Kur'an-ı Kerim meal tercümesi - الترجمة الهولندية * - Mealler fihristi

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

Anlam tercümesi Sure: Sûretu'd-Duhân   Ayet:

Soerat Ad-Dochaan (De Rook)

حمٓ
1. Ha Miem.[1]
[1] Bekijk de voetnoten van vers 1 van Soera Al-Baqarah.
Arapça tefsirler:
وَٱلۡكِتَٰبِ ٱلۡمُبِينِ
2. Bij dit duidelijke Boek (de Koran) dat zaken verduidelijkt,
Arapça tefsirler:
إِنَّآ أَنزَلۡنَٰهُ فِي لَيۡلَةٖ مُّبَٰرَكَةٍۚ إِنَّا كُنَّا مُنذِرِينَ
3. Wij sturen het naar beneden in een gezegende nacht. Waarlijk, Wij waarschuwen voortdurend.
Arapça tefsirler:
فِيهَا يُفۡرَقُ كُلُّ أَمۡرٍ حَكِيمٍ
4. Daarin is alles bepaald (in die nacht).
Arapça tefsirler:
أَمۡرٗا مِّنۡ عِندِنَآۚ إِنَّا كُنَّا مُرۡسِلِينَ
5. Een bevel van Ons. Waarlijk, Wij sturen voortdurend.
Arapça tefsirler:
رَحۡمَةٗ مِّن رَّبِّكَۚ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلۡعَلِيمُ
6. (Als) een genade van jullie Heer. Waarlijk! Hij is de Alhorende, de Alwetende.
Arapça tefsirler:
رَبِّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَآۖ إِن كُنتُم مُّوقِنِينَ
7. De Heer van de hemelen en de aarde en wat daartussen is, als jullie een zeker geloof hadden.
Arapça tefsirler:
لَآ إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ يُحۡيِۦ وَيُمِيتُۖ رَبُّكُمۡ وَرَبُّ ءَابَآئِكُمُ ٱلۡأَوَّلِينَ
8. Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij. Het is Hij die het leven geeft en de dood veroorzaakt, - jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen.
Arapça tefsirler:
بَلۡ هُمۡ فِي شَكّٖ يَلۡعَبُونَ
9. Welnee! Zij verkeren zeker in twijfel.
Arapça tefsirler:
فَٱرۡتَقِبۡ يَوۡمَ تَأۡتِي ٱلسَّمَآءُ بِدُخَانٖ مُّبِينٖ
10. Wachten jullie dan maar op de Dag waarop de hemel een zichtbare rook zal voortbrengen.
Arapça tefsirler:
يَغۡشَى ٱلنَّاسَۖ هَٰذَا عَذَابٌ أَلِيمٞ
11. Die de mensen bedekt. die een pijnlijke bestraffing zal zijn.
Arapça tefsirler:
رَّبَّنَا ٱكۡشِفۡ عَنَّا ٱلۡعَذَابَ إِنَّا مُؤۡمِنُونَ
12. (zij zullen dan smeken maar dan is het te laat) “Onze Heer! Verwijder de bestraffing van ons, waarlijk wij zullen gelovigen worden!”
Arapça tefsirler:
أَنَّىٰ لَهُمُ ٱلذِّكۡرَىٰ وَقَدۡ جَآءَهُمۡ رَسُولٞ مُّبِينٞ
13. Hoe kan er van hen een vermaning komen als een boodschapper al gekomen is en de zaken duidelijk heeft uitgelegd.
Arapça tefsirler:
ثُمَّ تَوَلَّوۡاْ عَنۡهُ وَقَالُواْ مُعَلَّمٞ مَّجۡنُونٌ
14. Dan keren zij zich van hem af en zeggen: “Iemand onderricht, een dwaas!"
Arapça tefsirler:
إِنَّا كَاشِفُواْ ٱلۡعَذَابِ قَلِيلًاۚ إِنَّكُمۡ عَآئِدُونَ
15. Waarlijk, Wij zullen korte tijd de bestraffing verwijderen. Waarlijk! Jullie zullen terugkeren.
Arapça tefsirler:
يَوۡمَ نَبۡطِشُ ٱلۡبَطۡشَةَ ٱلۡكُبۡرَىٰٓ إِنَّا مُنتَقِمُونَ
16. Op de Dag zullen Wij jullie met de grootste greep grijpen. Waarlijk, Wij zullen jullie precies vergoeden.
Arapça tefsirler:
۞ وَلَقَدۡ فَتَنَّا قَبۡلَهُمۡ قَوۡمَ فِرۡعَوۡنَ وَجَآءَهُمۡ رَسُولٞ كَرِيمٌ
17. En voorwaar Wij hebben voor hen het volk van Farao beproefd, toen er tot hen een edele boodschapper kwam.
Arapça tefsirler:
أَنۡ أَدُّوٓاْ إِلَيَّ عِبَادَ ٱللَّهِۖ إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
18. Zeggende: “Geef aan mij de slaven van Allah terug. Waarlijk! Ik ben voor jullie een boodschapper, het vertrouwen waard,-
Arapça tefsirler:
وَأَن لَّا تَعۡلُواْ عَلَى ٱللَّهِۖ إِنِّيٓ ءَاتِيكُم بِسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٖ
19. En verhef (jullie lusten) niet boven Allah. Waarlijk, ik ben tot jullie met een duidelijk bewijs gekomen.
Arapça tefsirler:
وَإِنِّي عُذۡتُ بِرَبِّي وَرَبِّكُمۡ أَن تَرۡجُمُونِ
20. En waarlijk, ik zoek mijn toevlucht bij mijn Heer en jullie Heer, zodat jullie mij niet zullen stenigen.
Arapça tefsirler:
وَإِن لَّمۡ تُؤۡمِنُواْ لِي فَٱعۡتَزِلُونِ
21. Maar als jullie mij niet geloven, blijf dan van mij weg en laat mij met rust.”
Arapça tefsirler:
فَدَعَا رَبَّهُۥٓ أَنَّ هَٰٓؤُلَآءِ قَوۡمٞ مُّجۡرِمُونَ
22. Dus hij riep zijn Heer: “Dit zijn zeker de mensen die misdadig zijn.”
Arapça tefsirler:
فَأَسۡرِ بِعِبَادِي لَيۡلًا إِنَّكُم مُّتَّبَعُونَ
23. “Trek met Mijn slaven in de nacht weg. Zeker, jullie zullen vervolgd worden.
Arapça tefsirler:
وَٱتۡرُكِ ٱلۡبَحۡرَ رَهۡوًاۖ إِنَّهُمۡ جُندٞ مُّغۡرَقُونَ
24. En zij lieten de zee zoals het is. Waarlijk, zij zijn een leger om verdronken te worden.”
Arapça tefsirler:
كَمۡ تَرَكُواْ مِن جَنَّٰتٖ وَعُيُونٖ
25. Hoeveel tuinen en bronnen lieten zij achter?
Arapça tefsirler:
وَزُرُوعٖ وَمَقَامٖ كَرِيمٖ
26. En korenvelden en goede plaatsen,
Arapça tefsirler:
وَنَعۡمَةٖ كَانُواْ فِيهَا فَٰكِهِينَ
27. En luxe van het leven waarin zij zich verheugden!
Arapça tefsirler:
كَذَٰلِكَۖ وَأَوۡرَثۡنَٰهَا قَوۡمًا ءَاخَرِينَ
28. Zowas het! En Wij lieten het door andere mensen beërven.
Arapça tefsirler:
فَمَا بَكَتۡ عَلَيۡهِمُ ٱلسَّمَآءُ وَٱلۡأَرۡضُ وَمَا كَانُواْ مُنظَرِينَ
29. En de hemelen en de aarde huilden niet voor hen, noch gaven zij uitstel.
Arapça tefsirler:
وَلَقَدۡ نَجَّيۡنَا بَنِيٓ إِسۡرَٰٓءِيلَ مِنَ ٱلۡعَذَابِ ٱلۡمُهِينِ
30. En voorwaar Wij redden de Kinderen van Israël van een vernederende bestraffing,
Arapça tefsirler:
مِن فِرۡعَوۡنَۚ إِنَّهُۥ كَانَ عَالِيٗا مِّنَ ٱلۡمُسۡرِفِينَ
31. Van de Farao, waarlijk! Hij was arrogant en behoorden tot de buitensporigen.
Arapça tefsirler:
وَلَقَدِ ٱخۡتَرۡنَٰهُمۡ عَلَىٰ عِلۡمٍ عَلَى ٱلۡعَٰلَمِينَ
32. En Wij verkozen hen met kennis van de werelden.
Arapça tefsirler:
وَءَاتَيۡنَٰهُم مِّنَ ٱلۡأٓيَٰتِ مَا فِيهِ بَلَٰٓؤٞاْ مُّبِينٌ
33. En gaven hen tekenen waarin een duidelijke beproeving was.
Arapça tefsirler:
إِنَّ هَٰٓؤُلَآءِ لَيَقُولُونَ
34. Waarlijk deze mensen zeggen:
Arapça tefsirler:
إِنۡ هِيَ إِلَّا مَوۡتَتُنَا ٱلۡأُولَىٰ وَمَا نَحۡنُ بِمُنشَرِينَ
35. “Er is niets anders dan onze eerste dood en wij zullen niet herrijzen.
Arapça tefsirler:
فَأۡتُواْ بِـَٔابَآئِنَآ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
36. Breng dan onze voorvaderen terug als jullie de waarheid spreken!"
Arapça tefsirler:
أَهُمۡ خَيۡرٌ أَمۡ قَوۡمُ تُبَّعٖ وَٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ أَهۡلَكۡنَٰهُمۡۚ إِنَّهُمۡ كَانُواْ مُجۡرِمِينَ
37. Zijn zij beter of het volk van ‘Toebba’ voor hen? Wij vernietigden hen omdat zij zeker misdadigers waren.
Arapça tefsirler:
وَمَا خَلَقۡنَا ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ وَمَا بَيۡنَهُمَا لَٰعِبِينَ
38. En Wij schiepen niet de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is voor uitsluitend spel,
Arapça tefsirler:
مَا خَلَقۡنَٰهُمَآ إِلَّا بِٱلۡحَقِّ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ
39. Wij schiepen hen niet behalve met waarheid maar de meesten van hen weten het niet.
Arapça tefsirler:
إِنَّ يَوۡمَ ٱلۡفَصۡلِ مِيقَٰتُهُمۡ أَجۡمَعِينَ
40. Waarlijk, de Dag des Oordeels is voor allen voor hen op een aangewezen tijd,
Arapça tefsirler:
يَوۡمَ لَا يُغۡنِي مَوۡلًى عَن مَّوۡلٗى شَيۡـٔٗا وَلَا هُمۡ يُنصَرُونَ
41. De Dag waarop geen dienaar noch een andere dienaar kan helpen, noch kunnen zij geholpen worden.
Arapça tefsirler:
إِلَّا مَن رَّحِمَ ٱللَّهُۚ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
42. Behalve voor hen waarvoor Allah genade heeft [1]. Waarlijk, Hij is de Almachtige, de meest Genadevolle.
[1] De mensen die daarvoor gewerkt hebben middels kennis opdoen, ernaar handelen, gebeden op tijd verrichten (ook op werk of school), ect.
Arapça tefsirler:
إِنَّ شَجَرَتَ ٱلزَّقُّومِ
43. Waarlijk, de boom van Zaqqoem.
Arapça tefsirler:
طَعَامُ ٱلۡأَثِيمِ
44. Zal het voedsel voor de zondaren zijn,
Arapça tefsirler:
كَٱلۡمُهۡلِ يَغۡلِي فِي ٱلۡبُطُونِ
45. Zoals kokende olie zal het in hun buiken komen,
Arapça tefsirler:
كَغَلۡيِ ٱلۡحَمِيمِ
46. Zoals kokend, verzengend water.
Arapça tefsirler:
خُذُوهُ فَٱعۡتِلُوهُ إِلَىٰ سَوَآءِ ٱلۡجَحِيمِ
47. “Grijp hem en sleep (op zijn gezicht) hem naar het binnenste van het laaiende vuur,
Arapça tefsirler:
ثُمَّ صُبُّواْ فَوۡقَ رَأۡسِهِۦ مِنۡ عَذَابِ ٱلۡحَمِيمِ
48. Giet vervolgens over zijn hoofd de bestraffing van het kokende water.
Arapça tefsirler:
ذُقۡ إِنَّكَ أَنتَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلۡكَرِيمُ
49. Proef (dit)! Waarlijk, jij machtige en vrijgevende persoon!"
Arapça tefsirler:
إِنَّ هَٰذَا مَا كُنتُم بِهِۦ تَمۡتَرُونَ
50. Waarlijk! Dit is waarover jullie twijfelden!
Arapça tefsirler:
إِنَّ ٱلۡمُتَّقِينَ فِي مَقَامٍ أَمِينٖ
51. Waarlijk! De godvrezenden zullen op een veilige plaats zijn.
Arapça tefsirler:
فِي جَنَّٰتٖ وَعُيُونٖ
52. Tussen tuinen en bronnen.
Arapça tefsirler:
يَلۡبَسُونَ مِن سُندُسٖ وَإِسۡتَبۡرَقٖ مُّتَقَٰبِلِينَ
53. Gekleed in fijne zijden en (ook) in dikke zijde elkaar aankijkend.
Arapça tefsirler:
كَذَٰلِكَ وَزَوَّجۡنَٰهُم بِحُورٍ عِينٖ
54. Zo (zal het zijn) en Wij zullen hen aan de maagden met sprekende grote ogen huwen.
Arapça tefsirler:
يَدۡعُونَ فِيهَا بِكُلِّ فَٰكِهَةٍ ءَامِنِينَ
55. Zij zullen daar om elke soort fruit roepen in vrede en veiligheid.
Arapça tefsirler:
لَا يَذُوقُونَ فِيهَا ٱلۡمَوۡتَ إِلَّا ٱلۡمَوۡتَةَ ٱلۡأُولَىٰۖ وَوَقَىٰهُمۡ عَذَابَ ٱلۡجَحِيمِ
56. Zij zullen daar nooit de dood proeven, behalve de eerste dood, en Hij zal hen van de bestraffing van het laaiende vuur redden.
Arapça tefsirler:
فَضۡلٗا مِّن رَّبِّكَۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلۡفَوۡزُ ٱلۡعَظِيمُ
57. Als een overvloed van jullie Heer! Dat zal een geweldig succes zijn!
Arapça tefsirler:
فَإِنَّمَا يَسَّرۡنَٰهُ بِلِسَانِكَ لَعَلَّهُمۡ يَتَذَكَّرُونَ
58. Zeker, Wij hebben dit (de Koran) voor jullie tongen gemakkelijk gemaakt zodat jullie het zullen onthouden [1].
[1]Laten we dan Arabisch leren om dit te kunnen bereiken inplaats van uitstellen en lui zijn.
Arapça tefsirler:
فَٱرۡتَقِبۡ إِنَّهُم مُّرۡتَقِبُونَ
59. Wacht dus af (o, Mohammed) waarlijk zij wachten ook.
Arapça tefsirler:
 
Anlam tercümesi Sure: Sûretu'd-Duhân
Surelerin fihristi Sayfa numarası
 
Kur'an-ı Kerim meal tercümesi - الترجمة الهولندية - Mealler fihristi

ترجمة معاني القرآن الكريم إلى اللغة الهولندية، للمركز الإسلامي الهولندي. جار العمل عليها.

Kapat