Terjemahan makna Surah Surah At-Takwīr - Terjemahan Berbahasa Belanda - Ensiklopedia Alquran Alkarim

Soerat At-Takwier (Het Opvouwen)

Ayah: 1

إِذَا ٱلشَّمۡسُ كُوِّرَتۡ

1. Als de zon wordt opgerold.

Ayah: 2

وَإِذَا ٱلنُّجُومُ ٱنكَدَرَتۡ

2. Als de sterren zullen vallen.

Ayah: 3

وَإِذَا ٱلۡجِبَالُ سُيِّرَتۡ

3. En als de bergen zullen gaan verdwijnen.

Ayah: 4

وَإِذَا ٱلۡعِشَارُ عُطِّلَتۡ

4. En als de zwangere kamelinnen verwaarloosd zullen worden.

Ayah: 5

وَإِذَا ٱلۡوُحُوشُ حُشِرَتۡ

5. En als de wilde dieren zich zullen verzamelen.

Ayah: 6

وَإِذَا ٱلۡبِحَارُ سُجِّرَتۡ

6. En als de zeeën zullen overstromen.

Ayah: 7

وَإِذَا ٱلنُّفُوسُ زُوِّجَتۡ

7. En als de zielen met de lichamen verenigd zullen worden.

Ayah: 8

وَإِذَا ٱلۡمَوۡءُۥدَةُ سُئِلَتۡ

8. En als het meisjesbaby die levend begraven werd (zoals de Arabieren deden voor de Islam) ondervraagd zal worden.

Ayah: 9

بِأَيِّ ذَنۢبٖ قُتِلَتۡ

9. Voor welke zonde zij gedood is?

Ayah: 10

وَإِذَا ٱلصُّحُفُ نُشِرَتۡ

10. En als de geschreven bladzijden van de daden (goede en slechte) open worden geslagen.

Ayah: 11

وَإِذَا ٱلسَّمَآءُ كُشِطَتۡ

11. En wanneer de hemel afgehaald zal worden en van zijn plaats zal worden verwijderd.

Ayah: 12

وَإِذَا ٱلۡجَحِيمُ سُعِّرَتۡ

12. En als het hellevuur zal worden aangestoken om heftig op te laaien.

Ayah: 13

وَإِذَا ٱلۡجَنَّةُ أُزۡلِفَتۡ

13. En als het paradijs in de nabijheid wordt gebracht.

Ayah: 14

عَلِمَتۡ نَفۡسٞ مَّآ أَحۡضَرَتۡ

14. (Dan) zal iedereen weten wat hij voortgebracht heeft.

Ayah: 15

فَلَآ أُقۡسِمُ بِٱلۡخُنَّسِ

15. Waarlijk, Ik zweer bij de planeten.

Ayah: 16

ٱلۡجَوَارِ ٱلۡكُنَّسِ

16. En bij de planeten die snel bewegen en zichzelf verbergen.

Ayah: 17

وَٱلَّيۡلِ إِذَا عَسۡعَسَ

17. En bij de nacht als deze verdwijnt.

Ayah: 18

وَٱلصُّبۡحِ إِذَا تَنَفَّسَ

18. En bij het ochtendlicht wanneer deze opklaart.

Ayah: 19

إِنَّهُۥ لَقَوۡلُ رَسُولٖ كَرِيمٖ

19. Waarlijk, dit is het woord van de meest edele boodschapper.

Ayah: 20

ذِي قُوَّةٍ عِندَ ذِي ٱلۡعَرۡشِ مَكِينٖ

20. Eigenaar van macht en een hoge status bij de Heer van de troon.

Ayah: 21

مُّطَاعٖ ثَمَّ أَمِينٖ

21. Gehoorzaamd en betrouwbaar.

Ayah: 22

وَمَا صَاحِبُكُم بِمَجۡنُونٖ

22. Jullie metgezel (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) is geen dwaas.

Ayah: 23

وَلَقَدۡ رَءَاهُ بِٱلۡأُفُقِ ٱلۡمُبِينِ

23. Waarlijk, hij zag hem in de duidelijke horizon.

Ayah: 24

وَمَا هُوَ عَلَى ٱلۡغَيۡبِ بِضَنِينٖ

24. Hij (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) houdt niet de kennis van het onwaarneembare achter.

Ayah: 25

وَمَا هُوَ بِقَوۡلِ شَيۡطَٰنٖ رَّجِيمٖ

25. Het is niet het woord van de verworpen Shaytaan.

Ayah: 26

فَأَيۡنَ تَذۡهَبُونَ

26. Waar gaan jullie dan heen?

Ayah: 27

إِنۡ هُوَ إِلَّا ذِكۡرٞ لِّلۡعَٰلَمِينَ

27. Waarlijk, dit is niet meer dan een herinnering voor de alle werelden.

Ayah: 28

لِمَن شَآءَ مِنكُمۡ أَن يَسۡتَقِيمَ

28. Aan ieder onder jullie die het rechte pad bewandelen wil.

Ayah: 29

وَمَا تَشَآءُونَ إِلَّآ أَن يَشَآءَ ٱللَّهُ رَبُّ ٱلۡعَٰلَمِينَ

29. En jullie willen niet, tenzij het is dat Allah wil – de Heer van de werelden.