2. Reis dus vrij gedurende vier maanden door het land, maar weet dat jullie niet kunnen ontsnappen aan Allah en Allah zal de ongelovigen vernederen [1].
[1]Het is heel belangrijk om de context te begrijpen waarin sommige verzen zijn neergedaald. In tijden van zwakte, in tijden van onderdrukking of in tijden dat de hele wereld de moslims wilden uitroeien omdat het Islamitische systeem gericht is op de zwakken, de wezen, de vrouwen en om het geld van de staat eerlijk te verdelen onder de burgers gelovigen of niet-gelovig en nooit voor eigenbelang! Daarvoor zijn er eisen gesteld die aanwezig moeten zijn in elke Islamitische leider voordat hij leider wordt, ontbreken die of zelfs één vervalt de leiderschap en moet wel iemand naar voren worden geschoven die wel die eisen heeft.
3. En een aankondiging van Allah en Zijn boodschapper aan de mensheid op de dag van de grote Hadj dat Allah vrij is van de afgodenaanbidders en Zijn boodschapper ook. Dus als jullie spijt betuigen, is dat beter voor jullie, maar als jullie je afkeren, weet dan dat jullie niet kunnen ontsnappen aan Allah. En geef het bericht van een pijnlijke bestraffing aan degenen die niet geloven.
4. Behalve degenen van de afgodenaanbidders waar jullie een verdrag mee hebben afgesloten en die jullie in geen enkel opzicht tekort hebben gedaan en die niemand hebben geholpen tegen jullie. Kom hun verdrag dus na tot het einde van de afgesproken tijd. Zeker, Allah houdt van de godvrezenden.
5. Als dan de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodenaanbidders waar jullie hen kunnen vinden en neem hen gevangen en overwin hen en bereid voor ieder van hen een overval voor. Maar als zij spijt betuigen en de gebeden perfect verrichten en zakaat geven, laat hun weg dan vrij. Waarlijk, Allah is de meest Genadevolle, de meest Barmhartige.
6. En als iemand van de afgodaanbidders, bij jullie bescherming zoekt, geef hem dan bescherming, zodat hij het woord van Allah moge horen en begeleid hem tot hij in veiligheid is, dat is omdat er mensen zijn die niet weten. [1]
[1] Ondanks de haat van de niet-moslims tegenover de moslims, dit vooral tijdens de oorlog, zelfverdediging, haat en samenspanning tegen de moslims. Nog steeds blijft er een genade en veiligheid binnen de Islam tegenover de vijanden van de Islam.
7. Hoe kan er een verbond met Allah en Zijn boodschapper voor de polytheïsten zijn, behalve met degenen waarmee je in de buurt van de Masjied al-Haram een verbond heb gesloten? Zo lang zij eerlijk voor jullie zijn, wees ook eerlijk voor hen, wees oprecht met hen. Waarlijk, Allah houdt van de godvrezenden.
8. Hoe (kan er zo’n verbond met hen zijn) dat wanneer jullie door hen overwonnen worden dat zij niet de banden nakomen tegenover jullie, noch op die van de verwantschap noch op die van het verbond. Met (goede woorden) uit hun monden, verheugen zij jullie, maar hun harten zijn tegen jullie en de meesten van hen zijn verdorvenen.
11. Maar als zij berouw tonen, de gebeden perfect verrichten en zakaat geven, dan zijn zij jullie broeders in het geloof. (Op deze manier) hebben Wij de tekenen nauwkeurig uitgelegd aan een volk dat weet.
12. Maar als zij hun eden geweld aandoen, nadat het verbond is aangegaan en jullie godsdienst aanvallen met afwijzing en kritiek, bevecht dan de leiders van het ongeloof - zodat zij ophouden want zeker hun eden zijn niets voor hen.
13. Zullen jullie niet tegen een volk vechten dat zijn eden verbroken heeft en de bedoeling had om de boodschapper te verbannen, terwijl zij jullie eerst aanvallen? Vrezen jullie hen? Allah heeft meer recht dat jullie Hem vrezen, als jullie gelovigen zijn.
14. Bevecht hen, zodat Allah hen door jullie handen bestraft en vernedert en jullie de overwinning over hen behalen en de borsten van de gelovige mensen helen.
16. Denken jullie dat jullie met rust gelaten worden, voordat Allah degenen onder jullie test die hard gestreefd hebben en gevochten en niet raadgevers van de ongelovigen naast Allah en Zijn boodschapper, en de gelovigen, hebben genomen. Allah is zich goed bewust wat jullie doen.
17. Het is niet voor de polytheïsten om de moskeeën van Allah te onderhouden, terwijl zij tegen zichzelf getuigen van het ongeloof. Dit zijn nutteloze werken en in het vuur zullen zij verblijven.
18. De moskeeën van Allah zullen alleen door degenen die in Allah en de laatste dag geloven onderhouden worden, verricht het gebed perfect en geef zakaat en vrees niemand, behalve Allah. Zij zijn het waarvan verwacht wordt dat zij onder de ware leiding zijn.
19. Beschouwen jullie de verstrekking van drinkwater aan pelgrims en het onderhoud van de Masdjied al-Haram gelijkwaardig aan degene die in Allah en de laatste dag geloven en hard streven en vechten voor de zaak van Allah? In de ogen van Allah zijn zij niet gelijkwaardig. Allah leidt niet die mensen die onrechtvaardig zijn.
20. Degenen die geloven en emigreren en hard streven en met hun bezittingen en hun leven vechten voor de zaak van Allah hebben bij Allah een veel hogere status. Zij zijn de geslaagden!
23. O jullie die geloven! Neem jullie vaders en broeders, als zij de voorkeur aan het ongeloof boven het geloof geven, niet tot bondgenoten. En ieder van jullie die dat doet, is één van de onrechtvaardigen.
24. Zeg: “Als jullie vaders, jullie zonen, jullie broeders, jullie vrouwen, jullie verwanten de weelde die jullie verdiend hebben, de handel waarin je een verlies vreest, en de huizen waarin jullie verheugd zijn, jullie dierbaarder zijn dan Allah en Zijn boodschapper, en hard streven en vechten voor Zijn zaak, wacht dan tot Allah jullie Zijn besluit geeft. En Allah leidt niet de mensen die verdorven zijn [1]."
[1]dat benadrukt het belang van een pure, zuivere band die de moslim moet hebben met zijn Heer, dus het gebed op tijd, kennis blijven op doen over het geloof moet bij iedere moslim op nummer één staan.
25. Zeker, Allah heeft jullie de overwinning op vele (doorslaggevende) veldslagen gegeven, alsook op de dag van Hoenayn, toen jullie verheugd waren over jullie grote aantallen (nl. 12.000 strijders) maar deze (overmacht) was hen niet van nut (vanwege hun blakend zelfvertrouwen). En de aarde, zo groot als het was, sloot jullie in (totdat het jullie te benauwd werd), waardoor jullie (het slagveld) de rug toekeerden en op de vlucht sloegen (voor de minder talrijke vijand).
26. Daarop heeft Allah Zijn Rust doen neerdalen in de (harten van de) boodschapper en die van de gelovigen. En (Hij) stuurde hulptroepen (bestaande uit engelen) die jullie niet konden waarnemen, en strafte (daarmee) de ongelovigen. Dat is de vergoeding voor de ongelovigen (en ongetwijfeld hun verdiende loon).
28. O jullie die geloven! Waarlijk, de afgodenaanbidders zijn onrein. Laat hen dus niet in de buurt van Masdjied al-Haram komen na dit jaar en als jullie bang voor de armoede zijn, dan zal Allah jullie verrijken uit Zijn overvloed indien Hij dat wil. Zeker, Allah is Alwetend, Alwijs.
29. Bestrijd degenen die niet in Allah geloven, noch in de laatste dag noch verbieden wat door Allah en Zijn boodschapper verboden is, en degenen die de godsdienst van de waarheid niet erkennen onder de mensen van het Boek tot zij de schatting (al-djizjah) betalen en nederig zijn. [1]
[1] Dit betalen de niet-moslims om onder gezag van de moslims te leven en bescherming, en rechten genieten zonder onderdrukt of onrecht aangedaan te worden. Dit vervalt echter onder de vrouwen, kinderen, ouderen en de armen. De geschiedenis is daar zeker een getuige van als verlichting.
30. En de joden zeggen: “Ezra is de zoon van Allah,” en de christenen zeggen: “Messiah is de zoon van Allah.” Dat zijn uitspraken uit hun monden. Zij imiteren de uitspraken van de oude ongelovigen. Allah Zijn vloek zij op hen; hoe zij van de waarheid zijn afgedwaald!
31. Zij namen hun rabbijnen en monniken tot hun heren naast Allah en (zij namen ook) de Messiah, zoon van Maryam (tot hun heer), terwijl zij bevolen waren om niemand behalve de Ene God te aanbidden. Geen heeft het recht aanbeden te worden behalve Hij. Verheven is Hij boven datgene wat zij aan deelgenoten toekennen. [1]
[1] Een metgezel van de Profeet was vóór zijn bekering tot de Islam, een christen. Hij vertelde op een dag aan de profeet dat hij niet de mensen ging aanbidden. Zijn begrip van aanbidding was dat het ging om knielen en buigen. De Profeet antwoordde met een tegenvraag. Hij reageerde namelijk met de vraag of zij niet hetgeen wat verboden was, tot toegestaan hebben verklaard, en hetgeen toegestaan was zij niet tot verboden hebben verklaard. De metgezel die gaf als antwoord op de vraag dat dat klopte. Waarop de profeet antwoordde dat dat ook een aanbidding is. Het valt zelfs onder grote shirk (afgoderij). Want alleen Allah bepaald wat verboden en toegestaan is. Dus wanneer een koning of geleerde halal maakt wat Allah sht haram heeft gemaakt of andersom dan is dat een grote vorm van Shirk in de Roeboebijah dus in de alleenrecht van Allah in zijn heerschappij.
32. Zij willen Allah Zijn licht doven met hun monden maar Allah staat dat niet toe, (in plaats daarvan) wordt Zijn licht geperfectioneerd zelfs al haten de ongelovigen het.
33. Hij is het Die Zijn boodschapper gestuurd heeft met leiding en omde godsdienst van de waarheid over alle andere godsdiensten superieur te maken, zelfs als de polytheïsten het haten.
34. O jullie die geloven! Veel van de rabbijnen en monniken verslinden de weelde van de mensheid in leugen en hinderen (hen) op het weg van Allah. En er zijn er die het goud en zilver hamsteren en het niet op de weg van Allah uitgeven [1] – verkondig aan hen een pijnlijke bestraffing.
[1]Het betrekking tot goede daden , en het voeden van de armen en behoeftigen.
35. Op de dag dat het bezit (waarop geen zakaat werd betaald) in het hellevuur zal verhit worden en waarmee vervolgens over hun voorhoofden, hun zijden en hun ruggen gestreken zal worden (op die dag zal hun worden gezegd:) “Dit is de schat die jullie voor jullie zelf gehamsterd hebben. Proef nu dan wat jullie gehamsterd hebben!”
36. Waarlijk, het aantal maanden bij Allah is twaalf (in een jaar), zo was het door Allah op de dag toen Hij de hemelen en de aarde schiep bevolen; vier hiervan zijn heilig. Dat is de juiste godsdienst, doen jullie daarin geen onrecht aan en vecht gezamenlijk tegen de afgodenaanbidders, omdat zij gezamenlijk tegen jullie vechten. Maar weet dat Allah met degenen is die godvrezend zijn.
37. Het uitstellen (dus de maanden uitstellen om daarmee het geloof naar de hand te zetten) is zeker een toevoeging aan het ongeloof; daarmee worden de ongelovigen misleid, want zij maken één jaar wettig en verbieden een ander jaar om het aantal maanden dat door Allah verboden is, aan te passen, en verklaren ongewijd wat Allah heilig heeft gemaakt. Het kwaad van hun daden schijnt hen genoegen te doen. En Allah leidt het ongelovige volk niet.
38. O jullie die geloven! Wat scheelt jullie, om zo zwaar aan de aarde bleven vaststeken toen jullie gevraagd werd om voort te marcheren voor de zaak van Allah? Zijn jullie meer verheugd met het leven van deze wereld dan dat van het hiernamaals? Gering is het vermaak van het leven van deze wereld, als je het met dat van het hiernamaals vergelijkt.
39. Als jullie niet voort marcheren, zal Hij jullie een pijnlijke bestraffing geven en jullie door een ander volk vervangen en jullie kunnen Hem in het geheel niet kwetsen en Allah is tot alle dingen in staat.
40. Als jullie hem (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) niet helpen, voorzeker Allah heeft hem beslist geholpen toen de ongelovigen hem wegjoegen (en hij) de tweede van twee was toen zij in de grot waren (zijn metgezel was Abou Bakr) en hij tegen zijn metgezel zei: “Wees niet bedroefd (of bang), zeker Allah is met ons.” Toen stuurde Allah kalmte neer over hem en sterkte hem met hulptroepen die jullie niet zien en maakte het woord van degenen die ongelovig waren het allerlaagste, terwijl het het woord van Allah het allerhoogste is en Allah is Almachtig, Alwijs.
41. Marcheer voort, of jullie dat nu licht zijn of zwaar vinden, streef hard met jullie bezittingen en jullie leven voor de zaak van Allah. Dat is beter voor jullie, als jullie het maar weten.
42. Als het een gemakkelijke winst was of een gemakkelijke reis, dan zouden zij (dit stuk gaat nu over de huichelaars die dus de Islam uiten en van binnen twijfels hebben maar toch meedoen) jou gevolgd zijn, maar de afstand was lang voor hen en zij zouden bij Allah zweren: “Als wij maar gekund hadden dan zouden wij zeker met jullie zijn meegegaan.” Zij vernielen zichzelf en Allah weet dat het leugenaars zijn.
43. Moge Allah jou vergeven. Waarom heb je hen toestemming gegeven (om niet mee te hoeven strijden) voordat het duidelijk werd degenen die de waarheid vertellen en degene die leugenaars zijn?
44. Degenen die in Allah en de laatste dag geloven zouden niet om jouw toestemming gevraagd hebben om niet met hun bezittingen en hun leven te vechten gevraagd hebben en Allah is de Alwetende van de godvrezenden.
45. Het zijn slechts degenen die niet in Allah en de laatste dag geloven en wiens harten in twijfel zijn die om jouw toestemming vragen. In hun twijfel huiveren zij dus.
46. En als zij de bedoeling hadden om uit te trekken, zouden zij daar zeker voorbereidingen voor maken, maar Allah was ertegen dat zij voort werden gestuurd, Hij liet hen dus achter en er werd gezegd: “Zitten jullie bij degenen die (thuis) zitten.”
47. Als zij met jullie uit gemarcheerd waren, zouden zij aan jullie niets anders dan wanorde hebben toegevoegd en zij zouden zich gehaast hebben om in jullie midden (corruptie te verspreiden) en tot opruiing onder jullie hebben aangezet, en er zijn sommigen onder jullie die naar hen geluisterd zouden hebben. En Allah is de Alwetende van de onrechtvaardigen.
48. Waarlijk, zij hebben eerder over opruiing samengezworen en de zaken van jullie in de war gebracht – tot de waarheid kwam en de Verkondiging van Allah duidelijk werd, hoewel zij het haatten.
49. En onder hen is degene die zegt: “Geef mij toestemming en beproef mij niet.” Zeker zij zijn voor de beproeving gezakt. En waarlijk, de hel omringt de ongelovigen.
50. Als het goede je treft, bedroeft het hen, maar als een ramp jou treft, zeggen zij: “Wij hebben al eerder onze voorzorgsmaatregelen getroffen,” en zij keren zich verheugd af [1].
[1]in deze stukken van de Koran zien we veel eigenschappen van de huichelaars, moge Allah ons daarvan beschermen.
52. Zeg: “Wachten jullie op (iets) van ons behalve op één van de twee beste dingen terwijl, wij op niets anders wachten dan dat Allah jullie van Hem of met jullie handen met een bestraffing treft. Wacht dus, wij wachten met jullie.”
53. Zeg: “Geef uit (op de weg van Allah) vrijwillig of onvrijwillig, het zal van jullie niet geaccepteerd worden. Waarlijk, jullie zijn altijd een volk dat verdorven is.”
54. En niets weerhoudt hun bijdrage van de acceptatie behalve dat zij ongelovig in Allah en Zijn boodschapper zijn; en dat zij niet tot het gebed kwamen behalve met een luie houding en dat zij slecht onwillig een bijdrage gaven.
55. Laat hun weelde noch hun kinderen je verheugen; in werkelijkheid is het Allah Zijn plan hen te bestraffen met deze dingen in dit leven van de wereld en dat hun zielen zullen vertrekken, terwijl zij ongelovig zijn.
58. En onder hen zijn er die jou beschuldigen in de zaak van de aalmoezen. Als zij daar een deel van krijgen zijn zij blij, maar als zij niets krijgen, zie! Zij zijn woedend!
59. Waren zij maar tevreden geweest met datgene wat Allah en Zijn boodschapper hen gegeven hadden en hadden zij maar gezegd: “Allah is voldoende voor ons. Allah zou ons Zijn overvloed geven en (ook) Zijn boodschapper Wij smeken (dat) Allah (ons zal verrijken).”
60. De verplichte liefdadigheid is door Allah ingesteld en is slechts bedoeld voor de armen en de behoeftigen en degenen die in dienst zijn gesteld om de fondsen te innen en voor degenen wiens harten vastgezet zijn en om gevangenen te bevrijden; en voor de schuldenaren; en voor Allahs zaak en voor de reiziger. En Allah is Alwetend, Alwijs.
61. En onder hen zijn mensen die de Profeet kwetsen en zeggen: “Hij (leent) zijn oor (voor al het nieuws).” Zeg: “Hij luistert naar datgene wat het beste voor jullie is; hij gelooft in Allah; heeft vertrouwen in de gelovigen en is een genade voor degenen van jullie die geloven.” Maar degenen die de boodschapper kwetsen, zullen een pijnlijke bestraffing hebben.
62. Zij zweren bij Allah voor jullie om jullie een genoegen te doen, maar het is passender als zij Allah en Zijn boodschapper zouden tevreden maken, als zij gelovigen waren (maar dat zijn zij niet, omdat zij hypocrieten zijn).
63. Weten zij niet dat iedereen die tegen Allah en Zijn boodschapper is, zeker voor hen, het hellevuur wordt hun eeuwige verblijf. Dat is een buitengewone vernedering.
64. De hypocrieten vrezen dat er een soerah over hen geopenbaard zou worden, die laat zien wat er in hun harten is. Zeg: “Spot! Maar Allah zal alles aan het licht brengen waar jullie bang voor zijn.”
65. Als je hen (hierover) ondervraagt, verklaren zij: “Wij maakten slechts grapjes (grapjes over het geloof)” Zeg: “Was het over Allah en Zijn tekenen en Zijn boodschapper waarmee jullie spotten?”
66. Geef geen verontschuldiging, jullie waren ongelovig, nadat jullie geloofd hebben. Als Wij sommigen van jullie zullen vergeven, zullen Wij anderen van jullie bestraffen, omdat zij misdadigers zijn.
67. De hypocrieten, mannen en vrouwen, horen bij elkaar; zij moedigen (de mensen) aan tot het verworpene en verbieden (de mensen) het goede en zij sluiten hun handen (zij helpen elkaar dus om het geloof te bestrijden en te verzwakken). Zij hebben Allah vergeten, dus heeft Hij hen vergeten. Waarlijk, de hypocrieten zijn de verdorvenen.
68. Allah heeft de hypocrieten, mannen, vrouwen en de ongelovigen, het vuur van de hel beloofd, daarin zullen zij verblijven. Het zal voor hen voldoende zijn. Allah heeft hen vervloekt en voor hen is er een altijd durende bestraffing.
69. Zoals degenen voor jullie, zij waren machtiger in kracht dan jullie en overvloediger in weelde en nageslacht. Zij hebben een poosje van hun deel genoten, geniet dus een poosje van jullie deel, zoals degenen voor jullie een poosje van hun deel genoten hebben en jullie opgaan in spel en vermaak, zoals zij in spel en vermaak opgingen. Zo zijn degenen wiens daden nutteloos in deze wereld zijn en in het hiernamaals. Zo zijn degenen die verliezen.
70. Heeft het verhaal van degenen vóór hen, hen niet bereikt. De mensen van Noeh, ‘Ad en Thamoed, het volk van Ibraahiem, de bewoners van Median en de verwoeste steden, tot hen kwamen boodschappers met duidelijke bewijzen. Het was dus niet Allah die hen onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan.
71. De gelovigen, mannen en vrouwen zijn bondgenoten voor elkaar, zij sporen (de mensen) aan tot het behoorlijke en verbieden (de mensen) het verwerpelijke zij verrichten volmaakt hun gebeden en geven zakaat en gehoorzamen Allah en Zijn boodschapper. Allah zal genade met hen hebben. Zeker Allah is Almachtig, Alwijs.
72. Allah heeft de gelovige mannen en vrouwen tuinen beloofd waar rivieren onderdoor stromen, om daarin voor altijd te verblijven. Alsook prachtige verblijfplaatsen in de tuinen van Eden (‘Adn). Maar het tevredenheid van Allah is groter. Dat is een overweldigend succes.
73. O, Profeet! Streef hard tegen de ongelovigen en de hypocrieten en wees hard voor hen, en hun verblijfplaats is de hel en dit is zeker de ergste bestemming [1].
[1]zoals eerder uitgelegd is, gaat dit vers om mensen die graag oorlog willen met de moslims, geen vrede met hen wilt en juist alleen maar vijandschap.
74. Zij zwoeren bij Allah dat zij niets gezegd hebben, maar in werkelijkheid spreken zij woorden van ongeloof en zij zijn ongelovig, nadat zij de Islam geaccepteerd hebben, zij nemen zich (iets) voor waar zij niet toe in staat zijn en zij konden geen enkele reden vinden, behalve waar Allah en Zijn boodschapper hen mee verrijkt heeft van Zijn overvloed. Als zij er dan spijt van hebben, zal dat beter voor hen zijn, maar als zij zich afkeren, zal Allah hen met een pijnlijke bestraffing in dit wereldse leven bestraffen en in het hiernamaals. En er is op aarde niemand voor hen die een beschermer of helper is.
75. En onder hen zijn er sommigen die een belofte met Allah hebben gesloten (zeggende): “Als Hij ons Zijn overvloed geeft, dan zullen wij zeker verplichte en vrijwillige liefdadigheid in de zaak van Allah geven en zullen zeker onder de rechtvaardigen zijn.”
77. Dus strafte Hij hen door hypocrisie in hun harten te plaatsen tot de dag waarop zij Hem zullen ontmoeten, want zij hebben het verbroken wat zij Hem beloofd hadden, omdat zij leugens vertelden.
79. Degenen die de gelovigen die vrijwillig liefdadigheid geven en degenen die niets anders in liefdadigheid geven, te schande brengen, bespotten hen, Allah zal hun spot op hen teruggooien en zij zullen een pijnlijke bestraffing hebben.
80. Of jij nu vergeving voor hen vraagt of geen vergeving, (en zelfs) als jij zeventig maal voor hen vergeving vraagt, Allah zal hen niet vergeven, want zij waren ongelovig aan Allah en Zijn boodschapper. Allah leidt niet die mensen die verdorven zijn.
81. Degenen die wegblijven verheugen zich in hun verblijf achter de boodschapper van Allah; zij haten het om te streven en met hun bezittingen en met hun leven te vechten voor de zaak van Allah en zeggen: “Marcheer niet voort in de hitte.” Zeg: “Het vuur van de hel is heter, als zij dat slechts konden begrijpen!”
83. Als Allah jou naar een groep van hen (de hypocrieten) terugbrengt en zij vragen jouw toestemming om uit te gaan (om te vechten), zeg: “Nooit zullen jullie met mij uit gaan, noch de vijand met mij bevechten; jullie waren het eens om in eerste instantie passief te zitten, zit dan met degenen die achterblijven.”
84. En bid nooit het begrafenisgebed voor één van hen die sterft, noch sta bij zijn graf. Zeker, zij waren ongelovig aan Allah en Zijn boodschapper en stierven, terwijl zij verdorven waren.
85. En laat hun weelde en hun nageslacht geen indruk op jou maken, Allah is van plan hen met deze zaken in deze wereld te bestraffen en hun zielen zullen hen verlaten, terwijl zij ongelovig zijn.
86. En als een soerah geopenbaard wordt, hen aanmoedigend om in Allah te geloven en hard te streven en samen met Zijn boodschapper te vechten, degenen met weelde onder hen vragen jouw toestemming voor vrijwaring en zeggen: “Laat ons achter met degene die achterblijven.
87. Zij (de hypocrieten) zijn tevreden om met degenen die achter gebleven zijn te blijven (thuis). Hun harten zijn verzegeld (door hun ongeloof en twijfel), daarom begrijpen zij niet.
88. Maar de boodschapper en degenen die met hem geloven, streven hard en vechten met hun weelde en hun leven. Zo zijn degenen waar de goede dingen voor zijn en zij zullen degenen zijn die succes hebben.
90. En voor degenen onder de bedoeïenen die kwamen en om toestemming vragen om gevrijwaard te worden (van het mee strijden, en verdedigen). En degenen die tegen Allah en Zijn boodschapper gelogen hadden en thuis zaten, zeker zullen de ongelovigen een pijnlijke bestraffing treffen.
91. Er is geen schuld voor degenen die zwak zijn of ziek of geen bronnen hebben om uit te geven, als zij oprecht tegen over Allah en Zijn boodschapper zijn. Er is geen blaam voor de weldoeners. En Allah is de meest Genadevolel, de meest Barmhartige.
92. Noch voor hen die naar jou toe kwamen om van rijdieren te voorzien waarop zij gedragen kunnen worden. En toen jij zei: “Ik heb niets gevonden waarop jullie gedragen kunnen worden,” zij keerden terug, terwijl hun ogen overstroomden van tranen van droefheid, omdat zij niets hadden om voor (de jihad) uit te geven.
93. De aanleiding (voor een straf van Allah) is slechts voor degenen die rijk zijn en om vrijwaring vragen. Zij zijn tevreden om met de achterblijvers achter te blijven (thuis) en Allah heeft hun harten verzegeld en zij weten niet (hoe erg de straf is voor hun).
94. Zij zullen jullie hun verontschuldigingen aanbieden, als jullie je tot hen richten. Zeg: “Bied geen verontschuldigingen aan, wij zullen jullie niet geloven. Allah heeft ons reeds over het nieuws over jullie ingelicht. Allah en Zijn boodschapper zullen jullie daden bekijken. Aan het einde zullen jullie naar de Alwetende van het onzichtbare en het zichtbare terug worden gebracht, dan zal Hij jullie inlichten over wat jullie hebben gedaan.”
95. Zij zullen voor jullie bij Allah zweren als jullie tot hen terugkeren (zodat jullie de hypocrieten niet zal verontschuldigen) maar keer van hen af. Zeker, zij zijn onrein en de hel is hun verblijfplaats – een vergoeding voor wat zij verdiend hebben.
96. Zij zullen voor jullie zweren zodat jullie tevreden met hen zullen zijn, maar als jullie tevreden met hen zijn, zeker Allah is niet tevreden met het volk dat verdorven is.
97. De bedoeïenen zijn de ergste wat ongeloof en hypocrisie betreft en het is waarschijnlijker dat zij onwetend zijn over de grenzen die Allah aan Zijn boodschapper geopenbaard heeft. En Allah is Alwetend, Alwijs.
98. En van de bedoeïenen zijn er sommigen die datgene wat zij uitgeven als een boete zien en wachten tot rampen jullie zullen treffen zodat zij zich tegen jullie kunnen keren (wanneer de moslims zwak zijn), over hen is de ramp van slechtheid. En Allah is Alhorend, Alwetend.
99. En van de bedoeïenen zij er die in Allah en de laatste dag geloven en datgene wat zij voor de zaak van Allah uitgeven, zien als een toenadering tot Allah en een reden om de smeekbeden van de boodschapper te ontvangen. Voorwaar dit is een toenadering voor hen. Allah zal hun Zijn genade toekennen. Zeker Allah is de meest Genadevolle, de meest Barmhartige.
100. En de eersten die (van deze oemmah wordt hiermee bedoeld, dit zijn de metgezellen en die hen in de beste vorm hebben gevolgd. Dit is ook een bewijs dat de Koran en de Soennah ons verplicht om volgens het begrip van de metgezellen te leven) zijn de emigranten (uit Mekka) en de Ansaar (nl. de ‘helpers’ van deze emigranten te Medina), alsook zij die hen zijn opgevolgd (in zowel woorden als daden). (Als gevolg van hun geloof en gehoorzaamheid) is Allah weltevreden met hen, en zijn zij weltevreden met Hem (vanwege deze begunstiging). (Daarom) heeft Hij voor hen tuinen voorbereid waar rivieren onder (de bomen) door stromen, om daarin voor (eeuwig en) altijd te verblijven. Dat is een overweldigende triomf (en het meest haalbare succes).
101. En van de bedoeïenen om je heen zijn sommigen hypocrieten en ook zijn dat sommige mensen van Al-Medina, die zich te buiten gaan en vasthouden aan hypocrisie. Jij kent hen niet, Wij kennen hen. Wij zullen hen tweemaal bestraffen en daarna zullen zij terug naar een grote bestraffing worden gebracht.
102. En (er zijn) anderen die hun zonden erkend hebben, zij hebben een daad die goed was, gemengd met een slechte. Wellicht zal Allah zich tot hen keren met vergeving. Zeker, Allah is de meest Genadevolle, de meest Barmhartige (met het woord 'wellicht' wordt binnen deze context bedoeld: zekerheid. Moge Allah ons allen vergeven). [1]
[1] Met het woord 'wellicht' wordt binnen deze context zekerheid bedoeld. Moge Allah ons allen vergeven.
103. Neem aalmoezen van hun om hen daarmee te reinigen en te zuiveren en verricht smeekbedes voor hen. Waarlijk! Jouw aanroepingen zijn een bron van rust voor hen en Allah is Alhorend, Alwetend.
104. Weten zij dan niet dat Allah het berouw van Zijn slaven accepteert en de aalmoezen neemt en dat het alleen Allah is Die vergeeft en berouw accepteert? De meest Barmhartige?
105. (O Mohammed, zeg:) “Werk! Allah zal jullie daden zien, (alsook) Zijn boodschapper en de gelovigen. En jullie zullen tot de Alwetende van het onzichtbare en het zichtbare worden teruggebracht. Dan zal Hij jullie inlichten over wat jullie gedaan hebben.”
107. En voor degenen die een moskee bouwen om schade toe te brengen en ongeloof en om onenigheid tussen de gelovigen te bewerkstelligen en als een plaats voor degenen die vroeger tegen Allah en Zijn boodschapper vochten, zij zullen zeker zweren dat hun bedoelingen alleen maar goed zijn. Allah getuigt dat zij zeker leugenaars zijn.
108. Verricht daarin (in de moskee die de hypocrieten gebouwd hebben) geen salaat. Waarlijk, de moskee waarvan de funderingen vanaf de eerste dag rust op vroomheid is meer waard voor jullie om in te staan. Daarin zijn mensen die ervan houden om zichzelf te wassen en te reinigen. En Allah houdt van degenen die zichzelf wassen en reinigen.
109. Is degenen die zijn gebouw fundeert op vrees van Allah en Zijn tevredenheid beter? Of degenen die het fundament van zijn gebouw laat rusten op de rand van de afgrond die op het punt staat in te storten, zodat het met hem instort naar het hellevuur. En Allah leidt niet het volk dat wreed en gewelddadig is.
110. Het gebouw (hun moskee, van de hypocrieten) dat zij gebouwd hebben zou voor altijd een reden tot hypocrisie en twijfel in hun harten zijn, tenzij hun harten in stukken worden gesneden. En Allah is Alwetend, Alwijs.
111. Waarlijk, Allah heeft van de gelovigen hun leven en hun bezittingen gekocht; voor de prijs dat zij in het paradijs zullen zijn. Zij vechten voor de zaak van Allah, dus doden zij en worden gedood. Het is een belofte in de waarheid die Hem bindt in de Thora en de Indjiel en de Koran en wie is trouwer aan Zijn verbond dan Allah? Verheugen jullie dan in de koop die jullie gesloten hebben. En dat is een overweldigend succes.
112. (De gelovigen wiens leven Allah heeft gekocht zijn) degenen die voor Allah berouw hebben, die Hem aanbidden, die Hem loven, die vasten, die buigen, die knielen), die de mensen aansporen tot het veroorloofde en (de mensen) weerhouden van het verworpene en die zich houden aan de grenzen die Allah gesteld heeft. Geef het goede nieuws aan de gelovigen.
113. Het is niet fatsoenlijk voor de Profeet en degenen die geloven, om Allah Zijn vergiffenis te vragen voor de afgodenaanbidders, zelfs als zij verwanten zijn, nadat het voor hen duidelijk is geworden dat zij de bewoners van het vuur zijn.
114. En Ibraahiem vroeg slechts om vergeving voor zijn vader, dit was slechts vanwege een belofte die hij hem had gegeven. Maar toen het hem duidelijk werd dat hij een vijand van Allah was, verwijderde hij zichzelf van hem. Waarlijk, Ibraahiem riep Allah in nederigheid aan en verheerlijkte Hem en was verdraagzaam.
115. En Allah laat nooit een volk dwalen nadat Hij het geleid heeft tot Hij hen duidelijk maakt wat zij moeten vermijden. Waarlijk, Allah is van alle zaken Alwetend.
116. Waarlijk, Allah! Aan Hem behoort het rijk van de hemelen en de aarde, Hij geeft het leven en veroorzaakt de dood. En naast Allah hebben jullie geen enkele beschermheer noch een helper.
117. Allah heeft de Profeet vergeven, de emigranten en de ansar (de helpers van de Profeet vrede zij met hen, inwoners van Medina) die hem in moeilijke tijden volgden, nadat de harten van een gedeelte van hen bijna waren afgeweken. Vervolgens aanvaardde Hij hun berouw. Zeker, Hij is vol vriendelijkheid voor hen, de meest Genadevolle.
118. En (Hij vergaf ook) de drie die achterbleven totdat de aarde, groot als zij is, te nauw voor hen werd en hun zielen ook te nauw voor hun zelf. Zij begrepen dat er geen toevlucht was tegen Allah behalve bij Hem. Toen aanvaardde Hij hun berouw, omdat zij berouwvol zullen zijn. Waarlijk, Allah is de Ene Die het berouw aanvaardt, de meest Genadevolle.
120. Het is niet aan de inwoners van Medina en de bedoeïenen uit de omgeving om achter te blijven bij de boodschapper van Allah en niet hun eigen leven boven het zijne te stellen. Dat is omdat zij noch dorstig, vermoeid of hongerig in de zaak van Allah zijn, noch doen zij iets wat de woede van de ongelovigen doet toenemen, noch kwetsen zij een vijand of het wordt op hun rekening als een rechtvaardige daad gezet. Waarlijk, Allah laat de beloning van de weldoeners niet verloren gaan.
121. Noch geven zij iets groots of kleins uit – noch trekken zij door een dal, of het wordt op hun rekening gezet; dat Allah hen moge vergoeden met het beste wat zij gedaan hebben.
122. En het is niet (gepast) voor de gelovigen om allen tezamen uit te rukken voor de strijd. Van iedere groep van hen moet slechts een deel naar voren treden, dat zij aanwijzingen krijgen in de godsdienst en dat zij hun volk waarschuwen, wanneer zij tot hen terugkeren, zodat zij zich kunnen hoeden.
123. O jullie die geloven! Bevecht diegenen van de ongelovigen die in jullie buurt zijn en laat hen hardheid in jullie vinden en weet dat Allah met degenen die godvrezend zijn.
124. En als er een soerah neerdaalt, zeggen sommigen van de hypocrieten: “Wie van jullie is hierdoor in zijn geloof gegroeid?” Voor degenen die geloven, bevordert het hun geloof en zij verheugen zich.
125. Maar voor degenen in wiens harten er een ziekte is, zal het de achterdocht doen toenemen en de twijfel voor hun achterdocht, ongeloof en twijfel, en zij zullen als ongelovigen sterven.
127. En als er een soerah naar beneden komt, kijken zij elkaar aan (zeggende): “Ziet iemand jullie?” Zij keren zich af. Allah heeft hun harten afgewend, want zij zijn een volk dat niet begrijpt.
128. Waarlijk, er is tot jullie een boodschapper gekomen uit jullie eigen (gemeenschap). Het bedroefd hem dat jullie een kwetsuur of een moeilijkheid zullen krijgen. Hij is bezorgd over jullie en voor de gelovigen is hij vol medelijden, vriendelijk en genadevol.
129. Maar als zij zich afkeren, zeg: “Allah is voor mij voldoende. Niemand heeft het recht om aanbeden te worden, behalve Hij, in Hem leg ik mijn vertrouwen en Hij is de Heer van de Almachtige Troon.”
Contents of the translations can be downloaded and re-published, with the following terms and conditions:
1. No modification, addition, or deletion of the content.
2. Clearly referring to the publisher and the source (QuranEnc.com).
3. Mentioning the version number when re-publishing the translation.
4. Keeping the transcript information inside the document.
5. Notifying the source (QuranEnc.com) of any note on the translation.
6. Updating the translation according to the latest version issued from the source (QuranEnc.com).
7. Inappropriate advertisements must not be included when displaying translations of the meanings of the Noble Quran.
অনুসন্ধানের ফলসমূহ:
API specs
Endpoints:
Sura translation
GET / https://quranenc.com/api/v1/translation/sura/{translation_key}/{sura_number} description: get the specified translation (by its translation_key) for the speicified sura (by its number)
Parameters: translation_key: (the key of the currently selected translation) sura_number: [1-114] (Sura number in the mosshaf which should be between 1 and 114)
Returns:
json object containing array of objects, each object contains the "sura", "aya", "translation" and "footnotes".
GET / https://quranenc.com/api/v1/translation/aya/{translation_key}/{sura_number}/{aya_number} description: get the specified translation (by its translation_key) for the speicified aya (by its number sura_number and aya_number)
Parameters: translation_key: (the key of the currently selected translation) sura_number: [1-114] (Sura number in the mosshaf which should be between 1 and 114) aya_number: [1-...] (Aya number in the sura)
Returns:
json object containing the "sura", "aya", "translation" and "footnotes".