Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo * - Tippudi firooji ɗii

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

Firo maanaaji Simoore: At-Toor   Aaya:

Soerat At-Toer (De Berg)

وَٱلطُّورِ
1. Bij de berg (Toer).
Faccirooji aarabeeji:
وَكِتَٰبٖ مَّسۡطُورٖ
2. En bij het geschreven boek.
Faccirooji aarabeeji:
فِي رَقّٖ مَّنشُورٖ
3. In perkament opgerold.
Faccirooji aarabeeji:
وَٱلۡبَيۡتِ ٱلۡمَعۡمُورِ
4. En bij het huis dat veel bezocht wordt (door de engelen).
Faccirooji aarabeeji:
وَٱلسَّقۡفِ ٱلۡمَرۡفُوعِ
5. En bij het opgeheven dak (de hemel).
Faccirooji aarabeeji:
وَٱلۡبَحۡرِ ٱلۡمَسۡجُورِ
6. En bij de brandende zee (door lava onderaan de bodem van de zee. Hoe wist de Koran dit 1400 jaar geleden? Omdat de Koran afkomstig is van de Alwetende).
Faccirooji aarabeeji:
إِنَّ عَذَابَ رَبِّكَ لَوَٰقِعٞ
7. Waarlijk, de bestraffing van jullie Heer zal zeker komen.
Faccirooji aarabeeji:
مَّا لَهُۥ مِن دَافِعٖ
8. Er is niemand die dat kan vermijden.
Faccirooji aarabeeji:
يَوۡمَ تَمُورُ ٱلسَّمَآءُ مَوۡرٗا
9. Op de dag dat de hemel zal schudden met een vreselijke trilling.
Faccirooji aarabeeji:
وَتَسِيرُ ٱلۡجِبَالُ سَيۡرٗا
10. En de bergen zullen verdwijnen in een (vreselijke) beweging.
Faccirooji aarabeeji:
فَوَيۡلٞ يَوۡمَئِذٖ لِّلۡمُكَذِّبِينَ
11. Wee dan op die dag degenen die ontkennen.
Faccirooji aarabeeji:
ٱلَّذِينَ هُمۡ فِي خَوۡضٖ يَلۡعَبُونَ
12. Die zich met de leugens bezighouden (denk aan de media, slechte vrienden en extreme afgedwaalde groeperingen die spelen met woorden voor hun eigen agenda).
Faccirooji aarabeeji:
يَوۡمَ يُدَعُّونَ إِلَىٰ نَارِ جَهَنَّمَ دَعًّا
13. De dag waarop zij met kracht naar het vuur worden geduwd.
Faccirooji aarabeeji:
هَٰذِهِ ٱلنَّارُ ٱلَّتِي كُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ
14. “Dit is het vuur dat jullie plachten te ontkennen.
Faccirooji aarabeeji:
أَفَسِحۡرٌ هَٰذَآ أَمۡ أَنتُمۡ لَا تُبۡصِرُونَ
15. Is het toverij of zien jullie het niet?
Faccirooji aarabeeji:
ٱصۡلَوۡهَا فَٱصۡبِرُوٓاْ أَوۡ لَا تَصۡبِرُواْ سَوَآءٌ عَلَيۡكُمۡۖ إِنَّمَا تُجۡزَوۡنَ مَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ
16. Treed het (de hel) binnen, of jullie nu geduldig of ongeduldig zijn, het maakt niet uit. Jullie worden slechts vergoed voor wat jullie gedaan hebben.”
Faccirooji aarabeeji:
إِنَّ ٱلۡمُتَّقِينَ فِي جَنَّٰتٖ وَنَعِيمٖ
17. Waarlijk, zij die de godvrezenden zijn zullen in de tuinen en vreugde verblijven.
Faccirooji aarabeeji:
فَٰكِهِينَ بِمَآ ءَاتَىٰهُمۡ رَبُّهُمۡ وَوَقَىٰهُمۡ رَبُّهُمۡ عَذَابَ ٱلۡجَحِيمِ
18. Zich vermakend met datgene wat hun Heer hen gegeven heeft en hun Heer hen van de bestraffing van het laaiende vuur gered heeft.
Faccirooji aarabeeji:
كُلُواْ وَٱشۡرَبُواْ هَنِيٓـَٔۢا بِمَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ
19. “Eet en drink in vreugde vanwege wat jullie gedaan hebben.”
Faccirooji aarabeeji:
مُتَّكِـِٔينَ عَلَىٰ سُرُرٖ مَّصۡفُوفَةٖۖ وَزَوَّجۡنَٰهُم بِحُورٍ عِينٖ
20. Zij zullen op bedden leunen in rijen geordend. En Wij zullen hen met de deugdzame vrouwen met wijde ogen laten trouwen (en de gelovige vrouwen zullen nog mooier zijn dan de vrouwen van het paradijs).
Faccirooji aarabeeji:
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَٱتَّبَعَتۡهُمۡ ذُرِّيَّتُهُم بِإِيمَٰنٍ أَلۡحَقۡنَا بِهِمۡ ذُرِّيَّتَهُمۡ وَمَآ أَلَتۡنَٰهُم مِّنۡ عَمَلِهِم مِّن شَيۡءٖۚ كُلُّ ٱمۡرِيِٕۭ بِمَا كَسَبَ رَهِينٞ
21. En degenen die geloven en wiens nageslacht hen in het geloof volgen, - Wij zullen hen met hun nageslacht verenigen, en Wij zullen de beloning voor hun daden met niets verminderen. Ieder persoon staat gerant voor wat hij verdiend heeft.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَمۡدَدۡنَٰهُم بِفَٰكِهَةٖ وَلَحۡمٖ مِّمَّا يَشۡتَهُونَ
22. En Wij zullen hen van fruit en vlees voorzien, zoals zij dat wensen.
Faccirooji aarabeeji:
يَتَنَٰزَعُونَ فِيهَا كَأۡسٗا لَّا لَغۡوٞ فِيهَا وَلَا تَأۡثِيمٞ
23. Er zal van hand tot hand een beker rondgaan, vrij van nutteloos spraak en vrij van zonden.
Faccirooji aarabeeji:
۞ وَيَطُوفُ عَلَيۡهِمۡ غِلۡمَانٞ لَّهُمۡ كَأَنَّهُمۡ لُؤۡلُؤٞ مَّكۡنُونٞ
24. En er zullen bij hen bedienden rondgaan, om hen te bedienen alsof zij goed bewaarde paarlen zijn.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَقۡبَلَ بَعۡضُهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖ يَتَسَآءَلُونَ
25. En sommigen van hen keren zich tot anderen, hen vragend.
Faccirooji aarabeeji:
قَالُوٓاْ إِنَّا كُنَّا قَبۡلُ فِيٓ أَهۡلِنَا مُشۡفِقِينَ
26. Zeggend: ”Wij verkeerden in angst tijdens deze wereld te midden van onze familie voor de bestraffing van Allah.
Faccirooji aarabeeji:
فَمَنَّ ٱللَّهُ عَلَيۡنَا وَوَقَىٰنَا عَذَابَ ٱلسَّمُومِ
27. Maar Allah is genadig voor ons geweest en heeft ons van de bestraffing van het vuur gered.
Faccirooji aarabeeji:
إِنَّا كُنَّا مِن قَبۡلُ نَدۡعُوهُۖ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلۡبَرُّ ٱلرَّحِيمُ
28. Waarlijk, wij riepen Hem vroeger aan. Waarlijk, Hij de meest Vriendelijkst, de meest Genadevolle."
Faccirooji aarabeeji:
فَذَكِّرۡ فَمَآ أَنتَ بِنِعۡمَتِ رَبِّكَ بِكَاهِنٖ وَلَا مَجۡنُونٍ
29. Herinner (jouw volk, o Mohammed) en preek. Bij Allah, jij bent noch een waarzegger noch een dwaas.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ يَقُولُونَ شَاعِرٞ نَّتَرَبَّصُ بِهِۦ رَيۡبَ ٱلۡمَنُونِ
30. Of zeggen zij: “Een dichter! Wij wachten totdat een ramp hen treft!”
Faccirooji aarabeeji:
قُلۡ تَرَبَّصُواْ فَإِنِّي مَعَكُم مِّنَ ٱلۡمُتَرَبِّصِينَ
31. Zeg (o Mohammed): “Wacht! Ik ben met jullie, onder de wachtenden!”
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ تَأۡمُرُهُمۡ أَحۡلَٰمُهُم بِهَٰذَآۚ أَمۡ هُمۡ قَوۡمٞ طَاغُونَ
32. Bevelen hun verstand hen dit (afdwaling) of treedt hun volk buiten de grenzen.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ يَقُولُونَ تَقَوَّلَهُۥۚ بَل لَّا يُؤۡمِنُونَ
33. Of zeggen zij: “Hij heeft het (de Koran) verzonnen.” Nee, zij geloven niet!
Faccirooji aarabeeji:
فَلۡيَأۡتُواْ بِحَدِيثٖ مِّثۡلِهِۦٓ إِن كَانُواْ صَٰدِقِينَ
34. Laten zij met een woord komen die hier gelijk aan is als zij waarachtig zijn.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ خُلِقُواْ مِنۡ غَيۡرِ شَيۡءٍ أَمۡ هُمُ ٱلۡخَٰلِقُونَ
35. Of zijn zij door niets geschapen, of zijn zij zelf de scheppers?
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ خَلَقُواْ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَۚ بَل لَّا يُوقِنُونَ
36. Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Nee, maar zij zijn er niet van overtuigd.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ عِندَهُمۡ خَزَآئِنُ رَبِّكَ أَمۡ هُمُ ٱلۡمُصَۜيۡطِرُونَ
37. Of zijn met hen schatten van jullie Heer? Of zijn zij tirannen met het gezag om maar te doen wat zij willen?
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ لَهُمۡ سُلَّمٞ يَسۡتَمِعُونَ فِيهِۖ فَلۡيَأۡتِ مُسۡتَمِعُهُم بِسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٍ
38. Of hebben zij een ladder, waardoor zij mee kunnen luisteren? Laat hun luisteraars dan een duidelijk bewijs geven.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ لَهُ ٱلۡبَنَٰتُ وَلَكُمُ ٱلۡبَنُونَ
39. Of heeft Hij (Allah) slechts dochters en hebben jullie zonen?
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ تَسۡـَٔلُهُمۡ أَجۡرٗا فَهُم مِّن مَّغۡرَمٖ مُّثۡقَلُونَ
40. Of is het zo dat jij (o Mohammed) een loon van hen vraagt zodat zij onder hoge schulden gebukt gaan.
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ عِندَهُمُ ٱلۡغَيۡبُ فَهُمۡ يَكۡتُبُونَ
41. Of hebben zij kennis van het onzichtbare, zodat zij het kunnen opschrijven?
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ يُرِيدُونَ كَيۡدٗاۖ فَٱلَّذِينَ كَفَرُواْ هُمُ ٱلۡمَكِيدُونَ
42. Of zijn zij iets van plan. Maar degenen die ongelovig zijn, zijn zelf het onderwerp van een plan!
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ لَهُمۡ إِلَٰهٌ غَيۡرُ ٱللَّهِۚ سُبۡحَٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يُشۡرِكُونَ
43. Of hebben zij een andere god dan Allah? Verheerlijkt is Allah van alles wat zij als deelgenoten aan hem toekennen.
Faccirooji aarabeeji:
وَإِن يَرَوۡاْ كِسۡفٗا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ سَاقِطٗا يَقُولُواْ سَحَابٞ مَّرۡكُومٞ
44. En als zij zouden zien dat er een stuk van de hemel neer zou vallen, dan zouden zij zeggen: “De wolken stapelen zich op!”
Faccirooji aarabeeji:
فَذَرۡهُمۡ حَتَّىٰ يُلَٰقُواْ يَوۡمَهُمُ ٱلَّذِي فِيهِ يُصۡعَقُونَ
45. Laat hen dan, totdat zij hun dag ontmoeten, waar zij in vernietigd zullen worden.
Faccirooji aarabeeji:
يَوۡمَ لَا يُغۡنِي عَنۡهُمۡ كَيۡدُهُمۡ شَيۡـٔٗا وَلَا هُمۡ يُنصَرُونَ
46. De dag waarop het plannen maken hen het minste zal helpen noch zullen zij geholpen worden.
Faccirooji aarabeeji:
وَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُواْ عَذَابٗا دُونَ ذَٰلِكَ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ
47. En waarlijk voor degenen die onrechtvaardig zijn, is er nog een andere bestraffing hiervoor (in deze wereld), maar de meesten van hen weten het niet.
Faccirooji aarabeeji:
وَٱصۡبِرۡ لِحُكۡمِ رَبِّكَ فَإِنَّكَ بِأَعۡيُنِنَاۖ وَسَبِّحۡ بِحَمۡدِ رَبِّكَ حِينَ تَقُومُ
48. Wees geduldig (o Mohammed) met het oordeel van jouw Heer (denk aan wetgeving, maar ook beproevingen), want waarlijk jij bent onder Onze ogen en verheerlijk de lofprijzingen van jouw Heer wanneer je van de slaap opstaat.
Faccirooji aarabeeji:
وَمِنَ ٱلَّيۡلِ فَسَبِّحۡهُ وَإِدۡبَٰرَ ٱلنُّجُومِ
49. En in de nachtelijke uren, verheerlijk ook Zijn lofprijzingen en bij het verdwijnen van de sterren.
Faccirooji aarabeeji:
 
Firo maanaaji Simoore: At-Toor
Tippudi cimooje Tonngoode hello ngoo
 
Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo - Tippudi firooji ɗii

Firo maanaaji al-quraan e ɗemngal olannda

Uddude