ការបកប្រែអត្ថន័យ ជំពូក​ អាត់តាវហ្ពះ - ការបកប្រែជាភាសាហូឡង់ - មជ្ឈមណ្ឌលបកប្រែរ៉ូវ៉ាទ - លេខ​ទំព័រ 202 - សព្វវចនាធិប្បាយនៃគម្ពីគួរអាន

អាយ៉ាត់: 94

يَعۡتَذِرُونَ إِلَيۡكُمۡ إِذَا رَجَعۡتُمۡ إِلَيۡهِمۡۚ قُل لَّا تَعۡتَذِرُواْ لَن نُّؤۡمِنَ لَكُمۡ قَدۡ نَبَّأَنَا ٱللَّهُ مِنۡ أَخۡبَارِكُمۡۚ وَسَيَرَى ٱللَّهُ عَمَلَكُمۡ وَرَسُولُهُۥ ثُمَّ تُرَدُّونَ إِلَىٰ عَٰلِمِ ٱلۡغَيۡبِ وَٱلشَّهَٰدَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ

94. Zij zullen jullie hun verontschuldigingen aanbieden, als jullie je tot hen richten. Zeg: “Bied geen verontschuldigingen aan, wij zullen jullie niet geloven. Allah heeft ons reeds over het nieuws over jullie ingelicht. Allah en Zijn boodschapper zullen jullie daden bekijken. Aan het einde zullen jullie naar de Alwetende van het onzichtbare en het zichtbare terug worden gebracht, dan zal Hij jullie inlichten over wat jullie hebben gedaan.”

អាយ៉ាត់: 95

سَيَحۡلِفُونَ بِٱللَّهِ لَكُمۡ إِذَا ٱنقَلَبۡتُمۡ إِلَيۡهِمۡ لِتُعۡرِضُواْ عَنۡهُمۡۖ فَأَعۡرِضُواْ عَنۡهُمۡۖ إِنَّهُمۡ رِجۡسٞۖ وَمَأۡوَىٰهُمۡ جَهَنَّمُ جَزَآءَۢ بِمَا كَانُواْ يَكۡسِبُونَ

95. Zij zullen voor jullie bij Allah zweren als jullie tot hen terugkeren (zodat jullie de hypocrieten niet zal verontschuldigen) maar keer van hen af. Zeker, zij zijn onrein en de hel is hun verblijfplaats – een vergoeding voor wat zij verdiend hebben.

អាយ៉ាត់: 96

يَحۡلِفُونَ لَكُمۡ لِتَرۡضَوۡاْ عَنۡهُمۡۖ فَإِن تَرۡضَوۡاْ عَنۡهُمۡ فَإِنَّ ٱللَّهَ لَا يَرۡضَىٰ عَنِ ٱلۡقَوۡمِ ٱلۡفَٰسِقِينَ

96. Zij zullen voor jullie zweren zodat jullie tevreden met hen zullen zijn, maar als jullie tevreden met hen zijn, zeker Allah is niet tevreden met het volk dat verdorven is.

អាយ៉ាត់: 97

ٱلۡأَعۡرَابُ أَشَدُّ كُفۡرٗا وَنِفَاقٗا وَأَجۡدَرُ أَلَّا يَعۡلَمُواْ حُدُودَ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِۦۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٞ

97. De bedoeïenen zijn de ergste wat ongeloof en hypocrisie betreft en het is waarschijnlijker dat zij onwetend zijn over de grenzen die Allah aan Zijn boodschapper geopenbaard heeft. En Allah is Alwetend, Alwijs.

អាយ៉ាត់: 98

وَمِنَ ٱلۡأَعۡرَابِ مَن يَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ مَغۡرَمٗا وَيَتَرَبَّصُ بِكُمُ ٱلدَّوَآئِرَۚ عَلَيۡهِمۡ دَآئِرَةُ ٱلسَّوۡءِۗ وَٱللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٞ

98. En van de bedoeïenen zijn er sommigen die datgene wat zij uitgeven als een boete zien en wachten tot rampen jullie zullen treffen zodat zij zich tegen jullie kunnen keren (wanneer de moslims zwak zijn), over hen is de ramp van slechtheid. En Allah is Alhorend, Alwetend.

អាយ៉ាត់: 99

وَمِنَ ٱلۡأَعۡرَابِ مَن يُؤۡمِنُ بِٱللَّهِ وَٱلۡيَوۡمِ ٱلۡأٓخِرِ وَيَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ قُرُبَٰتٍ عِندَ ٱللَّهِ وَصَلَوَٰتِ ٱلرَّسُولِۚ أَلَآ إِنَّهَا قُرۡبَةٞ لَّهُمۡۚ سَيُدۡخِلُهُمُ ٱللَّهُ فِي رَحۡمَتِهِۦٓۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٞ رَّحِيمٞ

99. En van de bedoeïenen zij er die in Allah en de laatste dag geloven en datgene wat zij voor de zaak van Allah uitgeven, zien als een toenadering tot Allah en een reden om de smeekbeden van de boodschapper te ontvangen. Voorwaar dit is een toenadering voor hen. Allah zal hun Zijn genade toekennen. Zeker Allah is de meest Genadevolle, de meest Barmhartige.