡرُومُونَ
67. Welnee, maar wij zijn afgesneden."
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱلۡمَآءَ ٱلَّذِي تَشۡرَبُونَ
68. Zien jullie Het water dat jullie drinken.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ءَأَنتُمۡ أَنزَلۡتُمُوهُ مِنَ ٱلۡمُزۡنِ أَمۡ نَحۡنُ ٱلۡمُنزِلُونَ
69. Zijn jullie het die het uit de regenwolken naar beneden laten vallen, of zijn het Wij die het naar beneden laten komen?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَوۡ نَشَآءُ جَعَلۡنَٰهُ أُجَاجٗا فَلَوۡلَا تَشۡكُرُونَ
70. Als Wij het gewild hadden dan hadden Wij het zout kunnen maken (waardoor het onbruikbaar wordt), waarom bedanken jullie (Allah) dan niet?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱلنَّارَ ٱلَّتِي تُورُونَ
71. Zien jullie het vuur dat jullie aansteken.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
ءَأَنتُمۡ أَنشَأۡتُمۡ شَجَرَتَهَآ أَمۡ نَحۡنُ ٱلۡمُنشِـُٔونَ
72. Zijn jullie het die de boom daarvoor hebben geschapen? Of zijn Wij de schepper?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
نَحۡنُ جَعَلۡنَٰهَا تَذۡكِرَةٗ وَمَتَٰعٗا لِّلۡمُقۡوِينَ
73. Wij maakten het tot een herinnering; en een nuttig iets voor het gebruik van reizigers.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَسَبِّحۡ بِٱسۡمِ رَبِّكَ ٱلۡعَظِيمِ
74. Verheerlijk dan de Naam van jullie Heer, de Allergrootste.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
۞ فَلَآ أُقۡسِمُ بِمَوَٰقِعِ ٱلنُّجُومِ
75. Dus zweer Ik bij het ondergaan van de sterren.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَإِنَّهُۥ لَقَسَمٞ لَّوۡ تَعۡلَمُونَ عَظِيمٌ
76. En waarlijk, dat is zeker een grote eed, als jullie het maar wisten.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِنَّهُۥ لَقُرۡءَانٞ كَرِيمٞ
77. Dit is zeker een eerbare Koran.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فِي كِتَٰبٖ مَّكۡنُونٖ
78. In een goed bewaard boek (Lawhul al-mahfuudh).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
لَّا يَمَسُّهُۥٓ إِلَّا ٱلۡمُطَهَّرُونَ
79. Dat niemand kan aanraken behalve degenen die rein zijn (in staat zijn van reinheid, al-wudhu).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
تَنزِيلٞ مِّن رَّبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
80. Een openbaring van de Heer van de werelden.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
أَفَبِهَٰذَا ٱلۡحَدِيثِ أَنتُم مُّدۡهِنُونَ
81. Is het dit bericht dat jullie het ontkennen?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَتَجۡعَلُونَ رِزۡقَكُمۡ أَنَّكُمۡ تُكَذِّبُونَ
82. En in plaats van (Allah te bedanken) voor de voorziening die Hij geeft, in tegendeel, ontkennen jullie Hem.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَلَوۡلَآ إِذَا بَلَغَتِ ٱلۡحُلۡقُومَ
83. Waarom bemiddelen jullie niet wanneer (de ziel van een stervende) de keel bereikt?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَنتُمۡ حِينَئِذٖ تَنظُرُونَ
84. En jullie er op het moment naar kijken,
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَنَحۡنُ أَقۡرَبُ إِلَيۡهِ مِنكُمۡ وَلَٰكِن لَّا تُبۡصِرُونَ
85. Maar Wij zijn dichter bij hem (de persoon die sterft) dan jullie, maar jullie zien het niet.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَلَوۡلَآ إِن كُنتُمۡ غَيۡرَ مَدِينِينَ
86. Waarom doen jullie het dan niet, - als jullie van de verrekening en de vergelding worden uitgezonderd.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
تَرۡجِعُونَهَآ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
87. Breng de ziel dan terug (naar het lichaam) als jullie waarachtig zijn?
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَأَمَّآ إِن كَانَ مِنَ ٱلۡمُقَرَّبِينَ
88. Dan als hij (de persoon die sterft) tot degenen die in de nabijheid van Allah worden gebracht, behoort.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَرَوۡحٞ وَرَيۡحَانٞ وَجَنَّتُ نَعِيمٖ
89. (Er is voor hem) rust en voorziening, en een tuin der vreugde.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَمَّآ إِن كَانَ مِنۡ أَصۡحَٰبِ ٱلۡيَمِينِ
90. En als hij (de stervende) tot degenen van de rechterzijde behoort.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَسَلَٰمٞ لَّكَ مِنۡ أَصۡحَٰبِ ٱلۡيَمِينِ
91. Dan is er veiligheid en vrede voor (jullie als jullie) tot de rechterzijde (behoren).
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَأَمَّآ إِن كَانَ مِنَ ٱلۡمُكَذِّبِينَ ٱلضَّآلِّينَ
92. Maar als hij (de persoon die sterft) tot de dwalende verloochenaars behoort.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَنُزُلٞ مِّنۡ حَمِيمٖ
93. Dan is er voor hem een verblijfplaats van kokend water.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
وَتَصۡلِيَةُ جَحِيمٍ
94. En het branden in het hellevuur.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ حَقُّ ٱلۡيَقِينِ
95. Waarlijk, dit is de hele waarheid, in zekerheid.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
فَسَبِّحۡ بِٱسۡمِ رَبِّكَ ٱلۡعَظِيمِ
96. Verheerlijk dus de Naam van jouw Heer, de Allergrootste.
ߊߙߊߓߎߞߊ߲ߡߊ ߞߘߐߦߌߘߊ ߟߎ߬:
 
ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌ߬ߘߊ߬ߟߌ ߝߐߘߊ ߘߏ߫: ߟߏ߲߫ ߞߍߕߊ ߝߐߘߊ
ߝߐߘߊ ߟߎ߫ ߦߌ߬ߘߊ߬ߥߟߊ ߞߐߜߍ ߝߙߍߕߍ
 
ߞߎ߬ߙߣߊ߬ ߞߟߊߒߞߋ ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߤߏߟߊ߲ߘߌߞߊ߲ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߘߟߊߡߌߘߊ ߟߎ߫ ߦߌ߬ߘߊ߬ߥߟߊ

ߞߎ߬ߙߣߊ߬ ߞߟߊߒߞߋ ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌߘߊ ߤߏߟߊ߲ߘߌߞߊ߲ ߘߐ߫.

ߘߊߕߎ߲߯ߠߌ߲