કુરઆન મજીદના શબ્દોનું ભાષાંતર - ડચ ભાષા * - ભાષાંતરોની અનુક્રમણિકા

XML CSV Excel API
Please review the Terms and Policies

શબ્દોનું ભાષાંતર સૂરહ: અસ્ સોફ્ફાત   આયત:

Soerat As-Saaffaat (Zij die in de Rangen behoren)

وَٱلصَّٰٓفَّٰتِ صَفّٗا
1. Bij hen (de engelen) die in rijen geordend zijn.
અરબી તફસીરો:
فَٱلزَّٰجِرَٰتِ زَجۡرٗا
2. Bij hen (engelen) die de wolken voortdrijven.
અરબી તફસીરો:
فَٱلتَّٰلِيَٰتِ ذِكۡرًا
3. Bij hen (engelen) die de vermaning voordragen.
અરબી તફસીરો:
إِنَّ إِلَٰهَكُمۡ لَوَٰحِدٞ
4. Waarlijk jullie god is zeker Eén.
અરબી તફસીરો:
رَّبُّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَا وَرَبُّ ٱلۡمَشَٰرِقِ
5. Heer van de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is, en Heer van het oosten.
અરબી તફસીરો:
إِنَّا زَيَّنَّا ٱلسَّمَآءَ ٱلدُّنۡيَا بِزِينَةٍ ٱلۡكَوَاكِبِ
6. Waarlijk! Wij hebben de nabije hemel met sterren versierd.
અરબી તફસીરો:
وَحِفۡظٗا مِّن كُلِّ شَيۡطَٰنٖ مَّارِدٖ
7. En voor bescherming tegen iedere opstandige duivel.
અરબી તફસીરો:
لَّا يَسَّمَّعُونَ إِلَى ٱلۡمَلَإِ ٱلۡأَعۡلَىٰ وَيُقۡذَفُونَ مِن كُلِّ جَانِبٖ
8. Zij kunnen niet luisteren naar de hogere groep (van engelen) want zij worden van alle kanten bekogeld.
અરબી તફસીરો:
دُحُورٗاۖ وَلَهُمۡ عَذَابٞ وَاصِبٌ
9. Verworpenen en voor hen is een voortdurende bestraffing.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا مَنۡ خَطِفَ ٱلۡخَطۡفَةَ فَأَتۡبَعَهُۥ شِهَابٞ ثَاقِبٞ
10. Behalve degenen die een deel (van het gesprek tussen de engelen) probeert te stelen waarna zij vervolgd worden door een doordringende laaiend vuur.
અરબી તફસીરો:
فَٱسۡتَفۡتِهِمۡ أَهُمۡ أَشَدُّ خَلۡقًا أَم مَّنۡ خَلَقۡنَآۚ إِنَّا خَلَقۡنَٰهُم مِّن طِينٖ لَّازِبِۭ
11. Vraag hen dan (O Mohammed): “Zijn zij moeilijker om te scheppen of zijn de andere (de hemelen en de aarde) moeilijker die wij hebben geschapen?” Waarlijk, Wij hebben hen uit plakkerig klei geschapen.
અરબી તફસીરો:
بَلۡ عَجِبۡتَ وَيَسۡخَرُونَ
12. Welnee, jij (O Mohammed) verwondert je als zij spotten.
અરબી તફસીરો:
وَإِذَا ذُكِّرُواْ لَا يَذۡكُرُونَ
13. En als zij herinnerd worden besteden zij daar geen aandacht aan.
અરબી તફસીરો:
وَإِذَا رَأَوۡاْ ءَايَةٗ يَسۡتَسۡخِرُونَ
14. En als zij een teken van Allah zien, dan bespotten zij het.
અરબી તફસીરો:
وَقَالُوٓاْ إِنۡ هَٰذَآ إِلَّا سِحۡرٞ مُّبِينٌ
15. En zij zeggen: “Dit is niets anders dan duidelijke toverkunst!
અરબી તફસીરો:
أَءِذَا مِتۡنَا وَكُنَّا تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَءِنَّا لَمَبۡعُوثُونَ
16. Zullen we als wij dood zijn en tot stof en beenderen vergaan zijn, zullen wij (dan) werkelijk herrijzen?
અરબી તફસીરો:
أَوَءَابَآؤُنَا ٱلۡأَوَّلُونَ
17. En ook onze oude voorvaderen?”
અરબી તફસીરો:
قُلۡ نَعَمۡ وَأَنتُمۡ دَٰخِرُونَ
18. Zeg: “Ja, en jullie zullen dan vernederd worden.”
અરબી તફસીરો:
فَإِنَّمَا هِيَ زَجۡرَةٞ وَٰحِدَةٞ فَإِذَا هُمۡ يَنظُرُونَ
19. Het zal een enkele roep worden en zie, zij zullen staren (uit angst).
અરબી તફસીરો:
وَقَالُواْ يَٰوَيۡلَنَا هَٰذَا يَوۡمُ ٱلدِّينِ
20. Zij zullen zeggen: “Wee ons! Dit is de Dag der Opstanding!”
અરબી તફસીરો:
هَٰذَا يَوۡمُ ٱلۡفَصۡلِ ٱلَّذِي كُنتُم بِهِۦ تُكَذِّبُونَ
21. “Dit is de Dag des Oordeels die jullie ontkenden.”
અરબી તફસીરો:
۞ ٱحۡشُرُواْ ٱلَّذِينَ ظَلَمُواْ وَأَزۡوَٰجَهُمۡ وَمَا كَانُواْ يَعۡبُدُونَ
22. (Er zal tegen de engelen gezegd worden): “Verzamel degenen die onrecht pleegden met hun soortgenoten en dat wat zij plachten te aanbidden.
અરબી તફસીરો:
مِن دُونِ ٱللَّهِ فَٱهۡدُوهُمۡ إِلَىٰ صِرَٰطِ ٱلۡجَحِيمِ
23. Naast Allah, en leid hen naar de weg van het laaiende vuur.
અરબી તફસીરો:
وَقِفُوهُمۡۖ إِنَّهُم مَّسۡـُٔولُونَ
24. Maar houd hen tegen, waarlijk, zij zullen ondervraagd worden."
અરબી તફસીરો:
مَا لَكُمۡ لَا تَنَاصَرُونَ
25. “Wat scheelt jullie? Waarom helpen jullie elkaar niet?”
અરબી તફસીરો:
بَلۡ هُمُ ٱلۡيَوۡمَ مُسۡتَسۡلِمُونَ
26. Welnee, maar op die Dag zullen zij zich overgeven.
અરબી તફસીરો:
وَأَقۡبَلَ بَعۡضُهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖ يَتَسَآءَلُونَ
27. En zij zullen zich tot elkaar keren en elkaar ondervragen.
અરબી તફસીરો:
قَالُوٓاْ إِنَّكُمۡ كُنتُمۡ تَأۡتُونَنَا عَنِ ٱلۡيَمِينِ
28. Zij zullen zeggen: “Waarlijk, jullie benaderden ons van de rechterkant” (jullie hielden ons af van de waarheid).
અરબી તફસીરો:
قَالُواْ بَل لَّمۡ تَكُونُواْ مُؤۡمِنِينَ
29. Zij zullen antwoorden: “Nee, jullie zelf waren geen gelovigen.
અરબી તફસીરો:
وَمَا كَانَ لَنَا عَلَيۡكُم مِّن سُلۡطَٰنِۭۖ بَلۡ كُنتُمۡ قَوۡمٗا طَٰغِينَ
30. En wij hadden geen gezag over jullie. Nee! Maar jullie waren mensen die overtraden.
અરબી તફસીરો:
فَحَقَّ عَلَيۡنَا قَوۡلُ رَبِّنَآۖ إِنَّا لَذَآئِقُونَ
31. Nu heeft het woord van onze Heer zich dus tegen ons gerechtvaardigd, voorwaar wij zullen het zeker proeven.
અરબી તફસીરો:
فَأَغۡوَيۡنَٰكُمۡ إِنَّا كُنَّا غَٰوِينَ
32. Wij lieten jullie dus dwalen omdat wij zelf dwaalden.”
અરબી તફસીરો:
فَإِنَّهُمۡ يَوۡمَئِذٖ فِي ٱلۡعَذَابِ مُشۡتَرِكُونَ
33. Dan waarlijk, op die Dag zullen zij (allen) in de bestraffing delen.
અરબી તફસીરો:
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَفۡعَلُ بِٱلۡمُجۡرِمِينَ
34. Zeker, zo behandelen Wij de misdadigers.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُمۡ كَانُوٓاْ إِذَا قِيلَ لَهُمۡ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا ٱللَّهُ يَسۡتَكۡبِرُونَ
35. Waarlijk, als er tegen hen gezegd wordt: “Geen heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah, blazen zij zichzelf van trots op."
અરબી તફસીરો:
وَيَقُولُونَ أَئِنَّا لَتَارِكُوٓاْ ءَالِهَتِنَا لِشَاعِرٖ مَّجۡنُونِۭ
36. En (zij) zeggen: “Gaan wij onze goden uitbannen vanwege een krankzinnige dichter?”
અરબી તફસીરો:
بَلۡ جَآءَ بِٱلۡحَقِّ وَصَدَّقَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
37. Welnee! Hij is met de waarheid gekomen en hij bevestigt de (eerdere) boodschappers.
અરબી તફસીરો:
إِنَّكُمۡ لَذَآئِقُواْ ٱلۡعَذَابِ ٱلۡأَلِيمِ
38. Waarlijk, jullie zullen een pijnlijke bestraffing gaan proeven; -
અરબી તફસીરો:
وَمَا تُجۡزَوۡنَ إِلَّا مَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ
39. En jullie zal niets vergoed worden behalve voor datgene wat jullie plachten te doen.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
40. Behalve de zuivere dienaren van Allah.
અરબી તફસીરો:
أُوْلَٰٓئِكَ لَهُمۡ رِزۡقٞ مَّعۡلُومٞ
41. Voor hen zal er een bekende voorziening zijn.
અરબી તફસીરો:
فَوَٰكِهُ وَهُم مُّكۡرَمُونَ
42.(voor hen is er) Fruit, en zij zullen geëerd worden,
અરબી તફસીરો:
فِي جَنَّٰتِ ٱلنَّعِيمِ
43. In de Tuinen der Vreugde,
અરબી તફસીરો:
عَلَىٰ سُرُرٖ مُّتَقَٰبِلِينَ
44. Elkaar aankijkend op ligstoelen.
અરબી તફસીરો:
يُطَافُ عَلَيۡهِم بِكَأۡسٖ مِّن مَّعِينِۭ
45. Zij zullen een beker zuivere wijn aan elkaar doorgeven.
અરબી તફસીરો:
بَيۡضَآءَ لَذَّةٖ لِّلشَّٰرِبِينَ
46. Wit (van kleur) verrukkelijk voor de drinkers.
અરબી તફસીરો:
لَا فِيهَا غَوۡلٞ وَلَا هُمۡ عَنۡهَا يُنزَفُونَ
47. Noch hebben zij daar pijn van, noch zullen zij lijden aan de dronkenschap daarvan.
અરબી તફસીરો:
وَعِندَهُمۡ قَٰصِرَٰتُ ٱلطَّرۡفِ عِينٞ
48. En bij hen zullen kuise vrouwen zijn, hun blikken weerhoudend met grote en prachtige ogen.
અરબી તફસીરો:
كَأَنَّهُنَّ بَيۡضٞ مَّكۡنُونٞ
49. Alsof zij (onberispelijke) eieren zijn die (uiterst goed) werden beschut.
અરબી તફસીરો:
فَأَقۡبَلَ بَعۡضُهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖ يَتَسَآءَلُونَ
50. Dan keren zij zich tot elkaar, elkaar vragend.
અરબી તફસીરો:
قَالَ قَآئِلٞ مِّنۡهُمۡ إِنِّي كَانَ لِي قَرِينٞ
51. Een spreker van hen zal zeggen: “Waarlijk, ik had een metgezel (in het wereldse leven),
અરબી તફસીરો:
يَقُولُ أَءِنَّكَ لَمِنَ ٱلۡمُصَدِّقِينَ
52. Die zei: '"Behoren jullie tot degenen die geloven.
અરબી તફસીરો:
أَءِذَا مِتۡنَا وَكُنَّا تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَءِنَّا لَمَدِينُونَ
53. Als wij dan sterven en tot stof en beenderen geworden zijn, zullen wij dan echt (herrijzen) om de beloning of de bestraffing te ontvangen?”
અરબી તફસીરો:
قَالَ هَلۡ أَنتُم مُّطَّلِعُونَ
54. (De paradijsbewoner) zei: “Kunnen jullie een kijk nemen (op de Helbewoners)?”
અરબી તફસીરો:
فَٱطَّلَعَ فَرَءَاهُ فِي سَوَآءِ ٱلۡجَحِيمِ
55. Dus keek hij (de paradijsbewoner) naar beneden en zag hem (zijn metgezel vroeger) te midden van het vuur.
અરબી તફસીરો:
قَالَ تَٱللَّهِ إِن كِدتَّ لَتُرۡدِينِ
56. Hij zei: “Bij Allah! Jij hebt mij bijna vernietigd.
અરબી તફસીરો:
وَلَوۡلَا نِعۡمَةُ رَبِّي لَكُنتُ مِنَ ٱلۡمُحۡضَرِينَ
57. Als het niet door de genade van mijn Heer kwam (kennis had op gedaan en daar naar gehandeld had), zou ik zeker onder degenen verkeren die naar (de hel) gebracht werden.”
અરબી તફસીરો:
أَفَمَا نَحۡنُ بِمَيِّتِينَ
58. Sterven wij dan [1]?
[1]Niet meer, uit blijdschap bevestigd hij dat en vreugde die nooit zal ophouden.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا مَوۡتَتَنَا ٱلۡأُولَىٰ وَمَا نَحۡنُ بِمُعَذَّبِينَ
59. Behalve onze eerste dood en zullen wij niet gestraft worden.
અરબી તફસીરો:
إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ ٱلۡفَوۡزُ ٱلۡعَظِيمُ
60. Waarlijk, dit is een geweldig succes!
અરબી તફસીરો:
لِمِثۡلِ هَٰذَا فَلۡيَعۡمَلِ ٱلۡعَٰمِلُونَ
61. Hiervoor werken degenen die succes willen."
અરબી તફસીરો:
أَذَٰلِكَ خَيۡرٞ نُّزُلًا أَمۡ شَجَرَةُ ٱلزَّقُّومِ
62. Is dat een beter vermaak of de Zaqqoemboom (die groeit in de Hel)?
અરબી તફસીરો:
إِنَّا جَعَلۡنَٰهَا فِتۡنَةٗ لِّلظَّٰلِمِينَ
63. Waarlijk, Wij hebben het als een beproeving voor de onrechtvaardigen gemaakt.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهَا شَجَرَةٞ تَخۡرُجُ فِيٓ أَصۡلِ ٱلۡجَحِيمِ
64. Waarlijk, het is een boom die wortelt in de bodem van het hellevuur.
અરબી તફસીરો:
طَلۡعُهَا كَأَنَّهُۥ رُءُوسُ ٱلشَّيَٰطِينِ
65. De uitgroeisels ervan (gelijkend op die van palmbomen) zijn zoals (lelijke) duivelskoppen.
અરબી તફસીરો:
فَإِنَّهُمۡ لَأٓكِلُونَ مِنۡهَا فَمَالِـُٔونَ مِنۡهَا ٱلۡبُطُونَ
66. Waarlijk, zij zullen daarvan eten en hun buiken ermee vullen.
અરબી તફસીરો:
ثُمَّ إِنَّ لَهُمۡ عَلَيۡهَا لَشَوۡبٗا مِّنۡ حَمِيمٖ
67. Bovendien zullen zij kokend water te drinken krijgen, zodat het een mengsel wordt.
અરબી તફસીરો:
ثُمَّ إِنَّ مَرۡجِعَهُمۡ لَإِلَى ٱلۡجَحِيمِ
68. Dan daarna, waarlijk zullen zij naar het laaiende vuur van de hel terugkeren.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُمۡ أَلۡفَوۡاْ ءَابَآءَهُمۡ ضَآلِّينَ
69. Waarlijk, zij vonden hun vaders op het verkeerde pad;
અરબી તફસીરો:
فَهُمۡ عَلَىٰٓ ءَاثَٰرِهِمۡ يُهۡرَعُونَ
70. Dus haasten zij zich (ook) in hun voetstappen!
અરબી તફસીરો:
وَلَقَدۡ ضَلَّ قَبۡلَهُمۡ أَكۡثَرُ ٱلۡأَوَّلِينَ
71. En voorwaar, de meesten van de ouderen dwaalden voor hen.
અરબી તફસીરો:
وَلَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا فِيهِم مُّنذِرِينَ
72. En voorwaar, Wij stuurden onder hen waarschuwers.
અરબી તફસીરો:
فَٱنظُرۡ كَيۡفَ كَانَ عَٰقِبَةُ ٱلۡمُنذَرِينَ
73. Zie dus wat het einde was van degenen die gewaarschuwd werden.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
74. Behalve de zuivere dienaren van Allah.
અરબી તફસીરો:
وَلَقَدۡ نَادَىٰنَا نُوحٞ فَلَنِعۡمَ ٱلۡمُجِيبُونَ
75. En voorwaar, Noeh riep Ons aan en Wij zijn de Beste van degenen die (het verzoek) beantwoordden.
અરબી તફસીરો:
وَنَجَّيۡنَٰهُ وَأَهۡلَهُۥ مِنَ ٱلۡكَرۡبِ ٱلۡعَظِيمِ
76. En Wij redden hem en zijn familie van de grote ramp,
અરબી તફસીરો:
وَجَعَلۡنَا ذُرِّيَّتَهُۥ هُمُ ٱلۡبَاقِينَ
77. En zijn nageslacht maakten Wij tot overlevenden.
અરબી તફસીરો:
وَتَرَكۡنَا عَلَيۡهِ فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
78. En lieten voor hen (een goede herinnering) achter onder de komende generaties van latere tijd;
અરબી તફસીરો:
سَلَٰمٌ عَلَىٰ نُوحٖ فِي ٱلۡعَٰلَمِينَ
79. Vrede zij met jou Noeh onder de werelden”.
અરબી તફસીરો:
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
80. Waarlijk, dus belonen Wij de weldoeners.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُۥ مِنۡ عِبَادِنَا ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
81. Waarlijk, hij is één van Onze gelovende dienaren.
અરબી તફસીરો:
ثُمَّ أَغۡرَقۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ
82. Toen verdronken Wij de anderen.
અરબી તફસીરો:
۞ وَإِنَّ مِن شِيعَتِهِۦ لَإِبۡرَٰهِيمَ
83. En waarlijk, onder degenen die zijn weg volgden was Ibraahiem.
અરબી તફસીરો:
إِذۡ جَآءَ رَبَّهُۥ بِقَلۡبٖ سَلِيمٍ
84. Toen hij met een zuiver hart tot zijn Heer kwam.
અરબી તફસીરો:
إِذۡ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوۡمِهِۦ مَاذَا تَعۡبُدُونَ
85. Toen hij tegen zijn vader en zijn volk zei: “Wat is dat wat jullie aanbidden?”
અરબી તફસીરો:
أَئِفۡكًا ءَالِهَةٗ دُونَ ٱللَّهِ تُرِيدُونَ
86. Is het een leugen – andere goden dan Allah – die jullie zoeken?
અરબી તફસીરો:
فَمَا ظَنُّكُم بِرَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
87. Wat denken jullie dan over de Heer van de werelden?”
અરબી તફસીરો:
فَنَظَرَ نَظۡرَةٗ فِي ٱلنُّجُومِ
88. Toen wierp hij de blik op de sterren.
અરબી તફસીરો:
فَقَالَ إِنِّي سَقِيمٞ
89. En hij zei: “Waarlijk, ik ben ziek.”
અરબી તફસીરો:
فَتَوَلَّوۡاْ عَنۡهُ مُدۡبِرِينَ
90. Dus keerden zij zich van hem af, en verlieten (hem).
અરબી તફસીરો:
فَرَاغَ إِلَىٰٓ ءَالِهَتِهِمۡ فَقَالَ أَلَا تَأۡكُلُونَ
91. Toen wendde hij zich tot hun valse goden en zei: “Eten jullie niet?
અરબી તફસીરો:
مَا لَكُمۡ لَا تَنطِقُونَ
92. Wat scheelt jullie dat jullie niet spreken?”
અરબી તફસીરો:
فَرَاغَ عَلَيۡهِمۡ ضَرۡبَۢا بِٱلۡيَمِينِ
93. Toen keerde hij zich tot hen en sloeg (hen) met (zijn) rechterhand.
અરબી તફસીરો:
فَأَقۡبَلُوٓاْ إِلَيۡهِ يَزِفُّونَ
94. Toen kwamen zij (de afgodenaanbidders) naar hem toe haastten.
અરબી તફસીરો:
قَالَ أَتَعۡبُدُونَ مَا تَنۡحِتُونَ
95. Hij zei: “Aanbidden jullie dat wat jullie (zelf) hebben uitgesneden?
અરબી તફસીરો:
وَٱللَّهُ خَلَقَكُمۡ وَمَا تَعۡمَلُونَ
96. Terwijl Allah jullie en wat jullie doen, heeft geschapen!”
અરબી તફસીરો:
قَالُواْ ٱبۡنُواْ لَهُۥ بُنۡيَٰنٗا فَأَلۡقُوهُ فِي ٱلۡجَحِيمِ
97. Zij zeiden: “Maak een brandstapel voor hen en gooi hem in het laaiende vuur!”
અરબી તફસીરો:
فَأَرَادُواْ بِهِۦ كَيۡدٗا فَجَعَلۡنَٰهُمُ ٱلۡأَسۡفَلِينَ
98. Zo smeedden zij een plan tegen hem, maar Wij maakten hen tot de laagsten.
અરબી તફસીરો:
وَقَالَ إِنِّي ذَاهِبٌ إِلَىٰ رَبِّي سَيَهۡدِينِ
99. En hij(Ibraahiem)zei: “Waarlijk, ik ga naar mijn Heer. Hij zal mij leiden!
અરબી તફસીરો:
رَبِّ هَبۡ لِي مِنَ ٱلصَّٰلِحِينَ
100. Mijn Heer! Geef mij (nageslacht) van de rechtvaardigen.”
અરબી તફસીરો:
فَبَشَّرۡنَٰهُ بِغُلَٰمٍ حَلِيمٖ
101. Dus gaven Wij hem het goede nieuws van een verdraagzame jongen (Ismaiel).
અરબી તફસીરો:
فَلَمَّا بَلَغَ مَعَهُ ٱلسَّعۡيَ قَالَ يَٰبُنَيَّ إِنِّيٓ أَرَىٰ فِي ٱلۡمَنَامِ أَنِّيٓ أَذۡبَحُكَ فَٱنظُرۡ مَاذَا تَرَىٰۚ قَالَ يَٰٓأَبَتِ ٱفۡعَلۡ مَا تُؤۡمَرُۖ سَتَجِدُنِيٓ إِن شَآءَ ٱللَّهُ مِنَ ٱلصَّٰبِرِينَ
102. En toen hij oud genoeg was om samen met hem eropuit te trekken (de kost te winnen), zei hij: “O mijn zoon! Ik heb een droom gezien dat ik jou slacht wat denk jij daarvan!” Hij zei: “O mijn vader! Doe wat jou bevolen is als Allah het wil, zul jij mij onder de geduldigen vinden.”
અરબી તફસીરો:
فَلَمَّآ أَسۡلَمَا وَتَلَّهُۥ لِلۡجَبِينِ
103. Toen, terwijl zij zich allebei onderworpen hadden en hij had hem knielend op zijn voorhoofd neergelegd;
અરબી તફસીરો:
وَنَٰدَيۡنَٰهُ أَن يَٰٓإِبۡرَٰهِيمُ
104. En Wij riepen naar hem: “O Ibraahiem!
અરબી તફસીરો:
قَدۡ صَدَّقۡتَ ٱلرُّءۡيَآۚ إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
105. Jij hebt de droom vervuld!” Waarlijk! Zo belonen Wij de weldoeners.
અરબી તફસીરો:
إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ ٱلۡبَلَٰٓؤُاْ ٱلۡمُبِينُ
106. Waarlijk, dat was zeker een duidelijke beproeving –
અરબી તફસીરો:
وَفَدَيۡنَٰهُ بِذِبۡحٍ عَظِيمٖ
107. En Wij hebben hem vrijgekocht met een groot offer.
અરબી તફસીરો:
وَتَرَكۡنَا عَلَيۡهِ فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
108. En Wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de generaties in latere tijden.
અરબી તફસીરો:
سَلَٰمٌ عَلَىٰٓ إِبۡرَٰهِيمَ
109. Vrede zij met Ibraahiem!”
અરબી તફસીરો:
كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
110. Zo belonen Wij zeker de weldoeners.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُۥ مِنۡ عِبَادِنَا ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
111. Waarlijk hij was één van Onze gelovende dienaren.
અરબી તફસીરો:
وَبَشَّرۡنَٰهُ بِإِسۡحَٰقَ نَبِيّٗا مِّنَ ٱلصَّٰلِحِينَ
112. En Wij gaven hem het goede nieuws van Isaac – een profeet van de rechtvaardigen.
અરબી તફસીરો:
وَبَٰرَكۡنَا عَلَيۡهِ وَعَلَىٰٓ إِسۡحَٰقَۚ وَمِن ذُرِّيَّتِهِمَا مُحۡسِنٞ وَظَالِمٞ لِّنَفۡسِهِۦ مُبِينٞ
113. Wij zegenden hem en Isaac en van hun nageslacht zijn er die goed doen en sommigen doen hen zelf duidelijk onrecht aan.
અરબી તફસીરો:
وَلَقَدۡ مَنَنَّا عَلَىٰ مُوسَىٰ وَهَٰرُونَ
114. En voorwaar Wij gaven Onze gunsten aan Moesa en Haaroen.
અરબી તફસીરો:
وَنَجَّيۡنَٰهُمَا وَقَوۡمَهُمَا مِنَ ٱلۡكَرۡبِ ٱلۡعَظِيمِ
115. En Wij redden hen en hun volk van de grote ellende.
અરબી તફસીરો:
وَنَصَرۡنَٰهُمۡ فَكَانُواْ هُمُ ٱلۡغَٰلِبِينَ
116. En hielpen hen, zodat zij de overwinnaars werden;
અરબી તફસીરો:
وَءَاتَيۡنَٰهُمَا ٱلۡكِتَٰبَ ٱلۡمُسۡتَبِينَ
117. En Wij gaven hen een duidelijk Boek;
અરબી તફસીરો:
وَهَدَيۡنَٰهُمَا ٱلصِّرَٰطَ ٱلۡمُسۡتَقِيمَ
118. En leidden hen op het rechte pad;
અરબી તફસીરો:
وَتَرَكۡنَا عَلَيۡهِمَا فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
119. En Wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de generaties in latere tijden.
અરબી તફસીરો:
سَلَٰمٌ عَلَىٰ مُوسَىٰ وَهَٰرُونَ
120. Vrede zij met Moesa en Haaroen!”
અરબી તફસીરો:
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
121. Zo belonen Wij zeker de weldoeners.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُمَا مِنۡ عِبَادِنَا ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
122. Waarlijk! Zij waren twee van Onze gelovende dienaren.
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّ إِلۡيَاسَ لَمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
123. En waarlijk, Ilyaas was één van de boodschappers.
અરબી તફસીરો:
إِذۡ قَالَ لِقَوۡمِهِۦٓ أَلَا تَتَّقُونَ
124. Toen hij tegen zijn volk zei: “Vrezen jullie Allah niet?”
અરબી તફસીરો:
أَتَدۡعُونَ بَعۡلٗا وَتَذَرُونَ أَحۡسَنَ ٱلۡخَٰلِقِينَ
125. Roepen jullie B’al (valse god, B'al was zijn) aan en laten jullie de beste schepper,
અરબી તફસીરો:
ٱللَّهَ رَبَّكُمۡ وَرَبَّ ءَابَآئِكُمُ ٱلۡأَوَّلِينَ
126. Allah, jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen?”
અરબી તફસીરો:
فَكَذَّبُوهُ فَإِنَّهُمۡ لَمُحۡضَرُونَ
127. Maar zij ontkenden hem dus zullen zij zeker (naar de bestraffing) worden gebracht.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
128. Behalve de zuivere dienaren van Allah.
અરબી તફસીરો:
وَتَرَكۡنَا عَلَيۡهِ فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
129. En Wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de generaties in latere tijden.
અરબી તફસીરો:
سَلَٰمٌ عَلَىٰٓ إِلۡ يَاسِينَ
130. Vrede zij met Ilyaasin!”
અરબી તફસીરો:
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
131. Waarlijk, dus belonen Wij de weldoeners.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُۥ مِنۡ عِبَادِنَا ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
132. Waarlijk, hij was één van Onze gelovige dienaren.
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّ لُوطٗا لَّمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
133. En waarlijk, Loet was één van de boodschappers.
અરબી તફસીરો:
إِذۡ نَجَّيۡنَٰهُ وَأَهۡلَهُۥٓ أَجۡمَعِينَ
134. Toen Wij hem en zijn familie allen redden,
અરબી તફસીરો:
إِلَّا عَجُوزٗا فِي ٱلۡغَٰبِرِينَ
135. Behalve een oude vrouw die onder degenen was die achterbleven.
અરબી તફસીરો:
ثُمَّ دَمَّرۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ
136. Toen vernietigden Wij de rest.
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّكُمۡ لَتَمُرُّونَ عَلَيۡهِم مُّصۡبِحِينَ
137. Waarlijk, jullie gingen in de ochtend aan hen voorbij.
અરબી તફસીરો:
وَبِٱلَّيۡلِۚ أَفَلَا تَعۡقِلُونَ
138. En in de nacht; zullen jullie dan niet nadenken?
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّ يُونُسَ لَمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
139. En waarlijk, Yoenoes was één van de boodschappers.
અરબી તફસીરો:
إِذۡ أَبَقَ إِلَى ٱلۡفُلۡكِ ٱلۡمَشۡحُونِ
140. Toen hij haastig naar het geladen schip ging.
અરબી તફસીરો:
فَسَاهَمَ فَكَانَ مِنَ ٱلۡمُدۡحَضِينَ
141. Hij (stemde in) om loten te trekken (om te bepalen wie overboord moest) en hij was één van de verliezers,-
અરબી તફસીરો:
فَٱلۡتَقَمَهُ ٱلۡحُوتُ وَهُوَ مُلِيمٞ
142. Toen slokte de walvis hem op en hij had (daarvoor) een zonde begaan [1].
[1]Dat was dat hij zonder Allah Zijn toestemming zijn volk verliet om naar een andere volk te gaan die wellicht wel de waarheid zal accepteren, hoeveel dingen doen wij zonder Allah Zijn toestemming daarvan moeten we zeker gauw Tawbah voor doen en terugkeren naar zijn tevredenheid werkelijk ons geloof beter praktiseren.
અરબી તફસીરો:
فَلَوۡلَآ أَنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلۡمُسَبِّحِينَ
143. Als hij niet onder degenen was geweest die Allah verheerlijkten,
અરબી તફસીરો:
لَلَبِثَ فِي بَطۡنِهِۦٓ إِلَىٰ يَوۡمِ يُبۡعَثُونَ
144. Dan zou hij inderdaad in de buik zijn gebleven tot de Dag der Opstanding.
અરબી તફસીરો:
۞ فَنَبَذۡنَٰهُ بِٱلۡعَرَآءِ وَهُوَ سَقِيمٞ
145. Maar Wij wierpen hem uit op de naakte kust, terwijl hij ziek was.
અરબી તફસીરો:
وَأَنۢبَتۡنَا عَلَيۡهِ شَجَرَةٗ مِّن يَقۡطِينٖ
146. En Wij lieten een pompoenboom over hem groeien.
અરબી તફસીરો:
وَأَرۡسَلۡنَٰهُ إِلَىٰ مِاْئَةِ أَلۡفٍ أَوۡ يَزِيدُونَ
147. En Wij stuurden naar hem honderdduizend (mensen) of zelfs meer.
અરબી તફસીરો:
فَـَٔامَنُواْ فَمَتَّعۡنَٰهُمۡ إِلَىٰ حِينٖ
148. En zij geloofden; dus gaven Wij hen korte tijd vermaak.
અરબી તફસીરો:
فَٱسۡتَفۡتِهِمۡ أَلِرَبِّكَ ٱلۡبَنَاتُ وَلَهُمُ ٱلۡبَنُونَ
149. Vraag hen nu (O Mohammed): “heeft jullie Heer dochters terwijl jullie zonen hebben?”
અરબી તફસીરો:
أَمۡ خَلَقۡنَا ٱلۡمَلَٰٓئِكَةَ إِنَٰثٗا وَهُمۡ شَٰهِدُونَ
150. Of hebben Wij de engelen vrouwelijk geschapen terwijl zij getuigden?
અરબી તફસીરો:
أَلَآ إِنَّهُم مِّنۡ إِفۡكِهِمۡ لَيَقُولُونَ
151. Waarlijk het is van hun leugens dat zij zeggen:
અરબી તફસીરો:
وَلَدَ ٱللَّهُ وَإِنَّهُمۡ لَكَٰذِبُونَ
152. “Allah heeft een zoon gekregen.” En waarlijk, zij zijn leugenaars!
અરબી તફસીરો:
أَصۡطَفَى ٱلۡبَنَاتِ عَلَى ٱلۡبَنِينَ
153. Heeft Hij (dan) liever dochters uitgekozen dan zonen?
અરબી તફસીરો:
مَا لَكُمۡ كَيۡفَ تَحۡكُمُونَ
154. Wat scheelt jullie? Hoe zijn jullie tot het besluit gekomen?
અરબી તફસીરો:
أَفَلَا تَذَكَّرُونَ
155. Zullen jullie je dan niet herinneren?
અરબી તફસીરો:
أَمۡ لَكُمۡ سُلۡطَٰنٞ مُّبِينٞ
156. Of is er voor jullie een duidelijke bewijs?
અરબી તફસીરો:
فَأۡتُواْ بِكِتَٰبِكُمۡ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
157. Breng dan jullie Boek, als jullie waarachtig zijn!
અરબી તફસીરો:
وَجَعَلُواْ بَيۡنَهُۥ وَبَيۡنَ ٱلۡجِنَّةِ نَسَبٗاۚ وَلَقَدۡ عَلِمَتِ ٱلۡجِنَّةُ إِنَّهُمۡ لَمُحۡضَرُونَ
158. En zij (de polytheïsten) hebben tussen Hem (Allah) en de djinn een verwantschap verzonnen, maar de djinn (die dit verzonnen) weten goed dat zij hun opwachting zullen maken (bij de hel).
અરબી તફસીરો:
سُبۡحَٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يَصِفُونَ
159. Perfect en verheerlijkt is Allah, (vrij) van wat zij Hem toeschrijven (aan tekortkomingen).
અરબી તફસીરો:
إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
160. Behalve Allahs oprechte dienaren, zuiver in hun (monotheïstische) aanbidding.
અરબી તફસીરો:
فَإِنَّكُمۡ وَمَا تَعۡبُدُونَ
161. Dus waarlijk jullie en degenen die jullie aanbidden,
અરબી તફસીરો:
مَآ أَنتُمۡ عَلَيۡهِ بِفَٰتِنِينَ
162. Kunnen niet laten dwalen.
અરબી તફસીરો:
إِلَّا مَنۡ هُوَ صَالِ ٱلۡجَحِيمِ
163. Behalve degenen die voorbestemd zijn om in de hel te branden!
અરબી તફસીરો:
وَمَا مِنَّآ إِلَّا لَهُۥ مَقَامٞ مَّعۡلُومٞ
164. En er is niemand van ons of hij heeft zijn bekende plaats.
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّا لَنَحۡنُ ٱلصَّآفُّونَ
165. Waarlijk wij, wij zijn degenen die in rijen bidden.
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّا لَنَحۡنُ ٱلۡمُسَبِّحُونَ
166. Waarlijk, wij, wij zijn degenen die Allah verheerlijken.
અરબી તફસીરો:
وَإِن كَانُواْ لَيَقُولُونَ
167. En voorwaar de (afgodendienaren) zeiden:
અરબી તફસીરો:
لَوۡ أَنَّ عِندَنَا ذِكۡرٗا مِّنَ ٱلۡأَوَّلِينَ
168. Als wij een herinnering hadden gehad zoals de eerdere generaties.
અરબી તફસીરો:
لَكُنَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
169. Zouden wij zeker tot de zuivere dienaren van Allah behoren.
અરબી તફસીરો:
فَكَفَرُواْ بِهِۦۖ فَسَوۡفَ يَعۡلَمُونَ
170. Maar zij geloofden niet daarin dus zij zullen het gauw te weten komen!
અરબી તફસીરો:
وَلَقَدۡ سَبَقَتۡ كَلِمَتُنَا لِعِبَادِنَا ٱلۡمُرۡسَلِينَ
171. En waarlijk, Ons woord is bepaald voor Onze dienaren – de boodschappers.
અરબી તફસીરો:
إِنَّهُمۡ لَهُمُ ٱلۡمَنصُورُونَ
172. Voorwaar, zij zijn degenen die zeker zullen geholpen worden (aan overwinning).
અરબી તફસીરો:
وَإِنَّ جُندَنَا لَهُمُ ٱلۡغَٰلِبُونَ
173. En dat Onze legers echt de overwinnaars zijn.
અરબી તફસીરો:
فَتَوَلَّ عَنۡهُمۡ حَتَّىٰ حِينٖ
174. Keer je dus een bepaald tijd van hen af.
અરબી તફસીરો:
وَأَبۡصِرۡهُمۡ فَسَوۡفَ يُبۡصِرُونَ
175. En observeer hen en zij zullen zien!
અરબી તફસીરો:
أَفَبِعَذَابِنَا يَسۡتَعۡجِلُونَ
176. Proberen zij Onze bestraffing te bespoedigen?
અરબી તફસીરો:
فَإِذَا نَزَلَ بِسَاحَتِهِمۡ فَسَآءَ صَبَاحُ ٱلۡمُنذَرِينَ
177. Dan, als het (de bestraffing) naar hen wordt gebracht, slecht zal dan de ochtend zijn voor degenen die zijn gewaarschuwd!
અરબી તફસીરો:
وَتَوَلَّ عَنۡهُمۡ حَتَّىٰ حِينٖ
178. Keer je dus een bepaald tijd van hen af.
અરબી તફસીરો:
وَأَبۡصِرۡ فَسَوۡفَ يُبۡصِرُونَ
179. En laat hun zien, en zij zullen het (de bestraffing) dan ook gauw zien.
અરબી તફસીરો:
سُبۡحَٰنَ رَبِّكَ رَبِّ ٱلۡعِزَّةِ عَمَّا يَصِفُونَ
180. Verheerlijkt zij jouw Heer, de Heer van de eer en de macht! (Hij is vrij) van alles wat zij aan Hem toeschrijven!
અરબી તફસીરો:
وَسَلَٰمٌ عَلَى ٱلۡمُرۡسَلِينَ
181. En vrede zij met de boodschappers!
અરબી તફસીરો:
وَٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
182. En alle lofprijzingen en dankbetuigingen zijn voor Allah, de Heer van de werelden.
અરબી તફસીરો:
 
શબ્દોનું ભાષાંતર સૂરહ: અસ્ સોફ્ફાત
સૂરહ માટે અનુક્રમણિકા પેજ નંબર
 
કુરઆન મજીદના શબ્દોનું ભાષાંતર - ડચ ભાષા - ભાષાંતરોની અનુક્રમણિકા

કુરઆન મજીદના અર્થોનું ડચ ભાષામાં ભાષાંતર - ડચ ઇસ્લામિક સેન્ટર દ્વારા. કામ ચાલુ રહ્યું છે

બંધ કરો