Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo * - Tippudi firooji ɗii

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

Firo maanaaji Simoore: Simoore hoodere   Aaya:

Soerat An-Nadjm (De Ster)

وَٱلنَّجۡمِ إِذَا هَوَىٰ
1. Bij de ster wanneer die neervalt.
Faccirooji aarabeeji:
مَا ضَلَّ صَاحِبُكُمۡ وَمَا غَوَىٰ
2. Jullie metgezel (Mohammed) is niet afgedwaald en hij is niet van de waarheid afgeweken.
Faccirooji aarabeeji:
وَمَا يَنطِقُ عَنِ ٱلۡهَوَىٰٓ
3. Noch spreekt hij uit eigen verlangen.
Faccirooji aarabeeji:
إِنۡ هُوَ إِلَّا وَحۡيٞ يُوحَىٰ
4. Het is slechts een openbaring die geopenbaard is.
Faccirooji aarabeeji:
عَلَّمَهُۥ شَدِيدُ ٱلۡقُوَىٰ
5. Hij is onderwezen door de stevige kracht (djibriel).
Faccirooji aarabeeji:
ذُو مِرَّةٖ فَٱسۡتَوَىٰ
6. De bezitter van kracht, die zich vervolgens verhief.
Faccirooji aarabeeji:
وَهُوَ بِٱلۡأُفُقِ ٱلۡأَعۡلَىٰ
7. Terwijl hij aan het hoogste gedeelte van de horizon stond.
Faccirooji aarabeeji:
ثُمَّ دَنَا فَتَدَلَّىٰ
8. Terwijl hij (de engel de profeet Mohammed) naderde en dichterbij kwam.
Faccirooji aarabeeji:
فَكَانَ قَابَ قَوۡسَيۡنِ أَوۡ أَدۡنَىٰ
9. En op een afstand van twee booglengten of zelf minder.
Faccirooji aarabeeji:
فَأَوۡحَىٰٓ إِلَىٰ عَبۡدِهِۦ مَآ أَوۡحَىٰ
10. Zo verkondigde (Allah) de openbaring aan Zijn dienaar.
Faccirooji aarabeeji:
مَا كَذَبَ ٱلۡفُؤَادُ مَا رَأَىٰٓ
11. Het hart van de Profeet loog niet van wat hij zag.
Faccirooji aarabeeji:
أَفَتُمَٰرُونَهُۥ عَلَىٰ مَا يَرَىٰ
12. Zullen jullie dan met hem (de profeet Mohammed) redetwisten over datgene wat hij zag.
Faccirooji aarabeeji:
وَلَقَدۡ رَءَاهُ نَزۡلَةً أُخۡرَىٰ
13. En voorwaar hij (Mohammed) zag hem bij een andere neerzending.
Faccirooji aarabeeji:
عِندَ سِدۡرَةِ ٱلۡمُنتَهَىٰ
14. In de buurt van de Sidrat al-Moentaha (een speciale boom die zich bevindt in het paradijs).
Faccirooji aarabeeji:
عِندَهَا جَنَّةُ ٱلۡمَأۡوَىٰٓ
15. In de buurt daarvan is het paradijs.
Faccirooji aarabeeji:
إِذۡ يَغۡشَى ٱلسِّدۡرَةَ مَا يَغۡشَىٰ
16. Toen de boom bedekte, wat het bedekte!
Faccirooji aarabeeji:
مَا زَاغَ ٱلۡبَصَرُ وَمَا طَغَىٰ
17. Het zicht (van de profeet Mohammed) keerde zich niet af noch ging het de grens voorbij.
Faccirooji aarabeeji:
لَقَدۡ رَأَىٰ مِنۡ ءَايَٰتِ رَبِّهِ ٱلۡكُبۡرَىٰٓ
18. Voorwaar hij zag de grootste tekenen van zijn Heer.
Faccirooji aarabeeji:
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱللَّٰتَ وَٱلۡعُزَّىٰ
19. Hebben jullie ‘Lat’ en ‘Oezza’ gezien?
Faccirooji aarabeeji:
وَمَنَوٰةَ ٱلثَّالِثَةَ ٱلۡأُخۡرَىٰٓ
20. En Manat, de andere derde?
Faccirooji aarabeeji:
أَلَكُمُ ٱلذَّكَرُ وَلَهُ ٱلۡأُنثَىٰ
21. Zijn de mannen voor jullie en voor Hem de vrouwen?
Faccirooji aarabeeji:
تِلۡكَ إِذٗا قِسۡمَةٞ ضِيزَىٰٓ
22. Dat is zeker een oneerlijke verdeling!
Faccirooji aarabeeji:
إِنۡ هِيَ إِلَّآ أَسۡمَآءٞ سَمَّيۡتُمُوهَآ أَنتُمۡ وَءَابَآؤُكُم مَّآ أَنزَلَ ٱللَّهُ بِهَا مِن سُلۡطَٰنٍۚ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا ٱلظَّنَّ وَمَا تَهۡوَى ٱلۡأَنفُسُۖ وَلَقَدۡ جَآءَهُم مِّن رَّبِّهِمُ ٱلۡهُدَىٰٓ
23. Zij zijn alleen namen die jullie genoemd hebben – jullie en jullie vaderen – waarvoor Allah geen bevoegdheid voor heeft gegeven. Zij volgen slechts vermoedens en dat wat zij zelf willen, en er is zeker leiding van hun Heer tot hen gekomen!
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ لِلۡإِنسَٰنِ مَا تَمَنَّىٰ
24. Of zal de mens hebben wat hij wenst?
Faccirooji aarabeeji:
فَلِلَّهِ ٱلۡأٓخِرَةُ وَٱلۡأُولَىٰ
25. Maar aan Allah behoort het laatste en het eerste.
Faccirooji aarabeeji:
۞ وَكَم مِّن مَّلَكٖ فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ لَا تُغۡنِي شَفَٰعَتُهُمۡ شَيۡـًٔا إِلَّا مِنۢ بَعۡدِ أَن يَأۡذَنَ ٱللَّهُ لِمَن يَشَآءُ وَيَرۡضَىٰٓ
26. En hoeveel engelen zijn er in de hemel, wiens voorspraak niets zal baten behalve met Allah's toestemming, voor degenen die Hij wil.
Faccirooji aarabeeji:
إِنَّ ٱلَّذِينَ لَا يُؤۡمِنُونَ بِٱلۡأٓخِرَةِ لَيُسَمُّونَ ٱلۡمَلَٰٓئِكَةَ تَسۡمِيَةَ ٱلۡأُنثَىٰ
27. Waarlijk, degenen die niet in het hiernamaals geloven geven de engelen vrouwelijke namen.
Faccirooji aarabeeji:
وَمَا لَهُم بِهِۦ مِنۡ عِلۡمٍۖ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا ٱلظَّنَّۖ وَإِنَّ ٱلظَّنَّ لَا يُغۡنِي مِنَ ٱلۡحَقِّ شَيۡـٔٗا
28. Terwijl zij daarover geen kennis hebben. Zij volgen slechts hun vermoedens en waarlijk, vermoedens zijn geen onderdeel van de waarheid (daarom hoort het ook bij de grote zondes om slechte vermoedens te hebben over de geleerden en degenen die uitnodigen naar islam).
Faccirooji aarabeeji:
فَأَعۡرِضۡ عَن مَّن تَوَلَّىٰ عَن ذِكۡرِنَا وَلَمۡ يُرِدۡ إِلَّا ٱلۡحَيَوٰةَ ٱلدُّنۡيَا
29. Trek je daarom terug van degene die zich van Onze vermaning afkeert en niets dan het leven van deze wereld wenst.
Faccirooji aarabeeji:
ذَٰلِكَ مَبۡلَغُهُم مِّنَ ٱلۡعِلۡمِۚ إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعۡلَمُ بِمَن ضَلَّ عَن سَبِيلِهِۦ وَهُوَ أَعۡلَمُ بِمَنِ ٱهۡتَدَىٰ
30. Dat is wat zij van kennis konden bemachtigen. Waarlijk jullie Heer is het beste die weet wie van Zijn pad dwaalt en wie leiding krijgt.
Faccirooji aarabeeji:
وَلِلَّهِ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِي ٱلۡأَرۡضِ لِيَجۡزِيَ ٱلَّذِينَ أَسَٰٓـُٔواْ بِمَا عَمِلُواْ وَيَجۡزِيَ ٱلَّذِينَ أَحۡسَنُواْ بِٱلۡحُسۡنَى
31. Aan Allah behoort alles wat in de hemelen is en wat op aarde is, dat Hij de zondaren mogen vergelden voor wat zij gedaan hebben en degenen belonen die het goede gedaan hebben, met wat het beste is.
Faccirooji aarabeeji:
ٱلَّذِينَ يَجۡتَنِبُونَ كَبَٰٓئِرَ ٱلۡإِثۡمِ وَٱلۡفَوَٰحِشَ إِلَّا ٱللَّمَمَۚ إِنَّ رَبَّكَ وَٰسِعُ ٱلۡمَغۡفِرَةِۚ هُوَ أَعۡلَمُ بِكُمۡ إِذۡ أَنشَأَكُم مِّنَ ٱلۡأَرۡضِ وَإِذۡ أَنتُمۡ أَجِنَّةٞ فِي بُطُونِ أُمَّهَٰتِكُمۡۖ فَلَا تُزَكُّوٓاْ أَنفُسَكُمۡۖ هُوَ أَعۡلَمُ بِمَنِ ٱتَّقَىٰٓ
32. Degenen die grote zonden vermijden en verdorvenheid, behalve de kleine fouten (wanneer de moslim kennis opdoet en hier naar handelt, vrijwel nooit in grote zonden vervalt. Dit omdat de deuren die leiden tot zonden dicht zijn). Waarlijk, jullie Heer is overvloedig in de vergiffenis. Hij kent jullie het best, toen Hij jullie van aarde geschapen heeft, en toen jullie foetussen in de baarmoeders van jullie moeder waren. Dus prijs jezelf niet. Hij weet het best wie Allah vreest.
Faccirooji aarabeeji:
أَفَرَءَيۡتَ ٱلَّذِي تَوَلَّىٰ
33. Heb jij degene bekeken die zich afkeert?
Faccirooji aarabeeji:
وَأَعۡطَىٰ قَلِيلٗا وَأَكۡدَىٰٓ
34. En weinig gaven (sadaqah) en dan stopte?
Faccirooji aarabeeji:
أَعِندَهُۥ عِلۡمُ ٱلۡغَيۡبِ فَهُوَ يَرَىٰٓ
35. Is met hem de kennis van het onwaarneembare zodat hij het kan zien?
Faccirooji aarabeeji:
أَمۡ لَمۡ يُنَبَّأۡ بِمَا فِي صُحُفِ مُوسَىٰ
36. Of is hem niet verteld wat op de bladen van Moesa staat.
Faccirooji aarabeeji:
وَإِبۡرَٰهِيمَ ٱلَّذِي وَفَّىٰٓ
37. En van Ibraahiem die (alles wat Allah bevolen heeft om te doen of te verkondigen) vervuld heeft,
Faccirooji aarabeeji:
أَلَّا تَزِرُ وَازِرَةٞ وِزۡرَ أُخۡرَىٰ
38. Dat geen enkel persoon de last van een ander zal dragen.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَن لَّيۡسَ لِلۡإِنسَٰنِ إِلَّا مَا سَعَىٰ
39. En dat de mens niets zal krijgen behalve voor wat hij gedaan heeft,
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّ سَعۡيَهُۥ سَوۡفَ يُرَىٰ
40. En dat zijn daden gauw (na de dood) gezien zullen worden,
Faccirooji aarabeeji:
ثُمَّ يُجۡزَىٰهُ ٱلۡجَزَآءَ ٱلۡأَوۡفَىٰ
41. Dan zal hij een volledige vergoeding krijgen.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّ إِلَىٰ رَبِّكَ ٱلۡمُنتَهَىٰ
42. En dat bij jullie Heer het einde is.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥ هُوَ أَضۡحَكَ وَأَبۡكَىٰ
43. En dat Hij het is Die (wie Hij wil laat) lachen en (wie Hij wil) laat huilen;
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥ هُوَ أَمَاتَ وَأَحۡيَا
44. En dat Hij het is, Die het leven geeft en neemt;
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥ خَلَقَ ٱلزَّوۡجَيۡنِ ٱلذَّكَرَ وَٱلۡأُنثَىٰ
45. En dat Hij in paren schept – mannelijk en vrouwelijk,
Faccirooji aarabeeji:
مِن نُّطۡفَةٍ إِذَا تُمۡنَىٰ
46. Uit een druppel wanneer het afgescheiden wordt.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّ عَلَيۡهِ ٱلنَّشۡأَةَ ٱلۡأُخۡرَىٰ
47. En dat bij Hem een andere voortbrenging is;
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥ هُوَ أَغۡنَىٰ وَأَقۡنَىٰ
48. En dat het Allah is Die rijk of arm maakt (gebaseerd op zijn wijsheid).
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥ هُوَ رَبُّ ٱلشِّعۡرَىٰ
49. En dat Hij de Heer van Sirius is.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنَّهُۥٓ أَهۡلَكَ عَادًا ٱلۡأُولَىٰ
50. En dat Hij het is Die de voormalige ‘Ad vernietigd heeft.
Faccirooji aarabeeji:
وَثَمُودَاْ فَمَآ أَبۡقَىٰ
51. En Thamoed. Hij heeft geen van hen gespaard.
Faccirooji aarabeeji:
وَقَوۡمَ نُوحٖ مِّن قَبۡلُۖ إِنَّهُمۡ كَانُواْ هُمۡ أَظۡلَمَ وَأَطۡغَىٰ
52. En de vroegere mensen van het volk van Noeh, waarlijk zij waren onrechtvaardiger en opstandiger.
Faccirooji aarabeeji:
وَٱلۡمُؤۡتَفِكَةَ أَهۡوَىٰ
53. En Hij vernietigde de overweldigende steden.
Faccirooji aarabeeji:
فَغَشَّىٰهَا مَا غَشَّىٰ
54. Dus zij bedekten zich met datgene waarmee deze bedekte werden.
Faccirooji aarabeeji:
فَبِأَيِّ ءَالَآءِ رَبِّكَ تَتَمَارَىٰ
55. Over welke gunsten van jullie Heer twijfelen jullie?
Faccirooji aarabeeji:
هَٰذَا نَذِيرٞ مِّنَ ٱلنُّذُرِ ٱلۡأُولَىٰٓ
56. Dit is een waarschuwer van de waarschuwers van de eerdere (generatie).
Faccirooji aarabeeji:
أَزِفَتِ ٱلۡأٓزِفَةُ
57. De dag der opstanding is nabij,
Faccirooji aarabeeji:
لَيۡسَ لَهَا مِن دُونِ ٱللَّهِ كَاشِفَةٌ
58. Niemand behalve Allah kan het wegnemen.
Faccirooji aarabeeji:
أَفَمِنۡ هَٰذَا ٱلۡحَدِيثِ تَعۡجَبُونَ
59. Verwonderen jullie je dan over deze recitatie.
Faccirooji aarabeeji:
وَتَضۡحَكُونَ وَلَا تَبۡكُونَ
60. En jullie lachen daarom en huilen niet.
Faccirooji aarabeeji:
وَأَنتُمۡ سَٰمِدُونَ
61. Jullie tijd van leven verspillend in vermaak en amusement.
Faccirooji aarabeeji:
فَٱسۡجُدُواْۤ لِلَّهِۤ وَٱعۡبُدُواْ۩
62. Kniel dan neer voor Allah, en aanbid Hem.
Faccirooji aarabeeji:
 
Firo maanaaji Simoore: Simoore hoodere
Tippudi cimooje Tonngoode hello ngoo
 
Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Firo olanndiiwo - Tippudi firooji ɗii

Firo maanaaji al-quraan e ɗemngal olannda

Uddude