Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo * - Tippudi firooji ɗii

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

Firo maanaaji Simoore: Simoore Nuuhu   Aaya:

Soeart Noeh (Noach)

إِنَّآ أَرۡسَلۡنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوۡمِهِۦٓ أَنۡ أَنذِرۡ قَوۡمَكَ مِن قَبۡلِ أَن يَأۡتِيَهُمۡ عَذَابٌ أَلِيمٞ
1. Waarlijk, Wij hebben Noeh tot zijn volk gestuurd (zeggende): “Waarschuw je volk voor de komst van een pijnlijke bestraffing voor hen.”
Faccirooji aarabeeji:
قَالَ يَٰقَوۡمِ إِنِّي لَكُمۡ نَذِيرٞ مُّبِينٌ
2. Hij zei: “O mijn volk! Waarlijk, ik ben een duidelijke waarschuwer voor jullie.
Faccirooji aarabeeji:
أَنِ ٱعۡبُدُواْ ٱللَّهَ وَٱتَّقُوهُ وَأَطِيعُونِ
3. Dat jullie Allah moeten aanbidden en mij gehoorzamen.
Faccirooji aarabeeji:
يَغۡفِرۡ لَكُم مِّن ذُنُوبِكُمۡ وَيُؤَخِّرۡكُمۡ إِلَىٰٓ أَجَلٖ مُّسَمًّىۚ إِنَّ أَجَلَ ٱللَّهِ إِذَا جَآءَ لَا يُؤَخَّرُۚ لَوۡ كُنتُمۡ تَعۡلَمُونَ
4. Hij zal jullie jullie zonden vergeven en jullie uitstel verlenen tot een aangewezen tijd. Waarlijk, de tijd van Allah kan als hij komt niet vertraagd worden, als jullie dat maar wisten.”
Faccirooji aarabeeji:
قَالَ رَبِّ إِنِّي دَعَوۡتُ قَوۡمِي لَيۡلٗا وَنَهَارٗا
5. Hij zei: “O mijn Heer! Waarlijk, ik heb mijn volk in de nacht en op de dag uitgenodigd.
Faccirooji aarabeeji:
فَلَمۡ يَزِدۡهُمۡ دُعَآءِيٓ إِلَّا فِرَارٗا
6. Maar mijn uitnodiging vermeerderde voor hen niets behalve dan dat zij vluchten.
Faccirooji aarabeeji:
وَإِنِّي كُلَّمَا دَعَوۡتُهُمۡ لِتَغۡفِرَ لَهُمۡ جَعَلُوٓاْ أَصَٰبِعَهُمۡ فِيٓ ءَاذَانِهِمۡ وَٱسۡتَغۡشَوۡاْ ثِيَابَهُمۡ وَأَصَرُّواْ وَٱسۡتَكۡبَرُواْ ٱسۡتِكۡبَارٗا
7. En waarlijk! Iedere keer als ik hen uitnodig opdat U hen zal vergeven, stoppen zij hun vingers in hun oren, zichzelf met hun kleden bedekkend, en blijven hardnekkig, en blazen zichzelf in trots op.
Faccirooji aarabeeji:
ثُمَّ إِنِّي دَعَوۡتُهُمۡ جِهَارٗا
8. En waarlijk, ik nodigde hen openlijk uit.
Faccirooji aarabeeji:
ثُمَّ إِنِّيٓ أَعۡلَنتُ لَهُمۡ وَأَسۡرَرۡتُ لَهُمۡ إِسۡرَارٗا
9. En waarlijk ik verkondigde tot hen in het openbaar en ik ben bij hen privé verschenen.
Faccirooji aarabeeji:
فَقُلۡتُ ٱسۡتَغۡفِرُواْ رَبَّكُمۡ إِنَّهُۥ كَانَ غَفَّارٗا
10. Ik zei (tegen hen): “Vraag om vergiffenis van jullie Heer; waarlijk, Hij is de meest vergevende.
Faccirooji aarabeeji:
يُرۡسِلِ ٱلسَّمَآءَ عَلَيۡكُم مِّدۡرَارٗا
11. Hij zal overvloedig regen tot jullie sturen.
Faccirooji aarabeeji:
وَيُمۡدِدۡكُم بِأَمۡوَٰلٖ وَبَنِينَ وَيَجۡعَل لَّكُمۡ جَنَّٰتٖ وَيَجۡعَل لَّكُمۡ أَنۡهَٰرٗا
12. En jullie een vermeerdering in weelde en kinderen geven en jullie tuinen schenken en rivieren.”
Faccirooji aarabeeji:
مَّا لَكُمۡ لَا تَرۡجُونَ لِلَّهِ وَقَارٗا
13. Wat scheelt jullie, dat jullie Allah niet vrezen en jullie niet op de beloning van Allah hopen alsof jullie niet in Zijn Eenheid geloven.
Faccirooji aarabeeji:
وَقَدۡ خَلَقَكُمۡ أَطۡوَارًا
14. Terwijl Hij jullie in verschillende stadia geschapen heeft.
Faccirooji aarabeeji:
أَلَمۡ تَرَوۡاْ كَيۡفَ خَلَقَ ٱللَّهُ سَبۡعَ سَمَٰوَٰتٖ طِبَاقٗا
15. Zien jullie niet hoe Allah de zeven hemelen, de één boven de ander, geschapen heeft.
Faccirooji aarabeeji:
وَجَعَلَ ٱلۡقَمَرَ فِيهِنَّ نُورٗا وَجَعَلَ ٱلشَّمۡسَ سِرَاجٗا
16. En de maan daarin als licht heeft gemaakt en de zon als een lamp?
Faccirooji aarabeeji:
وَٱللَّهُ أَنۢبَتَكُم مِّنَ ٱلۡأَرۡضِ نَبَاتٗا
17. En Allah heeft jullie van het stof van de aarde geschapen.
Faccirooji aarabeeji:
ثُمَّ يُعِيدُكُمۡ فِيهَا وَيُخۡرِجُكُمۡ إِخۡرَاجٗا
18. Hierna zal Hij jullie hiertoe terugbrengen en jullie weer voortbrengen.
Faccirooji aarabeeji:
وَٱللَّهُ جَعَلَ لَكُمُ ٱلۡأَرۡضَ بِسَاطٗا
19. En Allah heeft voor jullie de aarde wijd uitgespreid gemaakt.
Faccirooji aarabeeji:
لِّتَسۡلُكُواْ مِنۡهَا سُبُلٗا فِجَاجٗا
20. Dat jullie daarover gaan op brede wegen.
Faccirooji aarabeeji:
قَالَ نُوحٞ رَّبِّ إِنَّهُمۡ عَصَوۡنِي وَٱتَّبَعُواْ مَن لَّمۡ يَزِدۡهُ مَالُهُۥ وَوَلَدُهُۥٓ إِلَّا خَسَارٗا
21. Noeh zei: “Mijn Heer! Zij waren mij ongehoorzaam en volgden degene wiens weelde en kinderen hem geen vermeerdering brachten maar alleen verlies.
Faccirooji aarabeeji:
وَمَكَرُواْ مَكۡرٗا كُبَّارٗا
22. En zij hebben een geweldige samenzwering uitgedacht.
Faccirooji aarabeeji:
وَقَالُواْ لَا تَذَرُنَّ ءَالِهَتَكُمۡ وَلَا تَذَرُنَّ وَدّٗا وَلَا سُوَاعٗا وَلَا يَغُوثَ وَيَعُوقَ وَنَسۡرٗا
23. En zij hebben gezegd: “Jullie zullen jullie goden niet verlaten noch zullen jullie Wadd noch Soewa noch Yaghoeth verlaten noch Ya’oeq noch Nasr.
Faccirooji aarabeeji:
وَقَدۡ أَضَلُّواْ كَثِيرٗاۖ وَلَا تَزِدِ ٱلظَّٰلِمِينَ إِلَّا ضَلَٰلٗا
24. En voorwaar zij hebben velen doen afdwalen. En: “Laat de onrechtvaardigen alleen maar meer dwalen.”
Faccirooji aarabeeji:
مِّمَّا خَطِيٓـَٰٔتِهِمۡ أُغۡرِقُواْ فَأُدۡخِلُواْ نَارٗا فَلَمۡ يَجِدُواْ لَهُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ أَنصَارٗا
25. Vanwege hun zonden verdronken zij, daarna lieten Wij hen het vuur binnengaan, en zij vonden niemand naast Allah om hen te helpen.
Faccirooji aarabeeji:
وَقَالَ نُوحٞ رَّبِّ لَا تَذَرۡ عَلَى ٱلۡأَرۡضِ مِنَ ٱلۡكَٰفِرِينَ دَيَّارًا
26. En Noeh zei: “Mijn Heer! Laat geen enkele ongelovige op aarde achter!
Faccirooji aarabeeji:
إِنَّكَ إِن تَذَرۡهُمۡ يُضِلُّواْ عِبَادَكَ وَلَا يَلِدُوٓاْ إِلَّا فَاجِرٗا كَفَّارٗا
27. Als U hen laat, dan zullen zij Uw dienaren misleiden en zij zullen niemand behalve slechte ongelovigen krijgen als kinderen.
Faccirooji aarabeeji:
رَّبِّ ٱغۡفِرۡ لِي وَلِوَٰلِدَيَّ وَلِمَن دَخَلَ بَيۡتِيَ مُؤۡمِنٗا وَلِلۡمُؤۡمِنِينَ وَٱلۡمُؤۡمِنَٰتِۖ وَلَا تَزِدِ ٱلظَّٰلِمِينَ إِلَّا تَبَارَۢا
28. Mijn Heer! Vergeef mij en mijn ouders en hij die mijn huis als een gelovige binnentreedt en alle gelovige mannen en vrouwen. En voor de onrechtvaardigen geeft U geen vermeerdering behalve vernietiging!”
Faccirooji aarabeeji:
 
Firo maanaaji Simoore: Simoore Nuuhu
Tippudi cimooje Tonngoode hello ngoo
 
Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo - Tippudi firooji ɗii

Firo maanaaji al-quraan e ɗemngal olannda

Uddude