மொழிபெயர்ப்பு அத்தியாயம் அல்முஃமினூன் - டச்சு மொழிபெயர்ப்பு - மொழிபெயர்ப்புக்கான ருவ்வாத் சென்டர் - பக்க எண் 342 - அல்குர்ஆன் கலைக்களஞ்சியம்

Al-Moeminoen

வசனம்: 1

قَدۡ أَفۡلَحَ ٱلۡمُؤۡمِنُونَ

1. (Absoluut) succesvol zijn de gelovigen (in Allah en Zijn boodschapper doordat zij handelen naar Zijn geboden en wegblijven van Zijn verboden).

வசனம்: 2

ٱلَّذِينَ هُمۡ فِي صَلَاتِهِمۡ خَٰشِعُونَ

2. (Dit zijn) degenen die volle ghoesjoe (vrees: een hoge staat van het geloof, dit komt middels nuttige kennis opblijven doen tot je sterft) hebben in hun gebeden.

வசனம்: 3

وَٱلَّذِينَ هُمۡ عَنِ ٱللَّغۡوِ مُعۡرِضُونَ

3. En degenen die zich van de schadelijke woorden afkeren ^[1].

[1]volgens het begrip van de leerlingen van de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, dus de sahabah, valt hier onder ook muziek.

வசனம்: 4

وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِلزَّكَوٰةِ فَٰعِلُونَ

4. En degenen die de Zakat betalen.

வசனம்: 5

وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِفُرُوجِهِمۡ حَٰفِظُونَ

5. En degenen die hun kuisheid behoeden.

வசனம்: 6

إِلَّا عَلَىٰٓ أَزۡوَٰجِهِمۡ أَوۡ مَا مَلَكَتۡ أَيۡمَٰنُهُمۡ فَإِنَّهُمۡ غَيۡرُ مَلُومِينَ

6. Behalve voor hun vrouwen of wat hun rechterhand bezit – voor hen, zijn zij vrij van de schande;

வசனம்: 7

فَمَنِ ٱبۡتَغَىٰ وَرَآءَ ذَٰلِكَ فَأُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡعَادُونَ

7. Maar iedereen die meer dan dat wil, zij zijn de overtreders.

வசனம்: 8

وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِأَمَٰنَٰتِهِمۡ وَعَهۡدِهِمۡ رَٰعُونَ

8. Degenen die oprecht trouw zijn aan datgene wat hun toegewezen is en aan hun verbond;

வசனம்: 9

وَٱلَّذِينَ هُمۡ عَلَىٰ صَلَوَٰتِهِمۡ يُحَافِظُونَ

9. En degenen die hun gebeden strikt onderhouden ^[1].

[1]dus binnen de tijd, dit is de hoofdeigenschap van de moslim; dat hij zijn gebeden op tijd worden verricht op welke planeet hij zich ook bevindt, ook op werk of school.

வசனம்: 10

أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡوَٰرِثُونَ

10. Zij zijn zeker de erfgenamen.

வசனம்: 11

ٱلَّذِينَ يَرِثُونَ ٱلۡفِرۡدَوۡسَ هُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ

11. Die het paradijs zullen beërven. Zij zullen daarin voor altijd verblijven.

வசனம்: 12

وَلَقَدۡ خَلَقۡنَا ٱلۡإِنسَٰنَ مِن سُلَٰلَةٖ مِّن طِينٖ

12. En voorwaar, Wij hebben de mens uit een extract van klei geschapen.

வசனம்: 13

ثُمَّ جَعَلۡنَٰهُ نُطۡفَةٗ فِي قَرَارٖ مَّكِينٖ

13. Vervolgens maakten Wij hem als een waterdruppel (en brachten het onder) in een veilig verblijfplaats (de baarmoeder).

வசனம்: 14

ثُمَّ خَلَقۡنَا ٱلنُّطۡفَةَ عَلَقَةٗ فَخَلَقۡنَا ٱلۡعَلَقَةَ مُضۡغَةٗ فَخَلَقۡنَا ٱلۡمُضۡغَةَ عِظَٰمٗا فَكَسَوۡنَا ٱلۡعِظَٰمَ لَحۡمٗا ثُمَّ أَنشَأۡنَٰهُ خَلۡقًا ءَاخَرَۚ فَتَبَارَكَ ٱللَّهُ أَحۡسَنُ ٱلۡخَٰلِقِينَ

14. Vervolgens vormden Wij de waterdruppel tot een klonter, daarna maakten Wij van de klonter een kleine vleesklomp, vervolgens maakten Wij uit die kleine vleesklomp beenderen, vervolgens bekleedden Wij die beenderen met vlees en dan brachten Wij het voort als een andere schepping. Gezegend dus is Allah, de beste der Scheppers.

வசனம்: 15

ثُمَّ إِنَّكُم بَعۡدَ ذَٰلِكَ لَمَيِّتُونَ

15. En hierna, zullen jullie zeker sterven.

வசனம்: 16

ثُمَّ إِنَّكُمۡ يَوۡمَ ٱلۡقِيَٰمَةِ تُبۡعَثُونَ

16. Dan zeker zullen jullie op de Dag der Opstanding herrijzen.

வசனம்: 17

وَلَقَدۡ خَلَقۡنَا فَوۡقَكُمۡ سَبۡعَ طَرَآئِقَ وَمَا كُنَّا عَنِ ٱلۡخَلۡقِ غَٰفِلِينَ

17. En voorwaar Wij hebben boven jullie zeven hemelen geschapen, en Wij zijn nooit onachtzaam tegenover de schepping (maar van alles alwetend).